In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 15 december 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, werkzaam bij Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz), en zijn werkgever. De eiser vorderde dat hij zou worden teruggeplaatst in de functie van afdelingshoofd Poliklinische Longgeneeskunde, na een periode waarin hij een pilotfunctie vervulde. De kantonrechter oordeelde dat de eiser onvoldoende spoedeisend belang had bij zijn vordering. De rechter stelde vast dat de afspraken die in het verleden waren gemaakt over terugplaatsing niet meer van toepassing waren, omdat de eiser zelf had gekozen om de pilotfunctie niet voort te zetten. ASz had bovendien voldoende onderbouwd dat de functie van afdelingshoofd Poliklinische Longgeneeskunde complex was en dat de eiser niet het juiste profiel had voor deze functie. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van de eiser niet in een bodemprocedure zou slagen en wees de vordering af, waarbij de eiser werd veroordeeld in de proceskosten van ASz.