4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij op 5 mei 2019 te Capelle aan den IJssel
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk, onvoorzichtig en onoplettend te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Burgemeester van Beresteijnlaan,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte, toen daar,
- met een snelheid van ongeveer 66 km/uur, althans met een te hoge snelheid heeft gereden en
- over de doorgetrokken streep in genoemde weg is gereden en
- de rijstrook bestemd voor het tegemoet komende verkeer is opgereden en
- ( aldus rijdende) niet tijdig heeft opgemerkt dat een personenauto haar tegemoet reed en
- deze tegemoetkomende personenauto niet heeft laten voorgaan en
- ( vervolgens) in aanrijding is gekomen met die personenauto, waardoor ander, te weten
- [naam slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten breuken in de dwarsuitsteeksels aan de rechterzijde van lendenwervels 1, 2 en 4 en een breuk van de 12e rib, zowel aan de linker- als aan de rechterzijde, werd toegebracht, en
- [naam slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten botbreuken van de 1e tot en met de 9e rib links en een breuk van het linker schouderblad en een longkneuzing en een klaplong links, werd toegebracht en
- [naam slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken vinger (waarvoor tenminste drie operaties nodig zijn voor herstel), werd toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.