ECLI:NL:RBROT:2020:11480

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2020
Publicatiedatum
11 december 2020
Zaaknummer
C/10/608948 / FA RK 20-9393
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met traumatisch hersenletsel

Op 7 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, die na een val van grote hoogte traumatisch hersenletsel heeft opgelopen. Betrokkene vertoont ernstige psychische stoornissen, waaronder disruptieve en impulsbeheersingsstoornissen, en heeft behoefte aan verplichte zorg. De officier van justitie heeft op 1 december 2020 een verzoekschrift ingediend, waarop een mondelinge behandeling volgde. Tijdens deze behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat betrokkene wilsonbekwaam is ten aanzien van zijn zorgbeslissingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en heeft een zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 8 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/608948 / FA RK 20-9393
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 7 december 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam berokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Dordwijk, afdeling PAAZ te Dordrecht,
advocaat mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 1 december 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 26 november 2020;
  • de zorgkaart van 30 november 2020;
  • het zorgplan van 30 november 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 december 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Albert Schweitzer Ziekenhuis;
  • [naam echtgenote betrokkene] , echtgenote van betrokkene.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, neurocognitieve stoornissen en overige DSM-5 stoornissen.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Bij betrokkene is sprake van een uitgebreide neurocognitieve stoornis door traumatisch hersenletsel, met gedragsstoornissen. Betrokkene is enige tijd geleden van een grote hoogte van een ladder gevallen waardoor hij hersenschade heeft opgelopen. Hierdoor kampt betrokkene met diverse cognitieve- en emotionele problemen en gedragsproblemen. Zo vertoont betrokkene onvoorspelbaar ontremd gedrag met verbale en fysieke agressie, waardoor er regelmatig noodzaak is tot fixatie. De (band) fixatie is ook noodzakelijk voor de veiligheid van betrokkene zelf, vanwege valgevaar en wegloopgevaar. Daarnaast is er sprake van psychotische belevingen voorkomend uit het Niet Aangeboren Hersenletsel (hierna NAH). Hierdoor is betrokkene ook wilsonbekwaam geraakt ten aanzien van het nemen van beslissingen over zijn verblijf, verzorging en behandeling. Betrokkene heeft tijd nodig om in een veilige omgeving zijn brein(gedeeltelijk) te laten herstellen, waarbij medicatie noodzakelijk is om de psychiatrische symptomen beheersbaar te houden en om de lichamelijk problematiek (weinig belastbaar, immobiliteit en instabiele nekfractuur) te behandelen. Betrokkene verblijft op de PAAZ afdeling ter overbrugging van een overplaatsing naar een specialistisch centrum voor NAH.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en om de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Ter zitting verklaart de psychiater dat betrokkene gebaat is bij opname in een behandelinstelling in plaats van in een verblijfinstelling en betrokkene is aangemeld bij Huize Padua in Boekel, waar binnen enkele weken een plek voor hem beschikbaar zal zijn. Deze instelling is gericht op revalidatie op neurocognitief en fysiek gebied wat het meest passend is voor betrokkene. De afgelopen weken is er op de huidige afdeling geen vooruitgang gezien bij betrokkene, maar dat kan nog komen omdat herstel meestal in het eerste jaar plaatsvindt. De psychiater hoopt dat er na drie maanden verbetering is en de revalidatie op vrijwillige basis voortgezet kan worden.
Desgevraagd is toegelicht dat verzocht wordt om insluiten omdat bij de andere instelling fixatie niet mogelijk is en de prikkels voor betrokkene beperkt moeten kunnen worden.
De echtgenote van betrokkene heeft aangegeven blij te zijn met Padua en betrokkene vooral wil werken aan zijn herstel. Zij streeft ernaar dat betrokkene na een optimale revalidatie weer thuis kan komen wonen.
Omdat geen sprake is van vrijwilligheid, is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden voor de duur van drie maanden:
  • het toedienen van vocht;
  • het toedienen van voeding;
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van drie maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam berokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 maart 2021.
Deze beschikking is op 7 december 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 8 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.