Uitspraak
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
1..Inleiding
2..Procesverloop
3..Adviezen
4..Standpunt van partijen
5..Beoordeling
6..Beslissing
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Rechtbank Rotterdam
Op 8 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een man met een lang forensisch behandelverleden. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, maar heeft tegelijkertijd een zorgmachtiging toegewezen. De ter beschikking gestelde, die lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en ADHD, heeft hulp nodig binnen een verplichtend kader. De rechtbank oordeelt dat de kans op recidive door de zorgmachtiging zodanig is verlaagd dat beëindiging van de terbeschikkingstelling gerechtvaardigd is. De zorgmachtiging wordt verleend voor de duur van zes maanden.
De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling behandeld op basis van een verzoek van het openbaar ministerie, dat op 1 juli 2020 was ingediend. Tijdens de zittingen op 1 september en 1 december 2020 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat de ter beschikking gestelde in de huidige omstandigheden stabiel functioneert, maar dat hij een verplichtend kader nodig heeft om de vereiste zorg te kunnen bieden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde, ondanks zijn beperkingen, in staat is om met de juiste ondersteuning zelfstandig te functioneren.
De rechtbank concludeert dat de ter beschikking gestelde niet langer een gevaar vormt voor de samenleving, mits hij onder de zorgmachtiging blijft. De beslissing is genomen met inachtneming van de adviezen van de deskundigen en de omstandigheden van de ter beschikking gestelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, maar de zorgmachtiging verleend, waarmee de noodzakelijke zorg en ondersteuning voor de ter beschikking gestelde gewaarborgd blijft.