Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 5 juni 2019, met producties 1-32;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie, met producties 1-13;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie;
- de brief van de rechtbank van 25 oktober 2019 waarbij de datum van de comparitie van partijen is bepaald op 17 maart 2020;
- de brief van de rechtbank van 17 maart 2020 waarbij de advocaten zijn bericht dat de comparitie op 17 maart 2020 geen doorgang zal vinden wegens de corona-problematiek;
- de brief van de rechtbank van 25 maart 2020 waarbij de advocaten zijn bericht over de onmogelijkheid om een mondelinge behandeling op korte termijn te laten plaatsvinden in verband met de corona-problematiek;
- de brief van de rechtbank van 31 juli 2020 waarbij de datum van de comparitie van partijen is bepaald op 28 oktober 2020;
- de spreekaantekeningen Med Green;
- de spreekaantekeningen van Staay-Hispa;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 28 oktober 2020;
- de brief van de advocaat van Staay-Hispa van 12 november 2020 met betrekking tot het proces-verbaal.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5..De beoordeling
in conventie
€ 704,12 respectievelijk € 1.898,40, zodat door Staay-Hispa verschuldigde bedragen resteren van € 10.543,54 respectievelijk € 22.905,60.
€ 160,63 betwist (prod. 27 van Med Green). Die factuur zou zij namelijk nooit ontvangen hebben. Daarom heeft haar raadsman bij brief van 30 januari 2019 (prod. 31 van Med Green) aan de raadsvrouw van Med Green verzocht om toezending van deze factuur:
(= € 79.160,63 minus € 2.763,15 (=€ 160,63 + € 704,12 + € 1.898,40)).
haaralgemene inkoopvoorwaarden had verwezen. Ter onderbouwing hiervan verwijst Staay-Hispa naar de hierboven onder 2.5 genoemde voettekst van de aldaar vermelde e-mail van [naam persoon A] (Staay-Hispa) aan [naam persoon B] (Med Green) van 6 oktober 2017. Gelet op het bepaalde in artikel 6:225 lid 3 BW komt aan de verwijzing door Med Green naar haar algemene verkoopvoorwaarden volgens Staay-Hispa geen werking toe, omdat Med Green de toepasselijkheid van de algemene inkoopvoorwaarden van Staay-Hispa niet uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen.
battle of forms-discussie. Med Green en Staay-Hispa hebben kennelijk geen verschil van mening over de vraag of, even daargelaten wie van hen het eerst heeft verwezen naar zijn ‘eigen’ algemene voorwaarden, de wijze waarop door Med Green en Staay-Hispa is verwezen naar deze algemene voorwaarden voldoende is voor toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden op hun relatie.
haarbeurt de toepasselijkheid van
haaralgemene voorwaarden baseert. Het gaat hier namelijk om de
ALGEMENE INKOOPVOORWAARDEN VAN DE STAAY FOOD GROUP, waarvan artikel 1 op de volgende wijze bepaalt dat het begrip “Staay Food Group” mede betrekking heeft op Staay-Hispa – aangehaald voor zover relevant:
battle of formsis Staay-Hispa dus aan de winnende hand, om het even zo uit te drukken. In de tweede en laatste fase van deze ‘strijd’ komt het er dus van op aan of Med Green heeft voldaan aan het uit artikel 6:225 lid 3 BW voortvloeiende vereiste dat zij bij de verwijzing naar haar ‘eigen’ algemene voorwaarden die van Staay-Hispa
uitdrukkelijkvan de hand heeft gewezen.
×€ 69.160,63 (= € 79.160,63 minus € 10.000,00).
- dagvaardingskosten € 81,83
- vastrecht € 1.992,00
- salaris advocaat € 2.148,00 (twee punten in liquidatietarief IV)
- totaal € 4.221,83.
- salaris advocaat € 537,00 (0,5 punt in liquidatietarief IV)
- totaal € 537,00.
6..De beslissing
€ 4.221,83, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
€ 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
€ 537,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;