ECLI:NL:RBROT:2020:114

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 januari 2020
Publicatiedatum
9 januari 2020
Zaaknummer
C/10/580874 / HA ZA 19-780
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en forumkeuze in civiele procedure met meerdere gedaagden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 8 januari 2020 een vonnis gewezen in een incident betreffende de relatieve competentie. De eiseres, New Horizon Oogstbedrijf B.V., heeft in de hoofdzaak een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder [gedaagde 1] en Asbeste Detachering B.V. De eiseres vorderde onder andere een hoofdelijke veroordeling tot betaling van een bedrag van € 87.500,00, vermeerderd met rente en kosten. In het incident heeft [gedaagde 1] zich beroepen op een forumkeuzebeding in de aanneemovereenkomst, waarin is bepaald dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is om van de hoofdzaak kennis te nemen. New Horizon erkende het forumkeuzebeding, maar voerde aan dat de rechtbank Rotterdam bevoegd was op basis van artikel 107 Rv, omdat er een zodanige samenhang tussen de vorderingen bestaat dat deze door dezelfde rechter behandeld moeten worden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 108 Rv prevaleert boven artikel 107 Rv, en dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren ten aanzien van de vordering tegen [gedaagde 1]. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de gehele zaak, inclusief de vorderingen tegen de andere gedaagden, moet worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, omdat het doelmatig is om alle vorderingen in één procedure te behandelen. New Horizon is veroordeeld in de proceskosten van het incident, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. de Geus.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/580874 / HA ZA 19-780
Vonnis in incident van 8 januari 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEW HORIZON OOGSTBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Raamsdonksveer,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. A.J. Exterkate te 's-Hertogenbosch,
tegen

1.[gedaagde 1] H.O.D.N. [handelsnaam] ,

wonende te [woonplaats eiseres] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H.E. ter Horst te Zwolle,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagd] ,
gedaagde,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASBESTE DETACHERING B.V.,
gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna New Horizon, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Asbeste Detachering B.V. worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 augustus 2019, met producties,
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van [gedaagde 1] ,
  • de conclusie van antwoord in incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
New Horizon vordert in de hoofdzaak – kort gezegd – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: primair [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans ieder voor zich, en subsidiair Asbeste Detachering B.V., te veroordelen tot betaling aan New Horizon van een bedrag van € 87.500,00 te vermeerderen met rente. Primair en subsidiair vordert New Horizon voorts gedaagden in de hoofdzaak hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans ieder voor zich, te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

3.Het geschil in het incident

3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank zich, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Amsterdam, met veroordeling van New Horizon in de kosten van het incident. Ter onderbouwing van deze incidentele vordering beroept [eiseres] zich op het forumkeuzebeding dat is opgenomen in artikel 13 van de aanneemovereenkomst, op welke overeenkomst de vordering in de hoofdzaak is gebaseerd. Uit dit forumkeuzebeding volgt dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is om van de hoofdzaak kennis te nemen, aldus [eiseres] .
3.2.
New Horizon erkent dat haar vordering op [eiseres] voortvloeit uit een met [eiseres] gesloten aannemingsovereenkomst. Ook erkent New Horizon dat in die overeenkomst een forumkeuzebeding is opgenomen en dat op basis van dat beding de rechtbank Amsterdam in beginsel bevoegd is kennis te nemen van het geschil in de hoofdzaak ten aanzien van [eiseres] . Desalniettemin voert zij – samengevat – verweer als volgt. Zij voert aan dat ten tijde van de ondertekening en van de uitvoering van de aannemingsovereenkomst tussen [eiseres] en [eiser] een vennootschap onder firma bestond. Dit blijkt volgens New Horizon mede uit het feit dat [eiser] de aannemingsovereenkomst namens [eiseres] heeft ondertekend. De vordering jegens [eiser] is niet gegrond op de aannemingsovereenkomst, maar op artikel 18 Wetboek van Koophandel, aldus New Horizon. [eiser] woont in het arrondissement van de rechtbank Rotterdam en volgens New Horizon is deze rechtbank op grond van artikel 99 Rv derhalve ten aanzien van [eiser] bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen. Nu de rechtbank Rotterdam ten aanzien van een van de gezamenlijk in het geding betrokken gedaagden bevoegd is, en de vorderingen op de onderscheiden gedaagden allemaal verband houden met de tussen New Horizon en [eiseres] gesloten aannemingsovereenkomst, is de rechtbank Rotterdam op grond van artikel 107 Rv ook ten aanzien van de overige gedaagden, waaronder [eiseres] , bevoegd, aldus New Horizon.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Hoofdregel is dat bevoegd is de rechter van de woonplaats van gedaagde (artikel 99 lid 1 Rv). Op grond van artikel 108 Rv verklaart de rechter voor wie een zaak is aangebracht zich onbevoegd, indien partijen in een forumkeuzebeding een andere bevoegde rechter hebben aangewezen en indien de gedaagde partij zich tijdig op de onbevoegdheid beroept.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen New Horizon en [eiseres] een aannemingsovereenkomst is gesloten en dat in artikel 13 van die overeenkomst een forumkeuzebeding is opgenomen op grond waarvan de rechtbank Amsterdam bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak ten aanzien van (in ieder geval) [eiseres] .
4.3.
New Horizon verweert zich in het bevoegdheidsincident met een beroep op artikel 107 Rv, dat een bevoegdheidsregel geeft bij aanwezigheid van meerdere gedaagden, indien er een zodanige samenhang tussen de diverse vorderingen bestaat dat het doelmatig is de vorderingen door dezelfde rechter te laten behandelen.
4.4.
Echter, bij de beoordeling van de incidentele vordering van [eiseres] neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat een eisende partij geen beroep kan doen op artikel 107 Rv jegens een gedaagde partij die zich beroept op een forumkeuze in de zin van artikel 108 Rv, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 24 september 1999, NJ 2000/522, in verband met vergelijkbare bepalingen in het EEG-Executieverdrag. Hieruit volgt dat indien partijen een bepaalde rechter als bevoegde rechter hebben aangewezen, partijen niet van deze rechter kunnen worden afgehouden op grond van artikel 107 Rv. Met andere woorden: het bepaalde in artikel 108 Rv prevaleert boven het bepaalde in artikel 107 Rv.
De rechtbank is op grond van artikel 108 Rv dan ook niet bevoegd van de vorderingen jegens [eiseres] kennis te nemen.
4.5.
[eiser] en Asbeste Detachering B.V. zijn in de hoofdzaak niet verschenen en zij zijn in dit incident geen partij. Zij hebben niet gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar een andere rechtbank. Maar de rechtbank ziet aanleiding het bepaalde in artikel 107 Rv analoog toe te passen, en de zaak in zijn geheel, dus ook ten aanzien van [eiser] en Asbeste Detachering B.V., te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam. Immers, in deze zaak zijn de vorderingen jegens alledrie gedaagden op hetzelfde feitencomplex gebaseerd en wordt onder meer een hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de hoofdzaak gevorderd. Dat de zaken tegen [eiser] en Asbeste Detachering B.V., die in de hoofdzaak (nog) niet zijn verschenen, door een andere rechter zouden worden behandeld dan de zaak tegen [eiseres] , zou ondoelmatig zijn, onwenselijk en in strijd met de goede procesorde.
4.6.
Nu [eiser] en Asbeste Detachering B.V. bij dit incident geen partij zijn, en zij in de hoofdzaak (nog) niet zijn verschenen, dient New Horizon dit vonnis aan [eiser] en Asbeste Detachering B.V. te betekenen binnen 7 dagen na de datum van dit vonnis.
4.7.
New Horizon zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld (1 punt x tarief € 543,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak ten aanzien van [eiseres] kennis te nemen,
5.2.
veroordeelt New Horizon in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 543,00,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
verwijst de gehele zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Amsterdam,
5.5.
gelast New Horizon dit vonnis aan [gedaagde 2] en Asbeste Detachering B.V. te betekenen binnen 7 dagen na de datum van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. de Geus en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2020.
3242/1977/638