In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 8 januari 2020 een vonnis gewezen in een incident betreffende de relatieve competentie. De eiseres, New Horizon Oogstbedrijf B.V., heeft in de hoofdzaak een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder [gedaagde 1] en Asbeste Detachering B.V. De eiseres vorderde onder andere een hoofdelijke veroordeling tot betaling van een bedrag van € 87.500,00, vermeerderd met rente en kosten. In het incident heeft [gedaagde 1] zich beroepen op een forumkeuzebeding in de aanneemovereenkomst, waarin is bepaald dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is om van de hoofdzaak kennis te nemen. New Horizon erkende het forumkeuzebeding, maar voerde aan dat de rechtbank Rotterdam bevoegd was op basis van artikel 107 Rv, omdat er een zodanige samenhang tussen de vorderingen bestaat dat deze door dezelfde rechter behandeld moeten worden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 108 Rv prevaleert boven artikel 107 Rv, en dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren ten aanzien van de vordering tegen [gedaagde 1]. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de gehele zaak, inclusief de vorderingen tegen de andere gedaagden, moet worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, omdat het doelmatig is om alle vorderingen in één procedure te behandelen. New Horizon is veroordeeld in de proceskosten van het incident, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. de Geus.