Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
gevestigd te Rotterdam,
1..[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
beiden wonende te [woonplaats gedaagden 1] ,
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 28 april 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord van [gedaagden 1] , met één productie;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek van [gedaagden 1] .
2..De vaststaande feiten
Wij hebben met ingang van 06-05-2020 een nieuwe leveringsovereenkomst afgesloten met [naam] . Dit is ook kenbaar gemaakt bij Stedin.
3..De vordering, de grondslag en het verweer
Stedin heeft als gevolg daarvan over deze periode terzake van elektriciteit en gas bedragen van € 19,25 inclusief btw respectievelijk € 15,16 inclusief btw per maand aan schade geleden alsmede een bedrag buitengerechtelijke kosten, welke bedragen zij heeft gefixeerd op een bedrag van in totaal € 75,-. Nu gedaagden, ondanks sommaties, in gebreke zijn gebleven tijdig een overeenkomst te sluiten met een energieleverancier en daartoe eerst na het uitbrengen van de dagvaarding zijn overgegaan, zijn zij gehouden tot betaling van de proceskosten.
4..De beoordeling van het geschil
De apart gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.
De beslissing
- € 209,09 aan verschotten;
- € 144,- aan salaris voor de gemachtigde;