ECLI:NL:RBROT:2020:11348

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 december 2020
Publicatiedatum
8 december 2020
Zaaknummer
KTN-8243415_04122020
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afsluiting elektriciteitsmeter wegens ontbrekende energieleveringsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en twee gedaagden, waarbij Stedin vorderde om werkzaamheden te mogen verrichten aan de elektriciteitsmeter van de gedaagden. Stedin, als netbeheerder, stelde dat zij wettelijk verplicht is om een afnemer af te sluiten als deze geen energieleverancier heeft. De gedaagden weigerden echter mee te werken aan de afsluiting, ondanks dat Stedin aangaf dat er voor de betreffende aansluiting geen leverancier bekend was. De gedaagde 1 voerde aan dat hij een overeenkomst had met Innova Energie B.V., maar dit kon niet worden onderbouwd met bewijs. De kantonrechter oordeelde dat Stedin recht had op de gevorderde afsluiting, maar gaf de gedaagden een termijn van twee weken om alsnog een overeenkomst met een energieleverancier te sluiten. Indien dit niet zou gebeuren, zou Stedin de werkzaamheden aan de aansluiting mogen verrichten. De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van netbeheerders onder de Elektriciteitswet 1998 en de rechten van gedaagden in het kader van energielevering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 8243415 \ CV EXPL 19-54815
uitspraak: 4 december 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEDIN NETBEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en gerechtsdeurwaarders,
tegen

1..[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats gedaagde 1] ,

gedaagde,
procederend in persoon,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde 2] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Eiseres wordt hierna ook aangeduid als “Stedin” en gedaagden als “ [gedaagde 1] ”, “ [gedaagde 2] ” en gezamenlijk als “ [gedaagden] ”.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit het volgende:
  • het exploot van dagvaarding van 17 december 2019, met producties;
  • het mondelinge antwoord van [gedaagde 1] en de ter zitting overgelegde producties;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek;
  • het bericht van Stedin met een vermindering van eis.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten:
Stedin is door de Minister van Economische Zaken aangewezen als netbeheerder in de zin van artikel 10 lid 3 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 1 sub e jo. 2 lid lid 1 van de Gaswet.
In hoedanigheid van netbeheerder beheert Stedin het openbare gas- en elektriciteitsnet in onder meer Zuid-Holland en Utrecht. Stedin is verantwoordelijk voor het transport
van onder meer elektriciteit over dit netwerk en het aansluiten daarop van afnemers.
3. Stedin stelt haar (kleinverbruik) afnemers een elektriciteitsmeter ter beschikking.
4. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 is het Stedin niet toegestaan om goederen of diensten te leveren waarmee in concurrentie wordt getreden. Derhalve mag Stedin niet zelf optreden als leverancier van elektriciteit en/of gas.
5. Aan het adres [adres] (hierna: het leveringsadres) heeft Stedin een drietal meters ter beschikking gesteld. Een elektriciteitsmeter met EAN-code [nummer 1] en meternummer [nummer 2] , een elektriciteitsmeter met EAN-code [nummer 3] en een gasmeter met EAN-code [nummer 4] .

3..De vordering, de grondslag en het verweer

3.1
Stedin heeft – na vermindering van eis – gevorderd om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Stedin te machtigen om werkzaamheden te verrichten aan het leveringsadres [adres] , bestaande uit het opnemen van de meterstanden en het onderbreken van de energielevering door Stedin al dan niet door middel van terugname door eiseres van de door haar ter beschikking gestelde energiemeters/meetinrichting, zijnde de elektriciteitsaansluiting met EAN-code [nummer 1] en meternummer [nummer 2] , en [gedaagden] te veroordelen om te gedogen dat Stedin de hiervoor genoemde werkzaamheden aan het adres verricht;
Stedin toe te staan om middels tijdelijke of gedeeltelijke ontruiming werkzaamheden te verrichten aan het leveringsadres, bestaande uit het opnemen van de meterstanden en het onderbreken van de energielevering door Stedin al dan niet door middel van terugname of verzegeling door Stedin van de door haar ter beschikking gestelde energiemeters/meetinrichting, zijnde de elektriciteitsaansluiting met EAN-code [nummer 1] en meternummer [nummer 2] ;
[gedaagden] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Stedin aan haar eis het volgende ten grondslag gelegd. Stedin is op grond van de Elektriciteitswet 1998 verplicht een afnemer af te sluiten als deze geen leverancier heeft. [gedaagden] heeft voor de elektriciteitsaansluiting met EAN-code [nummer 1] geen overeenkomst meer met een leverancier en weigert vrijwillig mee te werken aan de afsluiting. Afsluiting is alleen mogelijk door de aansluitingen in de woning en/of de aansluiting in het pand te deactiveren en [gedaagden] heeft tot op heden geweigerd hieraan zijn medewerking te verlenen.
3.3
[gedaagde 1] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Op hetgeen hij in dit kader heeft aangevoerd, zal – voor zover van belang – bij de beoordeling van het geschil worden ingegaan.

4..De beoordeling van het geschil

4.1
Tegen [gedaagde 2] is verstek verleend. Nu [gedaagde 1] wel in de procedure is verschenen, zal op grond van artikel 140 lid 3 Rv tussen alle partijen één vonnis worden gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
4.2
[gedaagde 1] heeft aangevoerd dat hij aan Stedin een bedrag heeft voldaan van € 345,21 en dat Stedin daarop heeft toegezegd dat zij na betaling deze procedure zou beëindigen. Stedin heeft echter bij akte aangegeven dat dit bedrag in mindering kan strekken op de eis, maar dat zij nog wel een uitspraak betreffende de afsluiting van de meter wenst, zodat deze vordering nog ter beoordeling voorligt.
4.3
Wanneer voor een adres geen energieleverancier bekend is, is een netbeheerder wettelijk verplicht om de afnemer van energie af te sluiten. Indien de netbeheerder niet aan die verplichting voldoet, handelt hij in strijd met de Elektriciteitswet 1998. Stedin heeft gesteld dat er voor het adres van [gedaagden] ten aanzien van één van de twee elektriciteits-meters, de aansluiting met EAN-code [nummer 1] , geen leverancier bekend is. [gedaagde 1] heeft hiertegen aangevoerd dat hij voor deze aansluiting een leveringsovereenkomst heeft met Innova Energie B.V. (hierna: Innova), hetgeen hij heeft onderbouwd met een door hem overgelegde brief van Innova waarin een termijnbedrag wordt bevestigd. Stedin heeft bij repliek terecht gesteld dat uit deze brief niet is op te maken dat sprake is van een overeenkomst voor de betreffende aansluiting. Ook uit de door [gedaagde 1] overgelegde bankoverschrijvingen aan Innova blijkt niet dat deze betrekking hebben op de aansluiting met EAN-code [nummer 1] . [gedaagde 1] heeft zijn stelling bij dupliek vervolgens niet nader onderbouwd, zodat niet is komen vast te staan dat hij ten aanzien van deze meter over een leveringsovereenkomst beschikt. Stedin is op grond van de Elektriciteitswet 1998 dan ook verplicht deze meter af te sluiten, waaraan [gedaagden] medewerking dient te verlenen. [gedaagden] heeft dit tot op heden niet gedaan. De vordering tot gedogen van het door Stedin verrichten van werkzaamheden aan de elektriciteitsaansluiting en het zo nodig afsluiten van deze aansluiting worden dan ook, zij het onder voorwaarden, toegewezen. Ditzelfde geldt voor de redelijk geachte afsluitingskosten van € 128,14. Gelet op het lange tijdsverloop van de procedure ziet de kantonrechter echter aanleiding [gedaagden] nog een termijn te gunnen van twee weken na betekening van dit vonnis om ten behoeve van de meter met EAN-code [nummer 1] alsnog een overeenkomst voor de levering van elektriciteit te sluiten met een energieleverancier. [gedaagden] dient het bewijs hiervan (het energiecontract) aan Stedin te tonen, in welk geval de afsluiting en de daaruit voortvloeiende afsluitingskosten zullen worden voorkomen.
4.4
De desbetreffende meter bevindt zich in de woning van [gedaagden] Stedin verzoekt om een rechterlijke machtiging ex artikel 3:299 BW, teneinde zich hiermee ingevolge artikel 558 sub a Rv toegang te kunnen verschaffen tot het pand om tot afsluiting te kunnen komen. De kantonrechter kan géén machtiging verlenen tot het binnentreden in een woning, nu de Algemene wet op het binnentreden die bevoegdheid niet toekent aan de rechter (artikel 3 Algemene wet op het binnentreden). Indien ontruiming noodzakelijk zal blijken te zijn, kan de deurwaarder op grond van artikel 558 Rv aanhef en onder b de woning binnentreden om de ontruiming te bewerkstelligen. De bevoegdheid van de deurwaarder om de woning binnen te treden volgt uit artikel 555 e.v. Rv. De deurwaarder behoeft daartoe geen machtiging.
4.5
[gedaagden] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu vaststaat dat [gedaagde 1] in het kader van deze procedure na dagvaarding aan Stedin een bedrag heeft voldaan van € 345,21 en dat bedrag kennelijk in elk geval zag op de aanvankelijk door Stedin gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 100,-, wordt het restantbedrag van € 245,21 geacht in mindering te strekken op de verschuldigde proceskosten (van € 209,21 aan verschotten en € 72,- aan gemachtigdensalaris). [gedaagden] is derhalve nog een bedrag van € 36,- aan gemachtigdensalaris verschuldigd.

5..De beslissing

De kantonrechter:
gunt [gedaagden] een termijn van twee weken na betekening van dit vonnis om ten behoeve van de meter met EAN-code [nummer 1] alsnog een overeenkomst voor de levering van elektriciteit te sluiten met een energieleverancier en het bewijs hiervan aan Stedin te tonen;
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Stedin vastgesteld op € 36,- aan (resterend) salaris voor de gemachtigde;
en, maar alleen als [gedaagden] niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis een energieleveringscontract sluit met een leverancier en bewijs hiervan aan Stedin heeft doen toekomen:
veroordeelt [gedaagden] te gedogen dat Stedin werkzaamheden aan de elektriciteits-aansluiting met EAN-code [nummer 1] en meternummer [nummer 2] verricht om te komen tot het afsluiten van deze aansluiting van het pand op het leveringsadres;
veroordeelt [gedaagden] alsdan tevens tot betaling aan Stedin van een bedrag van € 128,14 aan afsluitingskosten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Freese en uitgesproken door mr. S.H. Poiesz ter openbare terechtzitting.
590