ECLI:NL:RBROT:2020:11347

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 november 2020
Publicatiedatum
8 december 2020
Zaaknummer
KTN-8841512_27112020
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en ABS Autoherstel Papendrecht B.V. wegens verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 27 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en ABS Autoherstel Papendrecht B.V. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. D. Müskens, heeft aanvankelijk verweer gevoerd tegen de beëindiging van haar dienstverband. Echter, tijdens de mondelinge behandeling op 20 november 2020 heeft zij erkend dat er een onoverbrugbaar verschil van inzicht bestaat over de functie-invulling, waardoor zij haar verzoek heeft gewijzigd en zich niet langer verzet tegen het gewijzigde tegenverzoek van ABS.

ABS, vertegenwoordigd door mr. A.C.F. Berkhof, heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 20 oktober 2020, op basis van een verstoorde arbeidsverhouding, zoals bedoeld in artikel 7:671b in combinatie met artikel 7:669 lid 3 sub g BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er tussen partijen een situatie is ontstaan waarin een behoorlijke samenwerking niet meer mogelijk is, zonder dat één van de partijen daarvan in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding toegewezen en de arbeidsovereenkomst per 20 november 2020 beëindigd.

Daarnaast is er overeenstemming bereikt over een beëindigingsvergoeding van € 11.500,- bruto, die door ABS aan verzoekster moet worden betaald. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 8841512 \ HA VERZ 20-111
uitspraak: 20 november 2020
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats verzoekster] ,
verzoekster in de hoofdzaak en het incident,
verweerster in het tegenverzoek,
gemachtigde: mr. D. Müskens,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABS AUTOHERSTEL PAPENDRECHT B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
verweerster in de hoofdzaak en het incident,
verzoekster in het tegenverzoek,
gemachtigde: mr. A.C.F. Berkhof.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoekster] ” en “ABS”.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit het volgende:
  • het verzoekschrift, tevens houdende verzoek om een voorlopige voorziening, ter griffie ontvangen op 27 oktober 2020, met producties;
  • het verweerschrift in zowel de hoofdzaak als in het incident, tevens houdende een voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek, ter griffie ontvangen op 10 november 2020, met producties;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 20 november 2020, bij welke gelegenheid partijen een regeling hebben bereikt onder verband van de onderhavige beschikking en welk proces-verbaal is aangehecht aan deze beschikking.
De uitspraak van de beschikking is in overleg met partijen bepaald op heden.

2..De stellingen van partijen

2.1
Het gewijzigde tegenverzoek van ABS strekt thans tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 20 oktober 2020 op grond van het bepaalde in artikel 7:671b in combinatie met artikel 7:669 lid 3 sub g BW, te weten een verstoorde arbeidsverhouding zodanig dat van ABS in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] te laten voortduren, met toekenning van een beëindigingsvergoeding van € 11.500,- bruto.
2.2
[verzoekster] heeft aanvankelijk verweer gevoerd tegen beëindiging van het dienstverband, maar tijdens de mondelinge behandeling is door haar erkend dat er tussen partijen een onoverbrugbaar verschil van inzicht bestaat over de wijze waarop aan de functie inhoud moet worden gegeven. [verzoekster] heeft haar verzoek vervolgens dienovereenkomstig gewijzigd en verzet zich niet (langer) tegen het gewijzigde tegenverzoek.

3..De beoordeling van het geschil

3.1
Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter op grond van artikel 7:671c lid 1 BW op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst kan ontbinden wegens omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
3.2
Uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is genoegzaam gebleken dat tussen hen een situatie is ontstaan waarin een behoorlijke samenwerking niet meer mogelijk is, zonder dat één van partijen daarvan in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt. Er is dan ook geen basis meer voor verdere instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal derhalve worden toegewezen. Nu partijen het eens zijn over de einddatum van 20 november 2020, zal de arbeidsovereenkomst per deze datum worden beëindigd.
3.3
Partijen zijn het er voorts over eens dat in de gegeven omstandigheden een beëindigingsvergoeding verschuldigd is en dat deze € 11.500,- bruto bedraagt. Dit bedrag zal dan ook worden toegekend.
3.4
De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding de proceskosten te compenseren.

4..De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 20 november 2020;
bepaalt dat ABS per de datum van ontbinding aan [verzoekster] de beëindigingsvergoeding van € 11.500,- bruto verschuldigd is en veroordeelt ABS deze te betalen;
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
590