Op 27 oktober 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier maanden, met ingang van 27 oktober 2020 tot uiterlijk 27 februari 2021. Dit besluit is genomen naar aanleiding van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], die verblijft in een gesloten groep en te maken heeft met forse hechtings- en sociaal-emotionele problematiek. De kinderrechter oordeelt dat de jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de hulp onttrekt.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel [naam kind] als zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat [naam kind] zich in de huidige gesloten accommodatie niet goed voelt en liever in een open groep geplaatst zou worden. De moeder heeft aangegeven dat er sinds kort verbetering is in de situatie van [naam kind], maar dat terugplaatsing bij haar op dit moment niet mogelijk is. De GI heeft een persoonlijkheidsonderzoek voorgesteld om de juiste hulpverlening voor [naam kind] te bepalen.
De kinderrechter heeft besloten om de machtiging te verlenen, maar voor een kortere duur dan verzocht, en heeft een nieuwe zitting gepland op 12 februari 2021 om de voortgang te bespreken. De beslissing op het resterende deel van het verzoek is aangehouden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.