ECLI:NL:RBROT:2020:11147

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2020
Publicatiedatum
7 december 2020
Zaaknummer
10/134403-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van het voorhanden hebben van een (semi)automatisch vuurwapen en veroordeling voor bezit van drugs

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2020 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een (semi)automatisch vuurwapen met munitie en een geluiddemper, alsook van het bezit van drugs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de eerste twee tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de geluiddemper in de auto. De verklaring van de medeverdachte, die stelde dat de verdachte het wapen had vastgehad, werd niet ondersteund door objectieve bewijzen, zoals DNA-analyses. Wel werd de verdachte veroordeeld voor het bezit van een beperkte hoeveelheid harddrugs, waaronder cocaïne en MDMA, die in zijn woning werden aangetroffen. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00, met aftrek van de dagen die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/134403-18
Datum uitspraak: 3 december 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] ,
[postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. E.M. van den Oudenaller, advocaat te Dordrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 november 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Spaans heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

Vrijspraak feiten 1 en 2
Op 8 juli 2018 ziet de politie een voertuig met open motorkap bij een tankstation. Bij de auto staan drie jonge mannen. Uit de politiesystemen blijkt vervolgens dat het voertuig op naam van de verdachte staat en dat deze nog een aantal dagen hechtenis van diverse veroordelingen heeft openstaan en dat hij antecedenten heeft op het gebied van vuurwapens. Bij een nader onderzoek wordt in de auto waarbij de verdachte zich samen met diens medeverdachten, zijn broer [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] , bevonden, in de kofferbak een rugzak aangetroffen met daarin een (semi) automatisch vuurwapen met munitie en een geluiddemper.
De verdachte heeft ontkend dat hij wetenschap had van de rugzak met daarin het wapen, munitie en de geluiddemper.
Medeverdachte [naam medeverdachte 2] heeft in tweede instantie verklaard dat hij heeft gezien dat de verdachte de tas op de dag van de aanhouding in de auto heeft gezet. Hij heeft verklaard dat ze alle drie de tas en het wapen in handen hebben gehad. Na onderzoek door het NFI blijkt dat er wel DNA van de verdachte is aangetroffen op de handvatten van de tas en dat er geen DNA van de verdachte is aangetroffen op het vuurwapen in die tas. Er is wel DNA aangetroffen van de medeverdachte [naam medeverdachte 2] op de tas, op het vuurwapen en op de geluiddemper.
Hoewel wettig bewijs aanwezig is (de verklaring van [naam medeverdachte 2] en het aantreffen van de rugzak met het vuurwapen, de munitie en de geluiddemper in de auto waarin de verdachte had gereden), is de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting, in het bijzonder de afwezigheid van zijn DNA op het vuurwapen en de geluiddemper, waar wel DNA van de medeverdachte [naam medeverdachte 2] is aangetroffen, niet overtuigd, dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwapen, de munitie en de geluiddemper in de auto. De verdachte zal van deze feiten worden vrijgesproken.
4.1.
Bewezenverklaring feit 3
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 8 juli 2018 te Dordrecht en/of Zwijndrecht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en- een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en- een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine zijnde cocaïne en 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) enamfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft samen met zijn broer [naam medeverdachte 1] , cocaïne, MDMA en amfetamine aanwezig gehad in de woning waar zij verbleven. Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs een ernstig gevaar oplevert voor de volksgezondheid en tevens dat dit direct en indirect een oorzaak is van vele vormen van criminaliteit. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van de hieraan verwante maatschappelijke problemen.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
3 november 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.2.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport van
20 september 2018 houdt - kort samengevat en voor zover relevant - het volgende in.
De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden, een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), volgen van opleiding, meewerken aan middelencontrole en aan begeleiding thuis. Hij behoort tot een groep overlastgevende jongeren en vermoed wordt dat hij in het drugscircuit actief is. De verdachte kan goed verwoorden hoe hij zijn gedrag wil veranderen en hoe hij dit wil bereiken.
Dit rapport is inmiddels ruim 2 jaar geleden opgesteld. De verdachte is na zijn aanhouding op 8 juli 2018 niet meer met politie of justitie in aanraking gekomen. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij zijn sociale contacten in Dordrecht heeft verbroken en is verhuisd naar Zwijdrecht waar hij op zichzelf woont. Hij heeft tevens verklaard nog wel af en toe te blowen maar niet langer verslaafd te zijn aan alcohol en drugs. Hij heeft inmiddels een fulltime baan.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de rechtbank de verdachte slechts verantwoordelijk houdt voor het bezit van een beperkte hoeveelheid harddrugs, komt zij tot een beduidend lagere straf dan de officier van justitie heeft geëist.
De rechtbank zal een geldboete van na te noemen hoogte opleggen.
Voor een voorwaardelijke straf zoals door de reclassering in 2018 geadviseerd ziet de rechtbank geen ruimte, ook niet omdat de verdachte zijn leven inmiddels zelfstandig op de rails heeft gezet.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 23, 24c, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10 van de Opiumwet.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboete van € 1.000,00 (duizend euro),met aftrek van de dagen die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met een rato van vijftig euro per dag.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. J.L.M. Boek en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.G. Kuijs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 december 2020.
De griffier is buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 8 juli 2018 te Dordrecht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 2º en/of 3º van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet,
namelijk een vuurwapen dat geschikt is om automatisch te vuren en/of dat zodanig is vervaardigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is, te weten een vuurwapen voorzien van een metalen klapkolf van het merk: Zastava, type: M 84 (Skorpion), kaliber: 7.65 mm
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten dertien (13), bij voornoemd vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7,65 mm,
voorhanden heeft/hebben gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
2.
hij op of omstreeks 8 juli 2018 te Dordrecht,
(een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 3º van de Wet wapens en munitie,
te weten een geluidsdemper voor een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
(art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )
3.
hij op of omstreeks 8 juli 2018 te Dordrecht en/of Zwijndrecht, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 9 zogenaamde XTC-pillen in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of
- ongeveer 3,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of
- ongeveer 3,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
zijnde cocaïne en/of 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of amfetamine, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)