ECLI:NL:RBROT:2020:11118

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2020
Publicatiedatum
4 december 2020
Zaaknummer
C/10/602730 / FA RK 20-6340
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 24 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, die verblijft in de Parnassia Groep te Capelle aan den IJssel. De wijziging is aangevraagd door de officier van justitie, die op 20 augustus 2020 een verzoekschrift indiende. Bij de aanvraag waren verschillende medische documenten gevoegd, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond op dezelfde dag, zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. L.C. Baars, gehoord, evenals twee medische professionals van de Parnassia Groep. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerder afgegeven zorgmachtiging van 25 juni 2020 niet langer volstaat, gezien de toename van psychotische klachten bij de betrokkene na afbouw van medicatie. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een noodsituatie, waardoor aanvullende vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren. De rechtbank heeft besloten dat de betrokkene opnieuw op medicatie moet worden ingesteld en dat de behandeling kan worden voortgezet in een ambulant kader zodra de psychose in remissie is.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, zodat de volgende maatregelen kunnen worden getroffen: beperking van de bewegingsvrijheid, uitoefening van toezicht op de betrokkene en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. L.A.C. van Nifterick en is op 26 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/602730 / FA RK 20-6340
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 augustus 2020 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. L.C. Baars te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 augustus 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 18 augustus 2020;
  • het zorgplan van 17 augustus 2020;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 17 augustus 2020;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 17 augustus 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid – met behulp van een tolk Kantonees – via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • drs. [naam psychiater] , psychiater, en drs. [naam arts] , arts, beiden verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 25 juni 2020 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het toestaan van begeleiding door het FACT-team.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Op verzoek van betrokkene is zijn depotmedicatie de afgelopen periode afgebouwd. Dit heeft echter geleid tot een toename van psychotische klachten. Voorafgaand aan de opname was er sprake was achterdocht, (verbale) agressie en overlastgevend gedrag. Vanwege dit gedrag heeft iemand bijna met een ijzeren staaf op het hoofd van betrokkene geslagen. Betrokkene dient in de accommodatie opnieuw ingesteld te worden op medicatie. Wanneer de psychose in remissie is, kan de behandeling in een ambulant kader worden voortgezet.
2.3.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden, heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie
  • het uitoefenen van toezicht.
2.4.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan.
Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank in aanvulling op de zorgmachtiging van 25 juni 2020 de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het insluiten, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg. Hij geeft aan dat hij niks heeft gedaan en dat er geen problemen zijn.
2.6.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging van 25 juni 2020 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 25 juni 2020 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 december 2020.
Deze beschikking is op 24 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 26 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.