In deze zaak heeft de vrouw, gedaagde, conservatoir beslag gelegd op de woning van de man, eiser, na de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De man vordert in kort geding de opheffing van dit beslag en verzoekt de vrouw om mee te werken aan de ondertekening van een depotovereenkomst. De partijen zijn in 2001 gehuwd en zijn in 2015 gescheiden. In het echtscheidingsconvenant is bepaald dat bij winst op de verkoop van de woning deze winst bij helfte wordt gedeeld. De man heeft de woning verkocht voor €490.000,- en de vrouw heeft aanspraak gemaakt op de helft van de overwaarde. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van de vrouw niet summierlijk ondeugdelijk is en dat de man voldoende zekerheid kan bieden door een bedrag in depot te storten. De primaire vordering tot opheffing van het beslag wordt afgewezen, maar de subsidiaire vordering tot medewerking aan de depotovereenkomst wordt toegewezen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd.