Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam horecagelegenheid A],
1..De procedure
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
€ 379,20 (uiteindelijk) naar [persoon A] heeft gestuurd is alleszins begrijpelijk en ook terecht. [persoon A] is eigenaar van het café en de CV-ketel hangt in haar café. Dat [persoon B] , zoals hij verklaart, met [naam bedrijf] heeft gebeld
namens de eigenaarvan het pand, niet zijnde [persoon A] , staat om te beginnen niet vast, maar los daarvan is het niet aan [naam bedrijf] zich bezig te houden met hoe op ‘werkadressen’ de verhoudingen (eigenaar, huurder, onderhuurder, wie betaalt wat) precies liggen. [naam bedrijf] mag in principe afgaan op wat uiterlijk waarneembaar is (van wie is dit café?) Zoals gezegd: de werkzaamheden zijn verricht in het café van [persoon A] . Zij moet daarom de factuur betalen. Als [persoon A] meent dat de eigenaar van het pand de rekening uiteindelijk moet betalen, moet zij contact opnemen met de eigenaar. [naam bedrijf] staat daar buiten.