ECLI:NL:RBROT:2020:11000
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering energiekosten door kantonrechter na bewijs van betaling door gedaagde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Direct Pay Services B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres, Direct Pay Services, had een vordering ingesteld op basis van een eindnota van Greenchoice, waaruit zou blijken dat de gedaagde een bedrag van € 594,07 verschuldigd was. De vordering was gebaseerd op een cessie van de vordering van Greenchoice aan Direct Pay Services. De eiseres vorderde een bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2020 was de gedaagde niet verschenen, maar had zij wel bewijsstukken overgelegd waaruit bleek dat zij aan haar betalingsverplichtingen had voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in totaal € 1.825,00 had betaald, terwijl zij volgens de nota's slechts € 1.776,07 verschuldigd was. Dit leidde de kantonrechter tot de conclusie dat de gedaagde ruimschoots aan haar verplichtingen had voldaan.
De kantonrechter heeft de vorderingen van Direct Pay Services afgewezen en de eiseres veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil zijn begroot omdat de gedaagde in persoon procedeerde. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van partijen in het aanleveren van relevante informatie.