Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 197 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een werkstraf voor de duur van 180 uur, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een geldboete van € 450,-, subsidiair 9 dagen hechtenis, als afroomboete.
4..Waardering van het bewijs
De officier van justitie acht niet bewezen dat de verdachte wist of moest vermoeden dat de auto gestolen was.
,op 2 november 2017 te 's-Gravenhage
titie aangewezen voorwerpen die zodanig op een wapen gelijken dat die voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk twee nabootsingen van een vuurwapen, te weten
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vordering benadeelde partij
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 73 (drieënzeventig) dagen;
taakstraf voor de duur van 50 (vijftig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
25 (vijfentwintig) dagen;
[naam slachtoffer], te betalen een bedrag van
€ 1.300,- (zegge: éénduizend driehonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.300,-(hoofdsom,
zegge: éénduizend driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
23 (drieëntwintig) dagen;