Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
Dit betekent dat alleen vonnis zal worden gewezen tegen de bewindvoerder.
€ 500,- ingelopen. De laatste aflossing op de achterstand heeft plaatsgevonden op 1 april 2020. Verder heeft [eiser] aangevoerd dat in het verleden ook problemen zijn geweest met het (tijdig) betalen van de huur en de verwachtingen voor de toekomst ook niet positief zijn omdat [naam persoon A] de uitoefening van het bewind bemoeilijkt. Ook is volgens [eiser] meerdere keren geprobeerd in overleg te treden om een betalingsregeling te treffen, maar is dat niet gelukt. Ook de bewindvoerder heeft aangegeven dat het moeilijk is om het geld van [naam persoon A] te beheren en dat hij zijn salaris op de leefgeldrekening laat storten in plaats van op de beheerrekening, waardoor het voor de bewindvoerder onmogelijk is om zijn vaste lasten te betalen. De bewindvoerder heeft geen omstandigheden gesteld over de privé situatie van [naam persoon A] en deze zijn ook niet gebleken, die tot de conclusie zouden moeten leiden dat zijn belang bij behoud van het gehuurde zwaarder weegt dan het belang van [eiser] bij de gevorderde ontbinding en ontruiming. De gevorderde ontbinding en de daarmee samenhangende ontruiming van het gehuurde worden dan ook toegewezen.