ECLI:NL:RBROT:2020:10933

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 november 2020
Publicatiedatum
1 december 2020
Zaaknummer
10/701028-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld van een mobiele telefoon via Marktplaats

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 november 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal met geweld van een mobiele telefoon. De verdachte bood zijn iPhone XR te koop aan via Marktplaats onder een valse naam en maakte een afspraak met het slachtoffer om de telefoon te verkopen. Na de transactie, waarbij het slachtoffer 350 euro betaalde, heeft de verdachte de telefoon met geweld uit de handen van het slachtoffer gegrist en is hij gevlucht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de telefoon aan het slachtoffer had geleverd, waardoor deze eigendom van het slachtoffer werd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de telefoon wederrechtelijk heeft weggenomen, wat resulteerde in een bewezenverklaring van de diefstal met geweld. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 202 dagen geëist, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, en de rechtbank volgde deze eis. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 202 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werd bepaald dat de in beslag genomen telefoon aan het slachtoffer moest worden teruggegeven en het geldbedrag van 350 euro aan de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/701028-19
Datum uitspraak: 30 november 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.T.E. Vis, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 november 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort gezegd wordt de verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal met geweld van een telefoon (iPhone XR) die aan de aangever [naam slachtoffer] (hierna: de aangever) toebehoorde.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 202 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden de voorwaarden die zijn opgenomen in het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis d.d. 17 maart 2020, met uitzondering van het contactverbod met de aangever;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe primair aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is om te kunnen concluderen dat de verdachte de dader van de diefstal met geweld is geweest. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat op grond van de stukken in het dossier niet blijkt dat op het moment dat de telefoon werd weggenomen deze reeds aan de aangever toebehoorde. Daarmee kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat er sprake was van opzet op wederrechtelijk wegnemen.
4.1.2.
Beoordeling
Het verweer dat de verdachte niet als dader van de diefstal met geweld kan worden aangemerkt, vindt naar het oordeel van de rechtbank zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen, zodat daar niet expliciet op zal worden ingegaan.
De rechtbank volgt de verdediging daarnaast niet in het standpunt dat het opzet op wederrechtelijk wegnemen ontbreekt.
Op 7 december 2019 heeft de aangever via Marktplaats een bod uitgebracht op een iPhone XR en heeft hij met de verdachte een afspraak gemaakt om de telefoon op te halen. Bij de ontmoeting op de hoek van de Molièreweg en de Dumasstraat te Rotterdam heeft de aangever aan de verdachte een bedrag van 350 euro betaald en heeft de verdachte de iPhone aan de aangever overhandigd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte hiermee de telefoon aan de aangever geleverd en is de telefoon eigendom van de aangever geworden. Dat de verdachte na betaling van de koopsom en levering van de telefoon nog een keer wilde kijken of de telefoon goed was uitgelogd, maakt – anders dan de verdediging heeft bepleit – niet dat de telefoon daarmee aan een ander dan de aangever is blijven toebehoren. Door vervolgens met geweld de telefoon van de aangever af te nemen, is er sprake van opzet op wederrechtelijk wegnemen.
De verweren worden verworpen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 7 december 2019 te Rotterdam op de openbare weg, te weten de Moliereweg en/of Dumasstraat, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefooniPhone XR, toebehorende aan [naam slachtoffer] , welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen genoemde [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld bestond uit het met kracht
- met zijn, verdachtes, hand tegen het hoofd duwen en naar beneden duwen van het hoofd van die [naam slachtoffer] en
- uit de handen van die [naam slachtoffer] rukken van genoemde mobiele telefoon.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een straatroof. De verdachte heeft via een Marktplaats-account onder een andere naam zijn mobiele telefoon van het merk iPhone XR te koop aangeboden en een afspraak met het slachtoffer gemaakt. Nadat de verdachte zijn mobiele telefoon aan het slachtoffer had overhandigd en het slachtoffer het geld aan de verdachte had betaald, heeft de verdachte de mobiele telefoon met geweld uit de handen van het slachtoffer gegrist en is hij er vandoor gegaan. Straatroven zijn misdrijven waarvan de impact op slachtoffers groot is en daarnaast draagt een dergelijk feit in het algemeen bij aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Ook schaadt het het vertrouwen dat mensen in de (ver)koop via een site als Marktplaats hebben.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 oktober 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.2.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 9 maart 2020. Uit het rapport blijkt dat er bij de verdachte geen sprake is van een delictpatroon aangaande soortgelijke feiten. De verdachte beschikt over een positief sociaal netwerk, wil zijn schulden met behulp van schuldhulpverlening oplossen en is, ondanks zijn arbeidsongeschiktheid, gemotiveerd om aan werk te komen. De reclassering kan geen inschatting maken van het risico op recidive. Zij adviseert om aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. De reclassering adviseert daarbij de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
7.3.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 202 dagen waarvan 100 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, zoals door de officier van justitie is geëist, passend en geboden. Het voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan de reclassering heeft geadviseerd en de officier van justitie heeft geëist, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan het voorwaardelijke strafdeel bijzondere voorwaarden te koppelen.

8..In beslag genomen voorwerpen

Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon iPhone XR, met doorzichtig hoesje met goudkleurige rand, zal een last worden gegeven tot teruggave aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt, te weten aangever [naam slachtoffer] .
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag van 350 euro zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 202 (tweehonderdentwee) dagen;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
100 (honderd) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast teruggave aan de verdachte van:
Geld: 350 euro, ibg [beslagnummer 1] ;
- gelast terugggave aan de rechthebbende, de heer [naam slachtoffer] , van:
telefoontoestel, kleur: wit
Apple i-Phone XR
doorzichtig hoesje met gouden rand, [beslagnummer 2] ;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en T.M. Riemens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Eekhout en J. Spanner, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 november 2020.
De jongste rechter en griffier J. Spanner zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 07 december 2019 te Rotterdam op de openbare weg, te weten de Moliereweg en/of Dumasstraat, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (iPhone XR), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (met kracht)
- met zijn, verdachtes, hand tegen het hoofd duwen en/of naar beneden duwen van het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of
- uit de handen van die [naam slachtoffer] rukken van genoemde mobiele telefoon;