Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De vordering en het verweer
- Huurachterstand tot 1 juni 2020 € 3.451,20
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 22 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting HW Wonen en een gedaagde die in persoon procedeerde. HW Wonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst wegens huurachterstand. De gedaagde had een huurachterstand van € 6.902,40, wat leidde tot de vordering van HW Wonen om de huurovereenkomst te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar betwistte de hoogte ervan, stellende dat zij in oktober 2019 tweemaal huur had betaald. De kantonrechter oordeelde dat, ongeacht de betwisting van de hoogte van de huurachterstand, de achterstand zo aanzienlijk was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter wees de vordering van HW Wonen toe en stelde een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.