3.1[eiseres] vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Asito te veroordelen tot:
betaling aan [eiseres] van haar loon van € 569,02 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf 26 augustus 2019 tot aan de dag waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
verstrekking aan [eiseres] van loonspecificaties vanaf 26 augustus 2019, waarin de betaling van het onder 1 gevorderde is verwerkt, op straffe van een dwangsom van
€ 100,00 per dag voor elke dag dat Asito, na vijf dagen na het wijzen van vonnis, niet aan het vonnis voldoet, met een maximum van € 10.000,00;
3. restitutie aan [eiseres] van € 302,50 aan consultkosten van de bedrijfsarts, die op haar salaris zijn ingehouden;
4. betaling aan [eiseres] van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% over het aan haar toekomende loon, wegens vertraging;
5. betaling aan [eiseres] van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel;
6. betaling van de wettelijke rente over de onder 1, 2, 3, 4 en 5 genoemde bedragen, vanaf het opeisbaar worden daarvan tot aan de dag van algehele voldoening.