Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 29 juli 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
“huur sep 2018 van [adres 2] ”en
“huur novenber 2018 van grotevisserijstraat 76b1 te rotterdam”. Tevens heeft [gedaagde] aangevoerd dat de laatste betaling de gebruikersvergoeding voor de maand oktober betreft maar dat per abuis de maand november is vermeld. De vordering bedraagt aldus niet meer dan € 650,00. Voorts heeft [gedaagde] , onderbouwd met een e-mailbericht van 5 februari 2019, aangevoerd dat voormeld bankafschrift is verstrekt aan de gemachtigde van [eisers] en dat aangeboden is om de overgebleven maand te betalen, maar dat hierop niet is ingegaan.