Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 3 oktober 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in een incassovordering van Ediat B.V. tegen een gedaagde die in persoon procedeerde. Ediat vorderde betaling van € 182,12 aan hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente, voortvloeiend uit een overeenkomst van opdracht voor het plaatsen van een advertentie. De gedaagde had de overeenkomst opgezegd vanwege een blessure, maar Ediat weigerde deze annulering te accepteren en plaatste de advertentie toch. De gedaagde betwistte de vordering en concludeerde tot afwijzing ervan.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de overeenkomst rechtsgeldig had opgezegd, zoals blijkt uit haar e-mail van 15 juni 2018. De kantonrechter stelde vast dat Ediat niet had mogen concluderen dat de gedaagde de overeenkomst opnieuw wilde voortzetten, aangezien de annulering tijdig was doorgegeven en de deadline voor het aanleveren van het advertentiemateriaal nog niet was verstreken. De rechter wees de vordering van Ediat af en veroordeelde Ediat in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld, omdat de gedaagde de procesvoering in eigen hand had gehouden.
De uitspraak benadrukt de rechten van de opdrachtgever om een overeenkomst van opdracht te annuleren en de verplichtingen van de opdrachtnemer om deze annulering te respecteren, vooral wanneer de opdrachtgever tijdig en duidelijk communiceert over de annulering.