In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster, eigenaar van een appartement, en de Vereniging van Eigenaars (VvE) Bergsingel Woningen. De verzoekster heeft een verzoek ingediend tot vernietiging van een besluit van de VvE, dat haar verplichtte medewerking te verlenen aan onderhoudswerkzaamheden aan een gemeenschappelijk systeem in haar appartement. De VvE heeft op haar beurt een tegenverzoek ingediend voor vervangende machtiging om de werkzaamheden uit te voeren, omdat de verzoekster weigerde toegang te verlenen tot haar woning.
De procedure begon met een verzoekschrift van de verzoekster, waarin zij aanvoerde dat het besluit van de VvE niet rechtsgeldig was genomen en dat zij niet kon controleren of haar belangen voldoende waren gewaarborgd. De VvE voerde aan dat de verzoekster in strijd handelde met de splitsingsakte en dat de werkzaamheden noodzakelijk waren voor het onderhoud van het gemeenschappelijke CLV-systeem. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 november 2019, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten.
De kantonrechter oordeelde dat de VvE recht had op vervangende machtiging, omdat de verzoekster zonder redelijke grond haar medewerking weigerde. De rechter wees het verzoek van de verzoekster tot vernietiging van het besluit af en verleende de VvE toestemming om met behulp van de sterke arm toegang te verkrijgen tot de woning van de verzoekster voor de noodzakelijke werkzaamheden. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de verzoekster in gebreke zou blijven. De verzoekster werd veroordeeld in de proceskosten van de VvE.