Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] , en
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 27 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 14 januari 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van [eiser 1] en [eiser 2] , met aanvullende producties;
- de aantekeningen van de griffier van de op 6 februari 2020 gehouden mondelinge behandeling.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
- € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien
dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
en indien [eiser 1] en [eiser 2] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig hieraan hebben voldaan, begroot op:
- € 120,00 aan nasalaris en indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over al deze bedragen ingaande de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.