In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Grouwels Exploitatie B.V. en een gedaagde huurder. Grouwels vorderde de ontruiming van de woning van de gedaagde, die sinds 1 november 2000 de woning huurde, vanwege ernstige en structurele overlast die hij en zijn bezoekers veroorzaakten. De gedaagde had jarenlang onder bewind gestaan, maar dit was per 15 september 2020 opgeheven. Grouwels had de gedaagde herhaaldelijk gesommeerd om zijn overlast veroorzakend gedrag te stoppen, maar zonder resultaat. De VvE had ook diverse boetes opgelegd en de gemeente had een gedragsaanwijzing opgelegd wegens ernstige woonoverlast. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 november 2020 werd de gedaagde bijgestaan door een gemachtigde en was hij fysiek aanwezig in de rechtbank. De kantonrechter oordeelde dat Grouwels een spoedeisend belang had bij de gevorderde ontruiming, gezien de jarenlange overlast en het risico dat de woning verder beschadigd zou raken. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder en dat de ontruiming gerechtvaardigd was. De gedaagde werd veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen en de proceskosten te betalen. De kantonrechter wees de gevorderde dwangsom af, maar veroordeelde de gedaagde wel tot betaling van de proceskosten binnen veertien dagen na betekening van het vonnis.