Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
handelend onder de naam [handelsnaam],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eenmanszaak, handelend onder de naam van eiseres, en de besloten vennootschap TransVille ABMS B.V. Eiseres vorderde betaling van € 2.057,00 voor gewerkte uren die zij had verricht in opdracht van TransVille voor het Stedelijk Museum Schiedam. De partijen waren overeengekomen dat eiseres een uurtarief van € 100,00 exclusief btw zou ontvangen. Eiseres had in totaal 47 uur gewerkt, waarvan TransVille slechts 30 uur had betaald. Eiseres had de resterende 17 uur gefactureerd, maar TransVille had deze factuur niet betaald.
De procedure begon met een dagvaarding op 30 juli 2020, waarna een mondelinge behandeling plaatsvond op 16 oktober 2020. TransVille betwistte de vordering en stelde dat er geen contractuele relatie bestond, omdat eiseres direct met het Stedelijk Museum had moeten samenwerken. De kantonrechter oordeelde echter dat er wel degelijk een overeenkomst van opdracht was ontstaan tussen eiseres en TransVille, ondanks dat deze niet schriftelijk was vastgelegd.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres tot betaling van de hoofdsom van € 2.057,00 toegewezen, evenals de wettelijke handelsrente vanaf de verzuimdatum en de buitengerechtelijke incassokosten van € 308,55. TransVille werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.