ECLI:NL:RBROT:2020:10792

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 november 2020
Publicatiedatum
26 november 2020
Zaaknummer
8387424_20112020
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. E. van Schouten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na diefstal van motorfiets en de afwijzing door verzekeraar op basis van onvoldoende bewijs

In deze zaak vordert eiser, [eiser], schadevergoeding van Allianz Benelux N.V. naar aanleiding van de diefstal van zijn motorfiets, een BMW Tour S 1000 R, die op 15 juli 2019 zou hebben plaatsgevonden. Eiser had een motorrijtuigverzekering afgesloten bij Allianz, die dekking biedt voor diefstal. Eiser stelt dat hij op de dag van de diefstal zijn motorfiets had geparkeerd voor zijn woning, beveiligd met verschillende sloten, en dat hij bij terugkomst van zijn werk om 18:00 uur ontdekte dat de motorfiets was gestolen. Allianz heeft de claim van eiser betwist en een onderzoek laten uitvoeren door Dekra, waaruit bleek dat er twijfels bestonden over de toedracht van de diefstal. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd en er zijn geen getuigen die de diefstal hebben waargenomen. De kantonrechter oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de diefstal heeft plaatsgevonden, en wijst de vordering af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van Allianz.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8387424 CV EXPL 20-8417
uitspraak: 20 november 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
gemachtigde: mr. E.M. Horssius,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands (Belgisch) recht
Allianz Benelux N.V.,
gevestigd te Brussel (België) en kantoorhoudende te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. G.C. Endedijk.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser] ” en “Allianz”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 21 februari 2020;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van repliek, met productie 1;
  • de conclusie van dupliek, met productie 9 tot en met 12;
  • de akte uitlaten van [eiser] .
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[eiser] heeft in 2017 de motorfiets met kenteken [kentekennummer] , een BMW Tour S 1000 R van bouwjaar 2017 (hierna: de motor) met accessoires gekocht.
2.2
Op 14 november 2017 heeft [eiser] voor de motor een motorrijtuigverzekering afgesloten bij Allianz, met dekking voor aansprakelijkheid en volledig casco.
2.3
Op 15 juli 2019 heeft [eiser] telefonisch aangifte gedaan bij de politie van diefstal van de motor. In het proces-verbaal van aangifte wordt - verkort weergegeven - het volgende vermeld:
“(…)
Feit : Diefstal Motor
Plaats delict : [plaats delict] , 3086 RE Rotterdam (bij de ingang) Pleegdatum/tijd : Tussen maandag 15 juli 2019 om 06:45 uur en maandag
15 juli 2019 om 18:00 uur
(…)
Ik ben eigenaar van een motorfiets van het merk BMW, type S 1000 R, carbon met wit van kleur, voorzien van kenteken [kentekennummer] .
Op maandag 15 juli 2019 omstreeks 06:45 uur heb ik de motorfiets geparkeerd aan de [plaats delict] ter hoogte van huisnummer [huisnummer] te Rotterdam op de openbare weg. De motorfiets stond geparkeerd op het trottoir, naast de ingang van het appartementencomplex met het voorwiel tegen het groene vlak bij de brievenbussen, met de achter naar de straat gericht en met de linkerzijde tegen de coniferen. De motorfiets stond onder plastic en een net. Het net ligt er nog.
Ik heb de motorfiets afgesloten door middel van een goedgekeurde (art 4) kettingslot door het achterwiel en om de buddy, het stuurslot en een goedgekeurd (art 4) schijfremslot om het voorwiel en ik heb gecontroleerd dat de
motorfiets was afgesloten. Anders willen de sleutels er niet uit.
Toen ik op maandag 15 juli 2019 omstreeks 18:00 uur van het werk thuis kwam en keek naar de plek waar de motorfiets geparkeerd stond, zag ik dat deze door onbekende(n) was weggenomen.
Ik heb geen sporen ontdekt die te maken kunnen hebben met de diefstal van de motorfiets.
(…)
Ik heb mijn buren ingelicht. Zij hebben niets van deze diefstal gemerkt.
(…)
De motorfiets is voorzien van een aantal bijzonderheden:
(…)
Voorzien van alarm : ja, klasse 3: alarm met hellingdetectie (…)
Kilometerstand : onbekend (…)
Heeft u alle sleutels nog : ja, twee originele sleutels van de motor, twee originele sleutels van het kettingslot en één originele sleutel van het schijfremslot (ooit één originele sleutel in een put gevallen)
Extra beveiligingsmaatregelen : nee
Overige bijzonderheden : voorzien van zijkoffers, een topkoffer en een tanktas, bijna helemaal van carbon
Goederen in de motorfiets :
-
telefoonhouder
-
lederen motorpak, van het merk Alpinstars, kleur zwart
-
onder-pak van het merk Alpinstars, kleur zwart
-
motorlaarzen, van het merk Alpinstars, kleur zwart, maat 39
-
motorhelm, integraal, merk Shoei Xspirit 3, zwart/blauw/rood van kleur, mt S
-
motorhandschoenen, van het merk Alpinstars, kleur zwart, maat S
-
bandenset
-
harde schijf, van het merk WD type my passport
-
twee actie camera's van go pro
-
gimbals Ml rider
-
diverse mount attributen (accessoires voor de go pro)
(…)
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. (…).”
2.4
Ook heeft [eiser] op 15 juli 2019 Allianz telefonisch op de hoogte gesteld van diefstal van zijn motor. Op 20 of 22 juli 2019 is een “Vragenformulier Diefstal Motorfiets” ingevuld, waarop - verkort weergegeven - het volgende wordt vermeld:
“(…)
Datum diefstal: 15 juli 2019
Tijdstip diefstal: tussen 06.45 & 18.00
Ontdekking van de diefstal: 15 juli 2019 18.00
Door wie werd de diefstal vastgesteld: de heer [eiser]
Waar stond de motor geparkeerd: voor het huisadres
Waar bevond u zich ten tijde van de diefstal: werk
Sleutel in, op of bij de motor? nee
(…)
Voertuig vast aan een object bijvoorbeeld boom, hek, lantaarnpaal, o.i.d.: nee
Zijn er braaksporen aangetroffen (slijpsporen/sleepsporen/doorgeknipt slot) nee
(…)
Overige accessoires: zie aangifte
(…)
Kilometerstand: onbekend
(…)
Was de motor voorzien van een alarmsysteem: ja, klasse 3
(…)
Welke sloten waren bevestigd?Stuurslot/ schijfremslot / kettingslot(…).”
2.5
Allianz heeft DEKRA Claims and Expertise B.V. (hierna: Dekra) op 10 september 2019 opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de diefstalmelding. Naar aanleiding hiervan heeft Dekra op 14 oktober 2019 - verkort weergegeven - het volgende aan Allianz gerapporteerd, onder overlegging van bijlagen, waaronder een op schrift gestelde verklaring van [eiser] , door hem ondertekend:
“(…)
Wij spraken op 17 september 2019 met de heer [eiser] (…), wonende [adres] (…) Rotterdam. Hij legitimeerde zich met een geldig rijbewijs en legde een schriftelijke verklaring af die hij na deze te hebben doorgelezen, ondertekende. Deze verklaring voegen wij hierbij (bijlage 1). Enkele, naar onze mening, belangrijke punten uit deze verklaring zijn, de volgende;
‘De onderhavige motor, BMW Tour S 1000 R, [kentekennummer] , is mijn eigendom. (…) De km/stand bij de diefstal is mij niet bekend (in het geheel niet). (…)
Ik was van plan met deze motor op vakantie te gaan. Ik was van plan de dag van de diefstal te gaan vertrekken. Ik had daarvoor niets geboekt of vastgelegd. Ik zou een rit gaan maken via Duitsland / Alpen naar Italië. Ik zou in Italië een vriendin ontmoeten. De reis is niet doorgegaan.
Ik wilde met een auto en een trailer / oplegger achter de personenauto op reis gaan.
Ik heb zelf een BMW M3. Ik zou voor de reis een BMW 1 serie lenen met een trekhaak. Deze zou ik lenen van [voornaam persoon] (ik weet zijn achternaam niet). Ik ga eerst met hem overleggen of ik zijn gegevens aan u mag verstrekken. Ik zou ook van die [voornaam persoon] een trailer lenen. Dit zou een trailer zijn waarop één motor zou kunnen staan.
Ik had die trailer en/of die auto niet vaker geleend. Ik ga aan [voornaam persoon] vragen of u bij hem navraag mag doen.
Ik had voor de reis niet iets (geen onderkomen of accommodatie) geboekt.
Uit ervaring weet ik dat er zat accommodaties zijn onderweg om te overnachten.
Ik was van plan om een grote afstand te overleggen met de auto - trailer en dan op locatie de motor te pakken (daarmee te rijden). Ik zou alleen gaan.
Ik had de BMW en de trailer nog niet opgehaald. Ik zou die de dag van de diefstal ophalen.
Mijn motor staat altijd hier voor de flat, bij de portiek.
Ik had een grondanker (BMW) in een tegel aangebracht. Onder de tegel had ik cement / beton aangebracht, ter versteviging. Ik heb u net gewezen waar dit was. Dit grondanker is met de motor weggenomen.
Ter beveiliging op de motor had ik het volgende gedaan;

Kettingslot met grond anker. Ik heb van dat kettingslot (geen ART 4) geen sleutels overlegd. Ik moet deze sleutels nog ergens hebben. Ik kan deze opzoeken en e.v.t. toezenden, [niet ontvangen!]

SXP kettingslot ART 4 (door achter wiel en over buddy). Dat is het slot van de duplicaat nota. Ik heb daarvan twee SXP sleutels overlegd.

Ik had ook een remschijfslot aangebracht. Dit was een Abus (ART 4) remschijfslot, kleur geel. Ik had dit slot bij MR Motoren gekocht. Ik heb daarvan een bon overlegd. Ik ben daarvan één sleutel kwijtgeraakt (een keer in de put gevallen). Ik heb daarvan één sleutel overlegd. Ik heb daarvan geen sleutel bijbesteld.

Van de motor had ik twee sleutels overlegd (een metalen en een kunststof). Deze twee sleutels kreeg ik bij de motor. Er is ooit een sleutel bijgemaakt van de motor. Ik heb mijn sleutel daar ingeleverd omdat het BMW logo er af was gegaan. Ik ben nooit sleutels verloren. U mag de sleutels laten onderzoeken.

Op de motor zit ook een origineel BMW alarm. Bij MR Motoren was een extra plaat (ter versteviging) aangebracht voor dit alarm. Het alarm certificaat heb ik toegezonden.
U vraagt mij nu of alle goederen / spullen en kleding e.d. op mijn motor aanwezig was. Dit klopt. Ik wilde die dag op vakantie gaan met de motor.
Alle spullen /goederen die ik nu kwijt ben / die mede gestolen zijn, passen in de tassen op de motor. Qua volume kan ik deze spullen kwijt in deze tassen. Dit betreffen een tanktas / twee zijtassen en tailtas achterop.
Mijn motorpak had ik over mijn fiets heen gelegd. Ik had daarover een afdek zeil gelegd. Dat zeil is ook weggenomen.
Wel ligt op de plaats van de diefstal nog een net. Dit had ik ook over mijn motor heen.
Op 15 juli 2019 omstreeks 06.45 uur had ik de motor voor het laatst gezien.
Ik had de motor met alle spullen daarop / daarin achtergelaten.
Ik had die dag gewerkt. Ik was van plan die dag tot c.a. 14.30 uur te gaan werken.
Er ging daar wat mis met een shutdown (de deadlines werden niet gehaald).
Ik moest daar langer blijven om de klus te klaren. Ik was met mijn eigen auto naar dat werk gegaan.
Ik zou [voornaam persoon] contacten als ik klaar was met het werk. Ik heb hem gebeld die dag. Ik kan u datnietaantonen.
Ik ben met mijn eigen BMW (3 serie) naar huis gereden.
Ik had eigenlijk eerst naar of langs [voornaam persoon] willen gaan.
Dit kwam er niet van. Ik had hem wel gecontact dat ik later was.
Hier thuis ontdekte ik de diefstal van de motor. Dit was die dag rond 18.00 uur.
De plaats waar de motor gestaan had, was leeg. Er lag alleen nog een net. Ook het anker was weg.
U vraagt mij waarom ik alle spullen / goederen daar al op / in had aangebracht maar dit was omdat ik zo meteen weg kon. ‘Ik wilde meteen weg kunnen’.
U vraagt waarom het niet logischer/ veiliger is om alles binnen in de woning te bewaren maar dit heb ik niet gedaan. ‘Ik weet dat het binnen mogelijk veiliger was’.
Ik heb wel vaker de tassen e.d. aan de motor hangen en daar spullen in zitten.
U vraagt mij waarom ik alles zo had achtergelaten. ‘Dit was dus om de reden om snel weg te kunnen.’
Alle goederen zoals opgegeven zijn met de motor weggenomen.
(…)
Ik stuur u nog een foto van mijn motor met de / alle motortassen [niet ontvangen!].
U mag navraag doen in de buurt.
Waar het grondanker in de tegel gezeten heeft, heb ik nu veranderd. Ik heb daar een nieuwe tegel aangebracht om geen gezeur te krijgen met de VvE. Er was daar een gat/geen tegel.
(…)
Ik breng u nog in contact met [voornaam persoon] .
Mijn helm zat voor de diefstal aan mijn handgreep, bij spiegel.
Deze zat los om de handgreep aan de linkerzijde. ’
3.ONDERZOEK TER PLAATSE
Volgens opgave heeft de weggenomen motor geparkeerd gestaan op het trottoir voor de portiek waar verzekerde woonachtig is. (…)
Verzekerde gaf op dat de motor met een ketting om een muur / grondanker bevestigd geweest was. Wij wezen verzekerde er op dat wij geen grondanker (meer) zagen. Hij gaf ons daarna aan dat dit grondanker met de motor gestolen was...
Van de plaats van de diefstal maakten wij enkele foto’s (bijlage 2). (….).
Navraag in de diefstal omgeving leverde geen resultaat op. Geen van de personen die wij spraken was bekend met deze motor / diefstal.
(…)
5.VERKLARING VAN GETUIGE
Wij spraken telefonisch met de door verzekerde opgegeven getuige, de heer [naam persoon] uit Almere (…). Hij verklaarde aan ons, in woorden van gelijke strekking, het volgende.
‘Dat hij een kennis was van de heer [eiser] . Dat hij in het bezit was van een BMW 1-serie (met trekhaak) en een aanhangwagen voor het vervoeren van (1) motor. Deze goederen had hijnietuitgeleend aan de heer [eiser] . Dit was ooknieteerder gevraagd of ter sprake gekomen. Hij gaf op pas na de diefstal door [eiser] geïnformeerd te zijn. Hij wenste verder ook niet mee te werken aan de praktijken van [eiser] .’
(…)
6.SLOTOPMERKINGEN
• Volgens opgave is de motor voor de woning van verzekerde weggenomen. Dit samen met zijn complete motor-uitrusting en enkele G-pro camera's.
• Verzekerde geeft over de diefstal een naar onze mening onwaarachtig verhaal op. Wij vinden het uiterst merkwaardig dat verzekerde zijn motor, met alle spullen daarop en daarin ‘alvast buiten klaarzet’, om pas uren daarna weg te gaan.
• De door verzekerde opgegeven getuige wenst geen medewerking te verleden. Deze
getuige geeft ons op pas later (na de opgegeven diefstal) door verzekerde geïnformeerd te zijn.
• Wij hebben ernstige twijfels omtrent het door verzekerde beweerde evenement. (…)”
2.6
Bij brief van 15 november 2019 heeft Allianz - verkort weergegeven - aan [eiser] te kennen gegeven dat zij, gelet op de rapportage van Dekra, haar vraagtekens heeft bij de door [eiser] ingediende claim. [eiser] is de mogelijkheid gegeven om een inhoudelijke reactie te geven op een aantal opvallende zaken in de rapportage, waaronder:
  • de omstandigheid dat de motor de hele dag buiten heeft gestaan bepakt met accessoires, kleding en helm, terwijl hij niet op de motor maar met de auto naar zijn vakantiebestemming zou rijden;
  • de omstandigheid dat niemand in de buurt bekend is met de motor/diefstal, terwijl het wegnemen van de motor, met grondanker en tegel met beton eronder, een behoorlijke klus moet zijn geweest, en dit op klaarlichte dag zou zijn gebeurd, op een locatie direct gelegen aan een weg;
  • de omstandigheid dat de vriend van wie [eiser] de auto met trailer zou lenen geen weet had van die afspraak, dat [eiser] hem pas nadien heeft geïnformeerd, en dat hij heeft aangegeven niet te willen meewerken aan de praktijken van [eiser] .
Daarbij is door Allianz aan [eiser] meegedeeld dat nadere maatregelen overwogen worden als een reactie uitblijft of onvoldoende antwoorden worden gegeven.
2.7
Bij e-mailbericht van 5 december 2019 heeft [eiser] hierop gereageerd, alsmede verzocht om de volledige rapportage van de door Allianz ingeschakelde expert.
2.8
Bij e-mailbericht van 20 januari 2020 heeft Allianz de rapportage van Dekra aan [eiser] verstrekt en gelegenheid geboden nog te reageren, onder vermelding dat hij in zijn eerdere reactie niet is ingegaan op een aantal punten dat is opgevallen.
2.9
Bij e-mailbericht van 29 januari 2020 heeft de gemachtigde van [eiser] aan Allianz te kennen gegeven dat de motor recentelijk is opgespoord door de politie en dat Allianz, gelet op de schadedatum en het tijdsverloop, zal worden gedagvaard tot verhaal van schade. Als Allianz bereid is om de zaak minnelijk te regelen, moet zij met spoed contact opnemen.
2.1
In reactie hierop heeft Allianz bij e-mailbericht van 6 februari 2020 aan de gemachtigde van [eiser] te kennen gegeven dat het hem vrij staat om te dagvaarden, maar dat Allianz nog in de inventariserende fase zit en dat de schade nog niet is afgewezen. Meegedeeld is dat [eiser] uitgenodigd is om aanvullende informatie te verstrekken en dat Allianz deze informatie graag tegemoet ziet, zodat zijn claim verder inhoudelijk kan worden beoordeeld. Tevens is verzocht om nadere informatie over de opsporing van de motor en waar deze zich bij de politie bevindt, om onderzoek aan de motor te kunnen laten verrichten.

3..Het geschil

3.1
[eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Allianz te veroordelen aan hem te betalen € 25.000,00 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW over de hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Allianz in de proceskosten.
3.2
Aan zijn vordering legt [eiser] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat hij schade heeft geleden als gevolg van diefstal van zijn motor, dat dit schadevoorval onder de dekking valt van de verzekering die hij voor zijn motor heeft afgesloten bij Allianz, maar dat Allianz ten onrechte (nog) niet is overgegaan tot vergoeding van zijn schade, te weten het bedrag van € 25.000,- zijnde de nieuwwaarde van de motor plus accessoires, ondanks dat hij voldaan heeft aan alle op hem rustende verbintenissen uit de verzekeringsovereenkomst, preventiemaatregelen heeft genomen en normale voorzichtigheid in acht heeft genomen. Daarom vordert [eiser] veroordeling van Allianz tot betaling van het genoemde bedrag, op grond van nakoming van de verzekeringsovereenkomst.
3.3
Allianz betwist de vordering en concludeert - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - tot afwijzing daarvan, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiser] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
3.4
De stellingen van partijen worden, voor zover nodig, in het kader van de beoordeling van de vordering nader besproken.

4..De beoordeling

4.1
Vast staat dat [eiser] voor de onder 2.1 vermelde motor een motorrijtuigverzekering heeft afgesloten bij Allianz, met een uitgebreide dekking, namelijk volledig casco (All Risk). Een diefstal van een motor is daarom op zichzelf een verzekerd evenement, in die zin dat de diefstal, mits deze voldoende is aangetoond, onder de verzekering valt.
4.2
In deze zaak vordert [eiser] schadevergoeding door Allianz in verband met diefstal van zijn motor. Op degene die uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst als de onderhavige schadevergoeding ter zake van diefstal van zijn motor vordert, rust de bewijslast van zijn stelling dat de diefstal heeft plaatsgevonden, ingeval de verzekeraar die stelling gemotiveerd betwist, zoals Allianz doet in deze zaak. Bewijs van diefstal is ook in een dergelijk geval zeer wel mogelijk, te weten door bewijs te leveren van feiten en/of omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat de gestelde diefstal heeft plaatsgevonden. [1]
4.3
Onderkend wordt dat daarbij onder omstandigheden de enkele aangifte van diefstal in een door de politie opgemaakt proces-verbaal als voldoende bewijs kan worden aanvaard, [2] afhankelijk van hetgeen door de verzekerde aangaande de toedracht van de diefstal is gesteld en van hetgeen de verzekeraar daarover heeft aangevoerd.
4.4
In dit geval levert de enkele aangifte echter niet voldoende bewijs op van diefstal, mede gelet op de feiten en omstandigheden die naar boven zijn gekomen in het onderzoek dat Allianz heeft laten verrichten door Dekra naar aanleiding van de melding door [eiser] van diefstal van zijn motor. [eiser] heeft bij dit onderzoek namelijk op onderdelen tegenstrijdig verklaard ten opzichte van hetgeen hij in eerste instantie tegenover Allianz en bij zijn aangifte bij de politie heeft verklaard. Zo heeft [eiser] aanvankelijk niet verklaard dat de motor met een ketting vast zat aan een grondanker dat verbonden was aan een tegel met een betonnen voet, terwijl hij dat tegenover de onderzoeker van Dekra wel heeft verklaard. Aanvankelijk is ook verklaard dat geen braaksporen waren aangetroffen, terwijl later is verklaard dat de motor met voormeld grondanker, de tegel en al is weggenomen, wat toch een braakspoor oplevert, en dat [eiser] op het achtergebleven gat een tegel heeft gelegd. Dat niemand in de buurt bekend is met de motor en met de diefstal is op zichzelf mogelijk, maar kon redelijkerwijs wel tot nadere vragen van Allianz reden geven. Wat dat laatste betreft, is relevant dat het wegnemen van de met sloten beveiligde motor, tezamen met het met beton verzwaarde grondanker, een behoorlijke klus moet zijn geweest, die - gelet op het relaas van [eiser] - op klaarlichte dag, op een locatie direct gelegen aan de openbare weg, is uitgevoerd, zodat het vreemd is dat dit onopgemerkt is gebleven.
Daarnaast zijn door [eiser] bevreemding wekkende verklaringen afgelegd. Zo is het opvallend dat [eiser] in het geheel niet bekend is met de kilometerstand van zijn motor. Ook is zijn verklaring niet bevredigend over hoe het kan dat niet alleen zijn motor, maar ook tal van accessoires gestolen zijn, want wat bezielt iemand om dergelijke (kostbare) spullen gedurende een hele dag onbewaakt en slechts afgedekt met een hoes en net, achter te laten op een in Rotterdam langs de openbare weg, op het pad naar de voordeur van een portiekwoning, geparkeerde motor? Dat [eiser] dit zo heeft gedaan omdat hij diezelfde dag, na terugkomst van werk, wilde vertrekken naar Italië voor vakantie, zoals hij heeft verklaard, kan hiervoor geen afdoende verklaring zijn, nu [eiser] tevens heeft aangegeven dat hij naar Italië zou reizen met een geleende auto met aanhangwagen waarmee hij zijn motor zou vervoeren. Hiervan uitgaande is het niet nodig en ook niet voor de hand liggend geweest om de motor te beladen met allerlei spullen. De verklaring van [eiser] is temeer twijfelachtig, doordat degene van wie hij naar eigen zeggen de auto met aanhanger zou lenen, heeft ontkend dat zij met elkaar die afspraak hadden gemaakt. Deze persoon zegt dat [eiser] hierover ook nooit voor de diefstal met hem heeft gesproken. Tegen deze achtergrond heeft Allianz op goede gronden aan [eiser] gevraagd om meer informatie te verstrekken over hetgeen haar was opgevallen met betrekking tot de afgelegde verklaringen. Daaraan is niet, althans niet genoegzaam gevolg gegeven. [eiser] is daarentegen tot dagvaarden overgegaan.
4.5
Het door [eiser] gestelde dat Dekra onvoldoende deskundig en niet onafhankelijk/onpartijdig zou zijn, is door hem niet voldoende onderbouwd, en is weersproken door Allianz. Geconstateerd moet worden dat [eiser] op dit punt slechts slagen in de lucht doet. Op geen enkele wijze heeft [eiser] aannemelijk gemaakt waarom aan de waarde en juistheid van het rapport van Dekra zou moeten worden getwijfeld, zodat uitgegaan wordt van de juistheid van de inhoud van dit rapport. Het door de onderzoeker van Dekra opgemaakte verslag van het gesprek met [eiser] is ook door deze laatste ondertekend, wat afdoet aan het gestelde op dit punt.
4.6
Tijdens deze procedure is de motor door de politie aangetroffen in een loods, maar daaraan kan onder de gegeven omstandigheden zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet de conclusie worden verbonden dat sprake is geweest van diefstal, want het aantreffen op die locatie van de motor zegt weinig over hoe de motor daar is gekomen. Over het strafrechtelijk onderzoek is geen informatie verstrekt door [eiser] . Gesteld noch gebleken is dat [eiser] als benadeelde partij richting de in de loods aangehouden personen stappen heeft ondernomen om hen aan te spreken op de vermeende diefstal en om zijn schade te verhalen, laat staan dat hij Allianz de mogelijkheid heeft geboden om van die confrontatie (on)middellijk kennis te kunnen nemen.
4.7
In deze procedure zijn de geconstateerde tegenstijdigheden in de verklaringen van [eiser] niet verklaard en is voor zijn tegenstrijdige relaas ook geen uitleg gegeven, laat staan een in voldoende mate bevredigende uitleg, die de ontstane twijfel over de door hem gestelde toedracht heeft weggenomen. Daarentegen zijn wel nieuwe tegenstrijdigheden opgekomen. In de dagvaarding is namelijk, in tegenspraak met wat [eiser] tegenover de politie, Allianz en Dekra heeft verklaard, ook gesteld dat de motor gestald was in zijn eigen kelderbox althans dat deze zich bevond op eigen terrein van [eiser] , wat nieuw is ten opzichte van de eerdere verklaringen en feitelijk onjuist lijkt. In de conclusie van repliek is gesteld dat [eiser] het motoralarm (mogelijk) niet heeft horen afgaan vanwege de mate van isolatie van zijn woning en de aanwezigheid van omgevingsgeluid of bijvoorbeeld de mate van vermoeidheid van [eiser] tijdens de nachtrust, hetgeen impliceert dat hij tijdens de diefstal thuis zou zijn geweest en/of dat dit in de nacht zou zijn gebeurd, terwijl hij eerder heeft verklaard dat het overdag is gebeurd toen hij aan het werk was.
4.8
Gelet op het vorenstaande heeft [eiser] onvoldoende gesteld om tot bewijs te worden toegelaten. Bij deze stand van zaken heeft hij onvoldoende onderbouwd, zeker gelet op het gemotiveerde verweer, dat zich een verzekerd evenement heeft voorgedaan, op grond waarvan Allianz conform de verzekeringsovereenkomst tussen partijen gehouden zou zijn om tot schadevergoeding aan [eiser] over te gaan. Daarom wordt de vordering afgewezen.
4.9
[eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld, aan de zijde van Allianz vastgesteld op € 960,- aan salaris voor de gemachtigde, met rente.

5..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Allianz vastgesteld op € 960,- aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskostenveroordeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465

Voetnoten

1.Zie HR 28 oktober 1994, NJ 1995/141, ECLI:NL:HR:1994:ZC1507
2.Zie HR 11 april 2003, NJ 2004/568, ECLI:NL:HR:2003:AF7070