In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 november 2020 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 3 december 2020 en de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn bijgestaan door hun advocaat, mr. S. Meeuwsen, en een vertegenwoordigster van de GI was ook aanwezig. De ouders hebben echter bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, ondanks dat zij erkennen dat [voornaam minderjarige] baat heeft bij de hulpverlening.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door een complex gezinssysteem en meervoudige problematiek. [voornaam minderjarige] heeft een verstandelijke beperking en is gediagnostiseerd met ADHD en ASS. De ouders hebben ook een verstandelijke beperking en er zijn persoonlijke problemen die de situatie compliceren. Ondanks enige positieve ontwikkelingen in de afgelopen periode, zoals verbeterde communicatie binnen het gezin en de acceptatie van medicatie door [voornaam minderjarige], is de kinderrechter van mening dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van drie maanden, tot 3 maart 2021, en het verzoek om een langere verlenging af te wijzen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.