Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
ZANDVLINDER B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 26 mei 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, tevens houdende een vermindering van eis;
- de conclusie van dupliek, met één productie.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering, de grondslag en het verweer
4..De beoordeling van het geschil
e-mailbericht van [gedaagde] door Zandvlinder is ontvangen, is voor het voortduren van de betalingsregeling van belang of Zandvlinder [gedaagde] voor deze termijn uitstel van betaling heeft verleend. Dat is niet gebleken. [gedaagde] heeft weliswaar aangevoerd dat ‘ [naam] ’ er telefonisch mee heeft ingestemd dat [gedaagde] maandelijks € 50,- zou blijven betalen, maar aangezien door haar niet is onderbouwd wanneer deze toezegging is gedaan, dat deze toezegging zag op de maand mei 2020 en verder evenmin dat deze persoon bevoegd was akkoord te gaan met een wijziging van de betalingsregeling, kan niet worden vastgesteld dat (de incassogemachtigde van) Zandvlinder met uitstel van betaling heeft ingestemd. Zandvlinder heeft de betalingsregeling dan ook op goede gronden beëindigd, zodat [gedaagde] gehouden is tot betaling van het openstaande bedrag van € 2.734,75.