Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
STEDIN NETBEHEER B.V.,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 21 april 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering, de grondslag en het verweer
4..De beoordeling van het geschil
Stedin heeft na het overleggen van de betekende opzegging van de huurovereenkomst op het leveringsadres door [naam 1] c.s. en het huurcontract met [naam 3] , niet (langer) weersproken dat het leveringsadres door [gedaagde] tot 1 oktober 2018 is verhuurd aan [naam 1] c.s. en aansluitend aan [naam 3] en dat in de huurovereenkomsten is overeengekomen de huurder zorgt dient te dragen voor contract met een energieleverancier voor gas en elektriciteit. Gelet hierop kan [gedaagde] niet als afnemer worden aangemerkt. Nu daarmee evenmin kan worden vastgesteld dat [gedaagde] met de geleverde energie is verrijkt, zullen de gevorderde hoofdsom en de op basis daarvan gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen.
Aangezien [gedaagde] niet heeft onderbouwd dat zij aan Stedin voor de eerst dienende dag een kopie van de huurovereenkomst heeft verstrekt, en daarmee Stedin de mogelijkheid heeft ontnomen de procedure in te trekken teneinde een aanzienlijk deel van de proceskosten te voorkomen, wordt [gedaagde] veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van Stedin.