In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonkracht10 en een huurder. De eiseres, Woonkracht10, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde, omdat er op 25 maart 2020 in de woning 1,4 kilogram henneptoppen was aangetroffen. De gedaagde betwistte de aantallen en de omstandigheden waaronder de hennep was aangetroffen, en voerde aan dat hij de hennep voor eigen gebruik had en dat de ontbinding van de huurovereenkomst hem in ernstige problemen zou brengen, gezien zijn medische situatie.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door het in bezit hebben van een handelshoeveelheid hennep, wat in strijd is met de Opiumwet en de algemene huurvoorwaarden. De rechter weegt de belangen van de huurder tegen die van de verhuurder en concludeert dat de belangen van Woonkracht10 zwaarder wegen, gezien de noodzaak om criminele activiteiten in haar woningen te voorkomen. De rechter heeft de vordering van Woonkracht10 toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van huurvoorwaarden en de gevolgen van het overtreden van de Opiumwet in een huurcontext. De rechter heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld, wat gebruikelijk is in dergelijke zaken.