ECLI:NL:RBROT:2020:10746

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
KTN-8502881_29102020
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens hennep in gehuurde woning

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonkracht10 en een huurder. De eiseres, Woonkracht10, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde, omdat er op 25 maart 2020 in de woning 1,4 kilogram henneptoppen was aangetroffen. De gedaagde betwistte de aantallen en de omstandigheden waaronder de hennep was aangetroffen, en voerde aan dat hij de hennep voor eigen gebruik had en dat de ontbinding van de huurovereenkomst hem in ernstige problemen zou brengen, gezien zijn medische situatie.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door het in bezit hebben van een handelshoeveelheid hennep, wat in strijd is met de Opiumwet en de algemene huurvoorwaarden. De rechter weegt de belangen van de huurder tegen die van de verhuurder en concludeert dat de belangen van Woonkracht10 zwaarder wegen, gezien de noodzaak om criminele activiteiten in haar woningen te voorkomen. De rechter heeft de vordering van Woonkracht10 toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van huurvoorwaarden en de gevolgen van het overtreden van de Opiumwet in een huurcontext. De rechter heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld, wat gebruikelijk is in dergelijke zaken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 8502881 \ CV EXPL 20-2030
uitspraak: 29 oktober 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht
in de zaak van
de stichting
STICHTING WOONKRACHT10,
gevestigd te Zwijndrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M. Mesoudi.
Partijen worden hierna aangeduid als “Woonkracht10” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit het volgende:
  • het exploot van dagvaarding van 4 mei 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 16 juli 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 25 september 2020 overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven.
De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten:
[gedaagde] huurt van Woonkracht10 een woning gelegen aan het [adres] (hierna: het gehuurde). Op deze overeenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van Woonkracht10 (hierna: de algemene huurvoorwaarden) van toepassing.
In artikel 6.7. van de algemene huurvoorwaarden is het volgende opgenomen:
Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te (doen) kweken, drogen of knippen, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld, waaronder begrepen het opslaan of handelen in drugs.
3. In het Hennepinformatiebericht van Politie, Eenheid Rotterdam, Dienst Regionale Recherche Generieke Opsporing Hennep-Informatie-Punt van 2 april 2020 is het volgende opgenomen:
Datum van binnentreden:
25 maart 2020[…]
Aantal aangetroffen hennepplanten/ hoeveelheid hennep:
1,4 kilogram henneptoppen[…]
Korte beschrijving van de aangetroffen situatie;
In de woning werd op een droognet 1,4 kilogram henneptoppen aangetroffen.

3..De vordering, de grondslag en het verweer

3.1
Woonkracht10 heeft gevorderd om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de huurovereenkomst tussen partijen voor het gehuurde te ontbinden;
[gedaagde] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis, dan wel binnen een door de kantonrechter te bepalen termijn, het gehuurde te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van eiseres zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Woonkracht10 te stellen;
[gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris en de verschotten van de gemachtigde van Woonkracht10.
3.2
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Woonkracht10 aan haar eis het volgende ten grondslag gelegd. [gedaagde] is tekortgeschoten in zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst. Op 25 maart 2019 is door de politie een handelshoeveelheid van 1,4 kilogram henneptoppen in het gehuurde aangetroffen. [gedaagde] heeft daarmee gehandeld in strijd met de algemene huurvoorwaarden, nu hem op grond van het bepaalde in artikel 6.7 niet is toegestaan in het gehuurde hennep te drogen of andere handelingen te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn. Voorts heeft hij met de aanwezigheid van een handelshoeveelheid hennep in het gehuurde het gehuurde niet conform de in artikel 2 van de huurovereenkomst overeengekomen bestemming van woonruimte gebruikt, zodat hij ook via deze weg tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst.
3.3
[gedaagde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Hij heeft daartoe – voor zover van belang – het volgende aangevoerd. De in beslag genomen goederen heeft hij na het vissen gevonden in een vuilnisbak in het bosgebied bij Werkendam en mee naar huis genomen. Dit betroffen henneptoppen maar tevens wietafval en takken. Thuis heeft hij het afval en de henneptoppen proberen schoon te maken voor eigen gebruik en het maken van deeg als aas voor het vissen. De politie heeft bij het binnentreden de hennep inclusief afval en takken in beslag genomen. Wellicht is de politie uitgegaan van het bruto gewicht inclusief afval. Uit het Hennepinformatiebericht kan niet worden afgeleid of de 1,4 kg het netto dan wel het bruto gewicht betreft. Tevens is een jurk in beslag genomen, waarvan de politie ten onrechte ervan uitging dat dit een droognet betrof. Dit is later ook door de politie bevestigd. Van een hennepkwekerij of -drogerij in het gehuurde is geen sprake geweest. De woning is niet in strijd met de overeengekomen bestemming gebruikt. De aangetroffen henneptoppen waren voor privégebruik. Van overlast of gevaarzetting in het gehuurde is geen sprake geweest. Het verbod van artikel 6.7 van de algemene huurvoorwaarden is in strijd met een ieders recht op respect voor zijn privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM. Voorts dient de tekortkoming te worden afgezet tegen zijn woonbelang. Hij lijdt aan een zeldzame spierziekte en een auto immuunziekte. Hij heeft moeite met lopen en heeft een aangepaste woning (gelijkvloers). Vanwege zijn beperkingen is het onmogelijk om bij familie of anderen in te wonen. Vanwege zijn beperkingen is verpleging en verzorging aan huis noodzakelijk. De kans dat hij bij ontbinding en ontruiming op straat komt te staan en dakloos wordt is zeer groot en heeft voor hem psychisch ingrijpende gevolgen. Mede gelet op deze belangen dienen de gevorderde ontbinding en ontruiming te worden afgewezen.

4..De beoordeling van het geschil

4.1
Beoordeeld dient te worden of [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en of deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
4.2
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat sprake is geweest van een hennepkwekerij dan wel -drogerij in het gehuurde en dat ten behoeve daarvan attributen zijn aangetroffen. Omdat hij zich hierbij beroept op politieverslagen die zich niet in het dossier bevinden, kan op dit moment niet worden vastgesteld dat daarvan in het gehuurde daadwerkelijk sprake is geweest. Niet in geschil is echter dat op 25 maart 2019 henneptoppen in het gehuurde zijn aangetroffen. [gedaagde] heeft weliswaar betwist dat sprake is van een hoeveelheid van 1,4 kg, nu de politie de henneptoppen inclusief afval en takken in beslag heeft genomen en wellicht is uitgegaan van het bruto gewicht inclusief afval, maar uit het op ambtseed opgestelde proces-verbaal van politie volgt genoegzaam dat 1,4 kg aan henneptoppen is aangetroffen en in beslag is genomen. Dat dit een bruto gewicht zou betreffen blijkt uit niets en komt de kantonrechter in de gegeven omstandigheden ook niet aannemelijk voor. Gelet op de aantroffen hoeveelheid van 1,4 kg, onbetwist 280 keer de wettelijk toegestane hoeveelheid voor eigen gebruik en bijna 3 keer zoveel als de maximale handelsvoorraad van een coffeeshop, staat vast dat [gedaagde] een handelshoeveelheid henneptoppen in het gehuurde aanwezig heeft gehad en dus in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 3 sub c Opiumwet en daarmee ook met het bepaalde in artikel 6.7 van de algemene huurvoorwaarden. Deze tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
4.3
[gedaagde] heeft voorts een beroep gedaan op artikel 8 EVRM. Woonkracht10 heeft daarop terecht gesteld dat er geen rechtsregel bestaat die bepaalt dat algemene voorwaarden rechtstreeks aan artikel 8 EVRM kunnen worden getoetst. Voor zover bedoeld is dat artikel 6.7 van de algemene huurvoorwaarden, gelet op de grijze of zwarte lijst, onredelijk bezwarend zou zijn, gaat deze stelling niet op omdat een bepaling die strafbare feiten verbiedt niet als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt.
4.4
Ten aanzien van de door [gedaagde] gestelde persoonlijke omstandigheden – die door hem overigens maar deels of onvoldoende zijn onderbouwd – wegen, alle omstandigheden van het geval in ogenschouw nemende, naar het oordeel van de kantonrechter de gerechtvaardigde belangen van Woonkracht10 bij het voorkomen van criminele activiteiten in haar woningen, het voorkomen van berovingen en het voorkomen van (stank-) overlast voor omwonenden in de buurt zwaarder dan de belangen van [gedaagde] bij het behouden van zijn woning.
4.5
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de gevorderde ontbinding en ontruiming worden toegewezen. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis.
4.6
[gedaagde] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

5..De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst;
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Woonkracht10 zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Woonkracht10 te stellen;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Woonkracht10 vastgesteld op € 226,96 aan verschotten en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
590