Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 180 dagen met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer 1] en een locatieverbod voor diens woonadres, waarbij op iedere overtreding van deze maatregel twee weken jeugddetentie zal worden toegepast, met een proeftijd van drie jaar;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbenemende maatregel;
4..Waardering van het bewijs
toe-eigeningheeft weggenomen een laptop toebehorende aan [naam slachtoffer 1] ;
vanongeveer 385 euro en een mobiele telefoon merk/type
iPhone 11 en airpods toebehorende aan die [naam slachtoffer 1] , welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het meermalen, althans eenmaal,
na hetop slot draaien van een deur van een kelderberging de sleutel uit het slot halen van die deur en
5..Strafbaarheid feiten
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
mishandeling.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij
9..Vordering tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12..Beslissing
voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen,
90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugd/reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
€ 7.362,35 (zegge: zevenduizend driehonderdtweeënzestig euro en vijfendertig eurocent), bestaande uit € 2.362,35 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 600,00,aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 7.362,35 ( hoofdsom zegge: zevenduizend driehonderdtweeënzestig euro en vijfendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 uren subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 17 oktober 2018 in de zaak met parketnummer 10/077355-18.