Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding tevens houdende incidentele vordering, met 39 producties,
- de conclusie van antwoord in het incident, met 4 producties,
- het vonnis in het incident van 18 maart 2020,
- de conclusie van antwoord met producties 5 t/m 24,
- de oproep voor de mondelinge behandeling bij brief van 24 juni 2020,
- de aanvullende producties 40 t/m 43 van eiseres toegezonden bij brief van 27 juli 2020,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 11 augustus 2020,
- de schriftelijke reactie op het proces-verbaal van eiseres bij brief van 2 september 2020.
2..De feiten
3..Het geschil in de hoofdzaak
4..De beoordeling
“Eiseres wil graag meer gegevens over de rekening-courantschuld hebben. De hoogte van de rekening-courantschuld ad € 3.728.670 speelt geen rol in het debat tussen partijen. Daar heeft eiseres geen commentaar op”en
“Het was gebruikelijk dat erflater de volledige koopsom betaalde. Het klopt dat dit standpunt nieuw is voor gedaagde en het is begrijpelijk dat dit nader onderzoek vergt.”en alle opmerkingen van eiseres naar aanleiding van de in het proces-verbaal vermelde verklaring van gedaagde.
vier wekenbij akte daarop kunnen reageren en zich – zoveel als mogelijk geadstrueerd met bescheiden – dienen uit te laten over:
vier wekenbij akte daarop kunnen reageren.
5..De beslissing
16 december 2020voor het nemen van akten als vermeld in r.o. 4.63;