ECLI:NL:RBROT:2020:10673

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2020
Publicatiedatum
24 november 2020
Zaaknummer
10/811034-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige verdachte voor meerdere diefstallen met geweld en afpersing

Op 29 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2005, die werd beschuldigd van vier diefstallen met geweld, afpersing, en belediging van ambtenaren in functie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 60 dagen, waarvan 45 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is een leerstraf opgelegd, bestaande uit het leerproject Tools4U van 35 uren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing door een slachtoffer te dwingen geld af te geven onder bedreiging van geweld. Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van twee politieambtenaren tijdens hun rechtmatige uitoefening van hun functie. De rechtbank heeft de feiten als ernstig beoordeeld, vooral gezien de herhaling van geweldsdelicten en de impact op de slachtoffers. De verdachte heeft geen inzicht getoond in de ernst van zijn daden, wat de rechtbank zorgelijk acht. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de verdachte onder toezicht gesteld van de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met bijzondere voorwaarden zoals het naleven van een avondklok en deelname aan een persoonlijkheidsonderzoek.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/811034-20
Datum uitspraak: 29 oktober 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 2005,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] ( [postcode verdachte] ) te [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. M.P. Kloppenburg, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 15 oktober 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair (met uitzondering van het medeplegen), 2, 3, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 60 dagen met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf Tools4U verlengd Plus voor de duur van 35 uur, subsidiair 17 dagen vervangende jeugddetentie.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten 2 en 4 tot en met 8 - bewezenverklaring zonder nadere motivering
De onder 2 en 4 tot en met 8 ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Feit 1 primair - bewijswaardering
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde vrij te spreken omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat het geld met geweld of onder bedreiging van geweld door de aangever is afgegeven.
Beoordeling door de rechtbank
Op 3 juli 2020 heeft aangever [naam slachtoffer 1] aangifte gedaan van afpersing. Hij heeft in drie verhoren verklaard dat hij de verdachte bij de Surfplas in Vlaardingen tegenkwam en dat hij daar door de verdachte werd aangesproken. De vrienden van de verdachte bemoeiden zich niet met het gesprek, maar stonden wel in de buurt. De verdachte vroeg aan de aangever of het klopte dat hij rijk was en zei dat hij geld nodig had en dat de aangever dat voor hem moest gaan regelen. Hij heeft tijdens dit gesprek de telefoon van de aangever afgepakt en deze later weer teruggegeven. De aangever en de verdachte hadden nadien contact via Snapchat, waarop de verdachte dreigender begon te worden. Hij vertelde de aangever dat hij wist op welke school hij zat en hij zou er als hij niet zou betalen binnen een half uur achter komen waar hij woonde. De aangever heeft uiteindelijk twee keer een geldbedrag afgegeven, geld dat hij van zijn stiefvader had gepakt. Toen de aangever aan zijn stiefvader had verteld dat hij geld aan de verdachte had afgegeven, is hij met zijn stiefvader naar het huis van de verdachte gegaan en heeft daar € 6.650,00 teruggekregen.
De verdachte heeft op de terechtzitting en bij de politie verklaard dat het klopt dat hij de telefoon van de aangever heeft gepakt en dat hij aan de aangever heeft gevraagd of hij rijk was. De verklaring van de verdachte voor het geld dat hij in zijn bezit had, is dat hij de aangever om geld vroeg en dat de aangever dit zonder vragen aan hem heeft gegeven. Het was volgens de verdachte een normale vraag die hij aan de aangever stelde en hij had niet verwacht dat hij zoveel geld zou krijgen. Hij heeft de aangever niet bedreigd om het geld van hem overhandigd te krijgen. Het geld dat hij aan de aangever en zijn stiefvader terug heeft gegeven, was alles wat hij van de aangever had gekregen. Van € 30.000,00 was geen sprake.
De rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat de aangever uit vrije wil en zonder enige dreiging geld van zijn stiefvader heeft gestolen en dit vervolgens aan de verdachte, die hij daarvoor ook niet kende, heeft afgegeven. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van de verdachte voor het afgeven van het geld door de aangever onvoldoende aannemelijk is geworden en gaat uit van de verklaringen van de aangever, die door de omstandigheden voldoende worden ondersteund. Daarbij speelt ook mee dat uit het dossier en wat er ter zitting is gesproken blijkt dat de verdachte verschillende keren andere minderjarigen, die hij niet kende, heeft aangesproken en om geld heeft gevraagd. Ook in die gevallen heeft hij verklaard dat hij dat een normale vraag vond, maar door alle slachtoffers is verklaard dat zij geld of goederen hebben afgegeven omdat zij zich bedreigd voelden.
Met de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte het feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd. De aanwezigheid van de vrienden van de verdachte bij de Surfplas hebben naar het oordeel van de rechtbank wel bijgedragen aan de dreigende sfeer richting de aangever, maar zij hebben bij het plegen van het feit verder geen rol gespeeld.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan. Niet bewezen is dat hij dit feit samen met anderen pleegde en de verdachte zal van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
4.3.
Feit 3 - bewijswaardering
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde vrij te spreken, omdat zich in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs van enige dwang bevindt. De verdachte heeft om de vijf euro gevraagd en deze heeft hij van de aangever gekregen. Ook op de getuige kwam geen echte dreiging vanuit de verdachte over.
Beoordeling door de rechtbank
Op 27 juni 2020 heeft [naam slachtoffer 2] aangifte gedaan van afpersing. Hij liep met zijn vriend [naam vriend] op straat toen hij werd aangesproken door twee jongens, onder wie een jongen die hij kende als [voornaam verdachte] , de verdachte. De verdachte vroeg aan de aangever of hij geld had en toen de aangever zei dat hij dat niet had, moest hij dat laten zien. De aangever heeft daarop zijn zakken geleegd en bleek naast een mondkapje ook vijf euro bij zich te dragen. De verdachte zei daarop tegen de aangever dat hij de vijf euro moest afgegeven en dat heeft de aangever gedaan. De aangever heeft verklaard dat hij het geld had afgegeven omdat hij zich bedreigd voelde omdat de verdachte dreigend voor hem kwam staan, bijna neus aan neus, en omdat hij twee jaar jonger is dan de verdachte.
De vriend waarmee de aangever over straat liep is door de politie gehoord en hij heeft verklaard dat de verdachte inderdaad om geld vroeg. Toen de aangever geld bleek te hebben, vroeg de verdachte nogmaals of hij dit wilde geven en de aangever gaf het geld af. De getuige heeft verklaard dat de verdachte het op een ‘normale’ manier aan de aangever vroeg, maar verklaarde daar wel bij dat hij als grotere en oudere jongen vlak voor de aangever was gaan staan. Hij kon begrijpen dat de aangever dit intimiderend had gevonden.
De verdachte heeft verklaard dat hij de aangever op een normale manier om geld vroeg en dat de aangever dit aan hem heeft gegeven. Hij heeft hierbij geen dreigende houding aangenomen.
De rechtbank acht het ook bij dit feit onwaarschijnlijk dat de aangever zonder enige dreiging geld aan de verdachte heeft afgegeven. De voor de aangever dreigende situatie bestond in het feit dat de verdachte als grotere en oudere jongen dicht bij hem kwam staan op het moment dat hij om het geld vroeg. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte door enige feitelijkheid, namelijk het creëren van een dreigende situatie, de aangever heeft gedwongen tot de afgifte van de vijf euro.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan.
1.
hij in de periode van 22 juni 2020 tot en met 3 juli 2020 te Vlaardingen
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door
bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
grote geldbedragen, geheel
toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , welke bedreiging
met geweld bestond uit het
- terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer 1] aansprak, met vier jongens met hun handen
- ( vervolgens) tegen die [naam slachtoffer 1] zeggen "als je je telefoon wilt houden, dan
moet je me geld geven" en "je zal in de problemen komen, je zal wel zien
wat er gaat gebeuren, ik weet op welke school je zit en ik kan er binnen een
half uur achter komen waar je woont als je niet betaalt", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking
- ( vervolgens) via Snapchat een bericht te sturen waarin nogmaals stond dat
indien die [naam slachtoffer 1] het geld niet zou brengen, hij - verdachte- er binnen een
half uur achter kon komen waar die [naam slachtoffer 1] woonde;
2.
hij op 03 juli 2020 te Rotterdam
opzettelijk twee ambtenaren, te weten [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4]
, beiden brigadier van politie Eenheid Rotterdam, gedurende of ter
zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening,
in hun tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: Kankerlijers, kankerpedo's,
kankerflikkers, ik wens jullie kanker, ik hoop dat jullie sterven aan kanker,
ik hoop dat jullie dood gaan, ik hoop dat jullie moeders doodgaan aan kanker.”;
3.
hij op 27 juni 2020 te Vlaardingen
op de openbare weg, het Tussenpad een ander, te weten [naam slachtoffer 2] ,
door enige andere feitelijkheid gericht tegen die [naam slachtoffer 2] ,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten afgifte van 5 euro,
door, terwijl hij verdachte groter en ouder is dan de toen 12-jarige [naam slachtoffer 2] ,
zeer dichtbij die [naam slachtoffer 2] te gaan staan en vervolgens meermalen te zeggen
dat die [naam slachtoffer 2] die 5 euro moest geven;
4.
hij op 10 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Airpods
en een telefoon (van het merk Apple, type Iphone 7), toebehorende aan [naam slachtoffer 5] , welke diefstal
werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging
met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
- aan die [naam slachtoffer 5] (dreigend) de woorden toe te voegen: "geef je Airpods"
en (vervolgens) "je hebt 7 seconden",
5.
hij op 10 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
(rol) snoep, toebehorende aan [naam slachtoffer 6] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 6] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
(vervolgens)
- plaatsen/rijden van een (fiets)wiel tussen de benen van die [naam slachtoffer 6]
waardoor die [naam slachtoffer 6] klem kwam te slaan en (vervolgens)
- aan die [naam slachtoffer 6] (dreigend) de woorden toe te voegen: "heb je geld bij je"
en "niet liegen" en "maak je zakken leeg", althans w
oorden van gelijke (dreigende) aard en/of
strekking en (vervolgens)
- een (rol) snoep uit de handen te pakken van die [naam slachtoffer 6] ;
6.
hij op 26 mei 2019 te Vlaardingen op de openbare weg, te weten het Liesveld
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
horloge, toebehorende aan [naam slachtoffer 7] welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 7] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
- ( vervolgens) aan die [naam slachtoffer 7] (dreigend) de woorden toe te voegen: "hang
snel op" (terwijl die [naam slachtoffer 7] aan de telefoon was) en "geef je horloge
- de doorgang/de weg
te versperren van die [naam slachtoffer 7] ;
7.
hij op 3 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld
(te weten 20 euro), toebehorende
aan [naam slachtoffer 8] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
van bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 8]
gemakkelijk te maken,
- ( vervolgens) aan die [naam slachtoffer 8] (dreigend) de woorden toe te voegen: "als
10 euro geeft mag je weg" en "je kan beter geld geven anders wordt hij
niet blij",
8.
hij op 26 maart 2020 te Vlaardingen,
Milka chocolade, dat aan een ander
toebehoorde, te weten aan Kruidvat, heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid van de feiten

De bewezen feiten leveren op:

1 primair afpersing, terwijl het feit vergezeld ging van bedreiging met geweld tegen personen gepleegd om die afpersing voor te bereiden en gemakkelijk te maken

2 eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening

3 een ander door een feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk dwingen iets te doen

4 diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

5 diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

6 diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

7 diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

8.diefstal

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering van de straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich allereerst schuldig gemaakt aan een afpersing waarbij hij met geweld heeft gedreigd en waarbij hij een groot geldbedrag buit heeft gemaakt. Hij kreeg dit geldbedrag overhandigd van de aangever die zich bedreigd voelde door de situatie waarin de verdachte hem aansprak en door het latere contact dat zij via Snapchat hadden. De aangever voelde zich zodanig onder druk gezet dat hij thuis geld van zijn stiefvader heeft gepakt en aan de verdachte heeft gegeven. Hiermee heeft de verdachte kennelijk alleen aan zijn eigen financiële gewin gedacht, zonder stil te staan bij de gevolgen voor de aangever en zijn stiefvader.
Daarnaast heeft de verdachte zich samen met anderen op straat schuldig gemaakt aan vier diefstallen met geweld en/of met dreiging van geweld en een feit waarbij de verdachte door zijn dreigende houding het slachtoffer heeft gedwongen een geldbedrag af te geven. Hij heeft hierbij achtereenvolgens een horloge, twintig euro, een rolletje snoep, een telefoon en vijf euro buit gemaakt. De verdachte is bij deze feiten min of meer op dezelfde wijze te werk gegaan, waarbij hij steeds samen met een ander op het slachtoffer in kwestie af liep en hem met een dreigende houding en woorden geld en goederen afhandig maakte. De verdachte heeft bij het plegen van deze feiten enkel aan zijn eigen financiële gewin gedacht en geen oog gehad voor de consequenties die deze voor de slachtoffers hadden. De rechtbank vindt het zorgelijk dat ook ter zitting de verdachte nog geen enkel inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn gedrag en de hiervoor omschreven handelwijze nog als ‘normaal’ heeft verdedigd. Slachtoffers van dergelijke feiten kunnen nog geruime tijd lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan.
Ook heeft de verdachte zich na zijn aanhouding schuldig gemaakt aan de belediging van twee ambtenaren in functie die hij voor de verschrikkelijke scheldnamen heeft uitgemaakt. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij personen die gewoon hun werk deden heeft beledigd.
Tenslotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal waarbij hij een reep chocolade buit heeft gemaakt. Winkeldiefstal is een ergerlijk feit dat schade en overlast veroorzaakt voor de betrokkenen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 september 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van de deskundige op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 augustus 2020. Dit rapport houdt - voor zover van belang - het volgende in.
De Raad ziet rondom de verdachte zowel beschermende als risicofactoren. Hij heeft betrokken ouders die actief proberen om hem op het rechte pad te houden en de verdachte is actief om zijn vrije tijd op een goede manier in te vullen door middel van regelmatig sporten en het hebben van een bijbaan. Het is van belang dat dit gecontinueerd wordt om de kans op herhaling te verkleinen. De Raad merkt hierbij op dat zowel de ouders als de jeugdreclassering hierin een steunende factor zijn voor de verdachte.
De Raad vindt het zorgelijk dat de verdachte ondanks de beschermende factoren in zijn omgeving steeds weer wordt verdacht van een ernstig feit. De Raad ziet met name zorgen in het feit dat het de verdachte niet lukt om probleemsituaties te onderkennen en daarnaar te handelen. Ook in de huidige verdenking lijkt de verdachte niet te overzien welke consequenties zijn gedrag en handelen hebben. Het is belangrijk dat de verdachte meer zelfinzicht krijgt waardoor de kans op recidive kan verminderen.
Volgens het dynamisch risico profiel is de kans op herhaling midden. In het onderzoek komen ten aanzien van de kans op herhaling overwegend beschermende factoren naar voren. Er lijkt sprake van een stabiel en betrokken gezinssysteem. De ouders van de verdachte zijn bij hem en zijn ontwikkeling betrokken. In de thuissituatie is de verdachte corrigeerbaar en houdt hij zich aan de regels. Verder is het een beschermende factor dat er sprake is van een gestructureerde vrijetijdsbesteding en vindt de Raad het positief dat de verdachte een bijbaan heeft gevonden, met name omdat het delictgedrag mede voort is gekomen uit verveling. Ook is het een beschermende factor dat de verdachte zich aan zijn schorsende voorwaarden houdt en dat hij zich begeleidbaar opstelt. Ondanks dat het onderhavige delict een agressie gerelateerd delict betreft, zijn er geen meldingen over agressief gedrag te melden.
Ondanks de beschermende factoren binnen het domein gezin, ziet de Raad een risico gelegen in het feit dat de broer van de verdachte meerdere malen met justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke delicten en in detentie heeft gezeten. Het is voor de Raad onduidelijk in hoeverre de verdachte zich door zijn broer laat beïnvloeden.
Op de domeinen school en vaardigeden ziet de Raad daarnaast ook risico’s. Uit het onderzoek komt naar voren dat het delictgedrag van de verdachte deels lijkt voort te komen uit een tekort aan vaardigheden. Zo lijkt hij moeite te hebben om situaties goed in te schatten waarbij hij lijkt te snappen wat goed en fout is, maar hier niet naar lijkt te kunnen handelen. De verdachte beschikt over onvoldoende vaardigheden voor het omgaan met moeilijke situaties, het maken van pro sociale keuzes en hij heeft moeite met het vooraf denken aan de consequenties van zijn handelen en gedrag waarbij hij de gevolgen en de impact voor het slachtoffer verkeerd lijkt in te schatten. Daar komt bij dat de verdachte veelal vanuit impulsiviteit lijkt te handelen, waardoor hij in de problemen komt. Tenslotte acht de Raad het van belang dat er meer zicht komt op de achterliggende motieven van het gedrag van de verdachte op school. Hij moet regelmatig bij de les worden gehaald, aan het werk worden gezet en wordt in bijna iedere les op zijn gedrag gewezen. De Raad acht het dan ook van belang dat de verdachte meer vaardigheden en handelingsalternatieven aangeleerd krijgt om de kans op herhaling van delictgedrag te verlagen.
De Raad voorziet dat indien de verdachte geen handvatten krijgt aangeleerd, hij opnieuw in aanraking zal komen met justitie of dat zijn schoolgang zal stagneren. Gezien het bovenstaande is de Raad van mening dat een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een leerstraf te weten Tools4U Plus, het meest passend als strafafdoening zal zijn. Op deze manier ervaart de verdachte dat hij een maatschappelijke grens over is gegaan en dat er aan zijn gedrag consequenties worden verbonden. De Raad heeft voor de Plus variant gekozen, omdat er trainingsbijeenkomsten zijn om de vaardigheden van ouders op het gebied van monitoring en het oplossen van problemen te versterken. Hierdoor zullen zij beter in staat zijn om in te spelen op de behoeften van de verdachte.
Omdat de verdachte tijdens zijn schorsing wederom een strafbaar feit heeft begaan, adviseert de Raad om naast de leerstraf ook een werkstraf op te leggen. De verdachte dient een duidelijk signaal te krijgen dat zijn delictgedrag dat hij in een relatief kort tijdsbestek heeft laten zien, gevolgen voor hem heeft. Aangezien de maatregel Toezicht en Begeleiding, uitgevoerd door de JBRR, tot 2023 doorloopt, heeft het adviseren van deze maatregel momenteel geen toegevoegde waarde. Ten aanzien van het elektronisch toezicht en de bijbehorende avondklok, adviseert de Raad dat dit doorloopt zolang de reclassering dat nodig acht.
Advies
De Raad adviseert een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een leerstraf, te weten Tools4U Plus. Daarnaast adviseert de Raad een deels voorwaardelijke werkstraf met de hiervoor omschreven bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Mevrouw [naam persoon] , werkzaam bij de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: JBRR) als jeugdbeschermer heeft ter zitting het volgende verklaard.
De JBRR heeft grote zorgen over de verdachte. Vorig jaar waren er al problemen op school en ook dit jaar zijn er zorgen over de inzet van de verdachte en over het zelfbepalend gedrag dat hij laat zien. [naam persoon] adviseert niet om een enkelband als bijzondere voorwaarde op te leggen. De dagbesteding van de verdachte is positief. Het is voor hem lastig om te voetballen met een enkelband. Zij ziet wel aanleiding de avondklok aan te houden.
Haar advies is om aan de verdachte een leerstraf in de vorm van Tools4U Plus op te leggen en dit zou de verlengde variant van 35 uur kunnen zijn. Zij adviseert daarnaast dat er bij de verdachte een persoonlijkheidsonderzoek wordt afgenomen zodat daar een eventuele behandeling uit voort kan komen, mocht de Tools4U ontoereikend blijken.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Straffen
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen jeugddetentie voorwaardelijk opleggen, nu is gebleken dat de verdachte begeleiding behoeft en de hierna te noemen bijzondere voorwaarden noodzakelijk zijn. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf bestaande uit een leerstraf van na te noemen duur opleggen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten afpersingen en diefstallen met geweld en/of bedreiging met geweld. Gelet op de ernst van de feiten en de vele herhalingen van soortgelijke feiten, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Hierbij heeft de rechtbank ook gelet op de adviezen van de Raad en de jeugdreclassering, waaruit naar voren komt dat er risico op herhaling bestaat omdat de verdachte onvoldoende vaardigheden heeft in het omgaan met moeilijke situaties, het maken van pro sociale keuzes en het denken aan de consequenties van zijn gedrag, Om deze reden zal de rechtbank bevel dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Afsluiting
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering van de benadeelde partij

Ter zake van feit 1 heeft [naam benadeelde] zich namens [naam slachtoffer 1] als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 23.250,00 aan materiële schade, met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren omdat onvoldoende uit de vordering blijkt wat er door de verdachte zou zijn weggenomen.
8.3.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu in het kader van dit strafproces onvoldoende vast is komen te staan dat een totaalbedrag van € 30.000,00 - waarvan dan nog € 23.250,00 niet zou zijn teruggegeven - is weggenomen. Dit vergt nader onderzoek, waarvoor de zaak zou moeten worden aangehouden en dat is een onevenredige belasting van dit strafgeding. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 267, 284, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentie voor de duur van 60 (zestig) dagen,
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot 45 (vijfenveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
  • zich gedurende de proeftijd houdt aan de door de reclassering vastgestelde avondklok en aanwezig is op het adres: [adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] , zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
  • meewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek en een daaruit voortvloeiende behandeling, indien de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
leerstrafvoor de duur van
35 (vijfendertig) uur, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject Tools4U Plus Verlengd van de Raad voor de Kinderbescherming;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 17 (zeventien) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach , voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A. Verweij en F. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 oktober 2020.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 22 juni 2020 tot en met 3 juli 2020 te
Schiedam en/of Vlaardingen, althans in Nederland,
op de openbare weg, het Johann Straussplein te Schiedam en/of bij de surfplas
te Vlaardingen, althans een openbare weg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
een of meer (groot/grote) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld bestond(en) uit het
- terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer 1] aansprak, met vier jongens met hun handen
in hun zakken in de buurt staan en/of
- bij zijn nek pakken van die [naam slachtoffer 1] en/of
- mee laten lopen van die [naam slachtoffer 1] en/of
- fouilleren van die [naam slachtoffer 1] en/of
- legen van de zakken van die [naam slachtoffer 1] en/of
- afpakken van een telefoon en/of sleutels en/of airpods van die [naam slachtoffer 1] en/of
- ( vervolgens) tegen die [naam slachtoffer 1] zeggen "als je je telefoon wilt houden, dan
moet je me geld geven" en/of "je zal in de problemen komen, je zal wel zien
wat er gaat gebeuren, ik weet op welke school je zit en ik kan er binnen een
half uur achter komen waar je woont als je niet betaalt", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking
- ( vervolgens) via Snapchat een bericht te sturen waarin nogmaals stond dat
indien die [naam slachtoffer 1] het geld niet zou brengen, hij - verdachte- er binnen een
half uur achter kon komen waar die [naam slachtoffer 1] woonde;
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks 22 juni 2020 tm 3 juli 2020 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten [naam slachtoffer 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen die [naam slachtoffer 1] ,
wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te
dulden, te weten afgifte van (een) (groot/grote) geldbedrag(en),
door
- terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer 1] aansprak, met vier jongens met hun handen
in hun zakken in de buurt staan en/of
- bij zijn nek pakken van die [naam slachtoffer 1] en/of
- mee laten lopen van die [naam slachtoffer 1] en/of
- fouilleren van die [naam slachtoffer 1] en/of
- legen van de zakken van die [naam slachtoffer 1] en/of
- afpakken van een telefoon en/of sleutels en/of airpods van die [naam slachtoffer 1] en/of
- ( vervolgens) tegen die [naam slachtoffer 1] zeggen "als je je telefoon wilt houden, dan
moet je me geld geven" en/of "je zal in de problemen komen, je zal wel zien
wat er gaat gebeuren, ik weet op welke school je zit en ik kan er binnen een
half uur achter komen waar je woont als je niet betaalt", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking
- ( vervolgens) via Snapchat een bericht te sturen waarin nogmaals stond dat
indien die [naam slachtoffer 1] het geld niet zou brengen, hij - verdachte- er binnen een
half uur achter kon komen waar die [naam slachtoffer 1] woonde;
2.
hij op of omstreeks 03 juli 2020 te Rotterdam
opzettelijk
twee, althans een, ambtena(a)r(en),te weten [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4]
, beiden brigadier van politie Eenheid Rotterdam, gedurende of ter
zake van de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening,
in hun/zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hen/hem de woorden toe te voegen: Kankerlijers, kankerpedo's,
kankerflikkers, ik wens jullie kanker, ik hoop dat j ullie sterven aan kanker,
ik hoop dat jullie dood gaan, ik hoop dat jullie moeders doodgaan aan
kanker.”, althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 27 juni 2020 te Vlaardingen
op de openbare weg, het Tussenpad en/of de Geert Grootelaan, althans een
openbare weg,
een ander, te weten [naam slachtoffer 2] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen die [naam slachtoffer 2] ,
wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te
dulden, te weten afgifte van 5 euro,
door, terwijl hij verdachte groter en ouder is dan de toen 12-jarige [naam slachtoffer 2] ,
zeer dichtbij die [naam slachtoffer 2] te gaan staan en vervolgens meermalen te zeggen
dat die [naam slachtoffer 2] die 5 euro moest geven;
4.
hij op of omstreeks 10 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, althans op een openbare
weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Airpods
en/of een telefoon (van het merk Apple, type Iphone 7), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 5] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen,
althans éénmaal
- achterna lopen en/of achtervolgen van die [naam slachtoffer 5] en/of
- ( onverhoeds) (met kracht) een arm om de nek/hals slaan, althans vastpakken
van de nek/hals, van die [naam slachtoffer 5] en/of
- aan die [naam slachtoffer 5] (dreigend) de woorden toe te voegen: "geef je Airpods"
en/of (vervolgens) "je hebt 7 seconden", althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking en/of
- openen van de (buidel)tas van die [naam slachtoffer 5] en/of (vervolgens)
de (buidel)tas van die [naam slachtoffer 5] te doorzoeken/af te tasten en/of
(vervolgens) voornoemde Airpods en/of telefoon uit de(buidel)tas van die [naam slachtoffer 5] weg te nemen;
5.
hij op of omstreeks 10 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, althans op een openbare
weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de
afgifte van een (rol) snoep, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan voornoemde [naam slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een
(rol) snoep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 6]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 6] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen,
althans éénmaal
- ( van achteren) op de schouder(s) tikken/slaan van die [naam slachtoffer 6] en/of
(vervolgens)
- plaatsen/rijden van een (fiets)wiel tussen de benen van die [naam slachtoffer 6]
(waardoor die [naam slachtoffer 6] klem kwam te slaan) en/of (vervolgens)
- aan die [naam slachtoffer 6] (dreigend) de woorden toe te voegen: "heb je geld bij je"
en/of "niet liegen" en/of "maak je zakken leeg" en/of "maak ook je
broekzakken leeg", althans worden van gelijke (dreigende) aard en/of
strekking en/of (vervolgens)
- een (rol) snoep uit een/de hand(en) te grissen/pakken van die [naam slachtoffer 6] ;
6.
hij op of omstreeks 26 mei 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten het Liesveld, althans op een openbare weg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de
afgifte van een horloge, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan voornoemde [naam slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een
horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 7]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader{s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voomoemde [naam slachtoffer 7] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen,
althans éénmaal
- achterna lopen en/of fietsen van die [naam slachtoffer 7] en/of
- ( onverhoeds) (met kracht) de pet van het hoofd afslaan van die [naam slachtoffer 7]
en/of
- ( onverhoeds) (met kracht) een arm om de nek/hals slaan, althans vastpakken
en/of vasthouden van de nek/hals, van die [naam slachtoffer 7] en/of
- ( vervolgens) aan die [naam slachtoffer 7] (dreigend) de woorden toe te voegen: "hang
snel op"(terwijl die [naam slachtoffer 7] aan de telefoon was) en/of "geef je horloge
nu", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) het/een horloge van een pols van die [naam slachtoffer 7] te trekken/rukken
en/of
- ( met een fiets) klem rijden van die [naam slachtoffer 7] , althans de doorgang/de weg
te versperren van die [naam slachtoffer 7] ;
7.
hij op of omstreeks 3 juli 2019 te Vlaardingen
op de openbare weg, te weten de Van Riebeeckstraat, althans op een openbare
weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen geld
(te weten 20 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 8]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk
te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen,
althans éénmaal
- met een fiets tegen de fiets van die [naam slachtoffer 8] rijden en/of
- de weg en/of doorgang blokkeren van die [naam slachtoffer 8] en/of
- voor en/of om die [naam slachtoffer 8] te gaan staan en/of
- op de fiets van die [naam slachtoffer 8] te gaan zitten en/of
- ( vervolgens) aan die [naam slachtoffer 8] (dreigend) de woorden toe te voegen: "als
10 euro geeft mag je weg" en/of "je kan beter geld geven anders wordt hij
niet blij", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
en/of
- ( vervolgens) de (broek)zakken van die [naam slachtoffer 8] te doorzoeken en/of af te
tasten;
8.
hij op of omstreeks 26 maart 2020 te Vlaardingen,
Milka chocolade, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan Kruidvat, heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;