Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 25 september 2020, bevatte verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, is betrokkene niet verschenen. De rechtbank heeft geprobeerd contact met hem op te nemen, maar hij deed de deur niet open en was niet bereid om zich te laten horen. De advocaat van betrokkene heeft ook meerdere pogingen gedaan om contact te leggen, maar zonder resultaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek voor de medische verklaring telefonisch heeft plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een summiere verklaring. De toestand van betrokkene was onduidelijk en de rechtbank oordeelde dat het stellen van verplichte zorg als ultimum remedium moet worden beschouwd. Er was onvoldoende bewijs dat ingrijpen noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek om zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.H. Poiesz en schriftelijk uitgewerkt op 5 november 2020.