Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
geboren op [geboortedatum veroordeelde] te [geboorteplaats veroordeelde] ,
Rechtbank Rotterdam
Op 20 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 19 juli 2018 en is gestart op 5 september 2018. De rechtbank ontving op 28 september 2020 een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel van het openbaar ministerie, vergezeld van een advies van de inrichting waar de veroordeelde verblijft. Tijdens de zitting op 6 november 2020 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman, zijn moeder en een gedragswetenschapper gehoord. De officier van justitie pleitte voor een verlenging van 16 maanden, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman een verlenging van 12 maanden bepleitten, onder verwijzing naar de verbeterde motivatie van de veroordeelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde een disharmonisch profiel vertoont, wat zijn ontwikkeling belemmert. Ondanks wisselende motivatie en gedragsverandering, is er een hoog recidiverisico aanwezig, vooral door zijn antisociale houding en cannabisgebruik. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde en om de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de PIJ-maatregel met 16 maanden verlengd, met de verwachting dat de veroordeelde in maart 2022 in aanmerking kan komen voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel.