Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. K. Durdu, advocaat te Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de verdachte
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
€ 5.457,89(te weten eigen risico zorgverzekering € 287,89 plus kleding € 250,- plus gederfd inkomen in de eerste weken na het feit € 4.920,-).
€ 1.500,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontoereikend zijn. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering en de omvang daarvan zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan daarom slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
€ 6.957,89, vermeerderd met de wettelijke rente.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
€ 6.957,89 (zegge: zesduizendnegenhonderdzevenenvijftig euro en negenentachtig cent), bestaande uit € 5.457,89 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 6.957,89(hoofdsom,
zegge: zesduizendnegenhonderdzevenenvijftig euro en negenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
69 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;