ECLI:NL:RBROT:2020:10412

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
C/10/605284 / FA RK 20-7618
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met persoonlijkheidsstoornissen en PTSS

Op 14 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan persoonlijkheidsstoornissen en posttraumatische stressstoornis (PTSS). De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 2 oktober 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische en juridische documenten. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum is betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, terwijl de officier niet aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Er is geen mogelijkheid voor vrijwillige zorg, aangezien betrokkene onvoldoende ziektebesef heeft en niet bereid is om behandeling te accepteren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die in crisissituaties kunnen worden genomen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 22 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/605284 / FA RK 20-7618
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 oktober 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] ,
thans verblijvende in Fivoor, FPA Rotterdam te Poortugaal,
advocaat mr. I.L. Ortelee te Den Haag.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 2 oktober 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 26 september 2020;
  • de zorgkaart van 16 september 2020;
  • het zorgplan van 22 september 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , casemanager, verbonden aan FACT team Fivoor Utrecht.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten persoonlijkheidsstoornissen en een posttraumatische stressstoornis (hierna PTSS).
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Naast de hiervoor genoemde psychische stoornis is sprake van alcohol- en cannabisgebruik. Betrokkene vertoont zorgmijdend gedrag wanneer zijn toestandsbeeld verslechtert. Betrokkene verblijft op dit moment binnen een Forensische Psychiatrisch Afdeling (FPA) ter stabilisatie en resocialatie en verkeert daarmee in een vergevorderd stadium. Betrokkene kent een lang psychiatrisch verleden en voorkomen moet worden dat hij (opnieuw) terugvalt in zijn probleemgedrag waardoor decompensatie op kan treden.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft weinig ziektebesef- en inzicht en is van mening dat hij alleen hulp nodig heeft voor zijn klachten vanwege PTSS. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in voorzienbare crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Ter zitting verklaart de casemanager dat betrokkene na een lange klinische periode de stap naar zelfstandigheid gaat zetten. Betrokkene komt van ver en de zorgmachtiging is nodig als extra bescherming. De zorgverleners zien nog risico’s, ook omdat het eerder is misgegaan bij de vorige woonvoorziening van betrokkene, waar hij zich onttrok aan de hulpverlening. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van reguliere verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, te weten het in de ambulante setting verplicht nakomen van afspraken met en het toelaten van het FACT team.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het opnemen in een accommodatie:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid dat is gekoppeld aan de opname.
In de volgende situaties mag van deze vormen van zorg gebruik worden gemaakt: wanneer betrokkene stopt met de medicatie; wanneer betrokkene zich onttrekt aan behandelcontacten met FACT en Kwintes (woonbegeleiding) of wanneer in de thuissituatie verwaarlozing dreigt.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd dan wel omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 april 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 14 oktober 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 22 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.