ECLI:NL:RBROT:2020:10378

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
C/10/573807 / HA ZA 19-428
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de procedure in faillissementszaak met voorwaardelijke reconventie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is de rechtspersoon PINPRO LIMITED, gevestigd in Hong Kong, eiseres in conventie en verweerster in reconventie. De zaak betreft een vordering van Pinpro die is geschorst op grond van artikel 29 van de Faillissementswet (Fw), omdat de gedaagde in conventie, die in staat van faillissement is verklaard, niet in staat is om de procedure voort te zetten. De curator heeft aangegeven de procedure niet over te nemen, en de advocaat van de gedaagde heeft zich onttrokken, waardoor er geen verdere vertegenwoordiging is. Pinpro heeft verzocht om vonnis, maar de rechtbank kan op dit moment niet oordelen over de voorwaardelijke reconventie omdat de procedure in conventie is geschorst. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de parkeerrol voor uitlating door partijen over de voortgang van de procedure. Het vonnis is gewezen op 11 november 2020 en houdt in dat de procedure tussen Pinpro en de gedaagde is geschorst, met verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Bij vervroeging
zaaknummer / rolnummer: C/10/573807 / HA ZA 19-428
Vonnis van 11 november 2020
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
PINPRO LIMITED,
gevestigd te Hong Kong,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. N.H.A. Kampschreur te Eindhoven,
tegen
[gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie]
,
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.C.E.G. Cordesius te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna “Pinpro” en “ [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] ” genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 april 2020 en de daarin opgenomen processtukken.
1.2.
[gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] is bij vonnis van 3 april 2020 in staat van faillissement verklaard met benoeming van [naam curator] tot curator.
1.3.
Op de rolzitting van 1 juli 2020 heeft de curator medegedeeld de procedure niet over te nemen.
1.4.
Op de rolzitting van 15 juli 2020 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] zich onttrokken. De zaak is aangehouden tot de rolzitting van 29 juli 2020 voor advocaatstelling aan de zijde van [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] . Er heeft zich geen andere advocaat gesteld.
1.5.
Pinpro heeft ten slotte verzocht vonnis te wijzen.

2..De beoordeling

In conventie

2.1.
Aangezien de vordering van Pinpro voldoening van een verbintenis uit de boedel van [gedaagde] ten doel heeft, is de procedure ten aanzien van die vordering ingevolge artikel 29 van de Faillissementswet (hierna: Fw) van rechtswege geschorst. Op grond van genoemd artikel wordt het geding ten aanzien van die vordering alleen dan voortgezet als de verificatie hiervan wordt betwist.
In reconventie
2.2.
Artikel 27 lid 2 Fw bepaalt, voor zover hier van belang, dat wanneer de curator het geding niet overneemt, gedaagde het recht heeft ontslag van instantie te vragen, bij gebreke waarvan het geding tussen de gefailleerde en de gedaagde wordt voortgezet, buiten bezwaar van de boedel. Pinpro heeft om vonnis gevraagd.
2.3.
[eiseres] heeft in conventie een beroep op verrekening gedaan en in reconventie een voorwaardelijke eis ingesteld van (minimaal) het euro-equivalent van USD 13.961,53. De door [eiseres] gestelde voorwaarde wordt aldus begrepen dat zij heeft bedoeld (tenminste) USD 13.961,53 van Pinpro te vorderen, voor zover in conventie zou worden geoordeeld dat [eiseres] nog een bedrag aan Pinpro dient te betalen en haar geen beroep op verrekening toekomt. Aangezien de procedure in conventie is geschorst, kan op dit moment niet worden vastgesteld of de voorwaarde waaronder [eiseres] haar vordering heeft ingesteld, intreedt. Verdere beoordeling van haar vordering is op dit moment daarom ook niet mogelijk.
2.4.
De zaak zal gelet op het voorgaande worden verwezen naar de parkeerrol van
7 april 2021 voor uitlating door partijen over de voortgang van de procedure.

3..De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
verstaat dat de procedure tussen Pinpro en [gedaagde] is geschorst op de voet van artikel 29 Fw;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
in voorwaardelijke reconventie
3.3.
verwijst de zaak naar de parkeerrol van 7 april 2021;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. C. Bouwman, rolrechter, op 11 november 2020.
2474