3.2.[eiser] heeft zijn eis bij akte uitlating producties tevens wijziging van eis ex artikel 130 Rv gewijzigd in die zin dat wordt verzocht om Stedin bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan hem te betalen:
Primair (op basis van contractuele grondslag):
de hoofdsom van € 21.794,52 incl. btw (= 912 uren * 19,75 commissie * 21% btw);
de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW over de hoofdsom vanaf 1 mei 2019, althans subsidiair 1 november 2019, tot aan de dag van volledige voldoening;
de buitengerechtelijke incassokosten conform BIK van € 992,95;
e kosten van de procedure, het salaris van de gemachtigde van [eiser] inbegrepen;
voor het geval voldoening aan dit vonnis niet binnen 14 dagen na het wijzen geschiedt, de nakosten van dit geding;
de wettelijke rente over de posten sub c, d en e vanaf 14 dagen na dit vonnis tot aan de dag van voldoening.
Subsidiair (op basis van buitencontractuele grondslag):
de hoofdsom van € 18.012,- excl. btw (= 912 uren * 19,75 commissie);
de wettelijke rente ex art. 6:119 BW over de hoofdsom vanaf 1 mei 2019, althans subsidiair 1 november 2019, tot aan de dag van volledige voldoening;
de buitengerechtelijke incassokosten conform rapport Voorwerk II van € 952,-;
e kosten van de procedure, het salaris van de gemachtigde van [eiser] inbegrepen;
voor het geval voldoening aan dit vonnis niet binnen 14 dagen na het wijzen geschiedt, de nakosten van dit geding;
de wettelijke rente over de posten sub c, d en e vanaf 14 dagen na dit vonnis tot aan de dag van voldoening.