Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
3..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 12 november 2020, gaat het om een geschil tussen Tio Teach B.V., een onderwijsinstelling, en een student die in persoon procedeert. De student, aangeduid als [gedaagde], heeft Tio Teach aangeklaagd wegens studievertraging die hij heeft opgelopen tijdens het schrijven van zijn scriptie. De procedure is gestart na een tussenvonnis op 10 september 2020 en een mondelinge behandeling op 13 oktober 2020 via een videoconferentie.
De kern van het geschil draait om de vraag of Tio Teach haar verplichtingen uit de overeenkomst met de student is nagekomen. De student stelt dat de begeleiding door de eerste begeleider te lang duurde, wat leidde tot onnodige vertraging in zijn studie. Tio Teach verdedigt zich door te stellen dat de vertraging minimaal was en dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Tio Teach niet voldoende heeft onderbouwd waarom de begeleiding langer duurde dan gebruikelijk en dat zij niet adequaat heeft gereageerd op de verzoeken van de student om een andere begeleider.
De rechter concludeert dat de studievertraging aan Tio Teach kan worden verweten, waardoor de student schade heeft geleden in de vorm van extra studiekosten. De vordering van Tio Teach wordt afgewezen en de onderwijsinstelling wordt veroordeeld in de proceskosten, die voor de student op nihil worden vastgesteld, aangezien hij zich niet door een gemachtigde heeft laten bijstaan. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van onderwijsinstellingen in het bieden van adequate begeleiding aan studenten.