ECLI:NL:RBROT:2020:10243

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 november 2020
Publicatiedatum
13 november 2020
Zaaknummer
10/172581-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging doodslag en zware mishandeling in Rotterdam

Op 13 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De verdachte, wiens naam niet is vermeld, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.M. van den Oudenaller. Tijdens de zitting op 30 oktober 2020 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie, mr. H.J. du Croix, eiste vrijspraak voor de verdachte, omdat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank volgde dit standpunt en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging.

Daarnaast was er een benadeelde partij, [naam slachtoffer], die een schadevergoeding van € 2.000,00 en € 15,00 aan proceskosten vorderde. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank besloot ook het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen, dat eerder was geschorst. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Boer als voorzitter, en mrs. V.M. de Winkel en D. van Putten als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. F.M.H. van Mullekom.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/172581-19
Datum uitspraak: 13 november 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak/ gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. E.M. van den Oudenaller, advocaat te Dordrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 oktober 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd dat de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde.

4..Vrijspraak

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5..Vordering benadeelde partij

[naam slachtoffer] heeft zich ter zake van het ten laste gelegde feit als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.000,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 15,00 aan proceskosten.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard omdat de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding dus geen inhoudelijke beslissing genomen.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Boer, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 november 2020.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 mei 2019 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[naam slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- die [naam slachtoffer] meermalen met een (wandel)stok en/of een knuppel op/tegen het hoofd en/of de nek en/of de rug, althans tegen het lichaam heeft geslagen en/of
- de keel van die [naam slachtoffer] heeft dicht geknepen/gedrukt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.