Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair en onder 2 ten laste gelegde, wat betreft eerstgenoemd feit met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 11 maart 2020 alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
3 (drie) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;