ECLI:NL:RBROT:2020:10184

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
10/754533-20 (I)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering gevangenhouding van verdachte op ECT-terrein met ernstige verdenking van drugshandel

Op 10 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in de zaak met parketnummer 10/754533-20, waarbij de vordering tot gevangenhouding van de verdachte is toegewezen. De verdachte was opnieuw aangetroffen op het ECT-terrein, waar hij in het bezit was van goederen die geschikt zijn voor illegale toegang tot zeecontainers. De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet heeft gereageerd op de beschuldigingen en dat er ernstige bezwaren bestaan tegen hem. De rechtbank wijst op de ernst van de verdenking, die verband houdt met de aanvoer van verdovende middelen, en concludeert dat vrijlating van de verdachte de rechtsorde zou schokken. Er is sprake van recidivegevaar en het onderzoek is nog gaande. De rechtbank heeft op basis van de artikelen 65, 66, 67, 67a, 78 en 80 van het Wetboek van Strafvordering besloten tot gevangenhouding van de verdachte voor een termijn van negentig dagen, die zal worden ondergaan in een huis van bewaring.

Uitspraak

BEVEL GEVANGENHOUDING -18-
De rechtbank te Rotterdam, Raadkamer
gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van
10 november 2020 strekkende tot gevangenhouding van:
parketnummer: 10/754533-20
[naam verdachte]
geboren te: [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] thans
gedetineerd: P.I. Grave te Grave;
gelet op het tegen verdachte verleende bevel tot bewaring van 30 oktober 2020;
gehoord de officier van justitie en de advocaat;
gezien de schriftelijke verklaring van verdachte dat deze niet op de vordering
wenst te worden gehoord.
overwegende, dat na onderzoek is gebleken dat de verdenking, ernstige
bezwaren en gronden, die tot het bevel tot bewaring van verdachte hebben
geleid ook thans nog bestaan. De rechtbank wijst op de omstandigheid dat
de verdachte opnieuw is aangehouden op het ECT-terrein op de Maasvlakte, een
terrein waarop het verboden is zich te bevinden. De verdachte was in het
bezit van o.a. een slaapzak, een powerbank en een kniptang. De spullen
die bij de verdachte zijn aangetroffen zijn bij uitstek geschikt om zich
de illegale of onbevoegde toegang te verschaffen tot in de haven
opgeslagen zeecontainers. De ervaring leert dat dergelijke toegang bijna
uitsluitend wordt verschaft om grote hoeveelheden verdovende middelen uit te
halen. Het ligt op de weg van de verdachte om over zijn aanwezigheid dan
nadere uitleg te geven. Verdachte heeft dit nagelaten. Bij die stand van zaken
neemt de rechtbank de ernstige bezwaren aan.
Het gaat hier om een ernstige verdenking, de aanvoer van verdovende middelen,
hetgeen ontwrichtend is voor de maatschappij, waartegen met man en macht
wordt gestreden. De rechtbank is van oordeel dat dit voldoende is om aan te
nemen dat daardoor de rechtsorde geschokt zou zijn bij vrijlating van de
verdachte in dit stadium van de procedure. Ook het recidivegevaar is naar het
oordeel van de rechtbank aanwezig, en voorts is het onderzoek nog in gang.
overwegende, dat het bestaan van deze gronden blijkt uit de in dat bevel
vermelde omstandigheden;
gezien de artikelen 65, 66, 67, 67a, 78 en 80 Wetboek van Strafvordering;
BEVEELT de gevangenhouding van verdachte voor een termijn van NEGENTIG dagen
en bepaalt dat de gevangenhouding zal worden ondergaan in een huis van
bewaring;
Aldus gedaan op 10 november 2020
door mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,
en mrs. C. Laukens, W.M. Stolk, rechters,
in bijzijn van mw. J. Stolle,
afschrift : De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging : Gez.op:
raadsman/vr.: van vorenstaande beschikking en brengt deze ter
d.d. : kennis van verdachte. Rotterdam, de ovj : Dir.HvB