ECLI:NL:RBROT:2020:10171

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
11 november 2020
Zaaknummer
10/961523-19 (dagvaarding I) en 10/961567-19 (dagvaarding II)(ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht en seksueel binnendringen van minderjarige jongens, verwerven, bezit en verspreiden van kinderporno met verminderde toerekeningsvatbaarheid

Op 11 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht en het bezit en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2012 tot en met 16 april 2019 kinderpornografisch materiaal heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of heeft verspreid. De verdachte werd ook beschuldigd van ontuchtige handelingen met minderjarige jongens, waarbij hij in de periode van mei 2018 tot en met december 2018 seksuele handelingen heeft gepleegd met twee jongens die de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden, waaronder een klinische behandeling gericht op seksueel deviant gedrag. De rechtbank heeft ook schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partijen, die immateriële en materiële schadevergoeding hebben gevorderd. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen grotendeels toegewezen, met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte ook onderworpen aan langdurig toezicht om de veiligheid van anderen te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/961523-19 (dagvaarding I) en 10/961567-19 (dagvaarding II)
(ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 11 november 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid-Oost, locatie Roermond,
raadslieden mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht, en mr. A.W. van Gemert, advocaat te Utrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 oktober 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie zijn gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. B. Lijnse, heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het op dagvaarding II, onder feit 2 primair, ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het op dagvaarding I ten laste gelegde en het op dagvaarding II, feit 1 en feit 2 subsidiair, ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van voorarrest, alsmede oplegging van de maatregel ter beschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met voorwaarden, zoals vermeld in het maatregelenrapport van de reclassering van 14 oktober 2020, waaronder een klinische behandeling, gericht op seksueel deviant gedrag en kinderporno, en te bepalen dat deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) (hierna: maatregel langdurig toezicht).

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsoverwegingen bezit en/of verwerven en/of verspreiden kinderporno (dagvaarding I)
De verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij in de periode van 1 januari 2012 tot en met 16 april 2019 kinderpornografisch materiaal heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad en/of heeft verspreid en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
4.1.1.
Ten laste gelegde periode
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte dat hij op de middelbare school met kinderpornografisch materiaal in aanraking is gekomen en dat een persoon hem op het darkweb heeft meegetrokken naar websites met kinderporno toen hij 15 á 16 jaar was, in combinatie met de verklaring van een ex-partner van de verdachte dat hij zeven jaar geleden op de computer van de verdachte kinderporno heeft gezien, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen van het bezit en/of verwerven en/of de verspreiding van kinderporno in de periode van 1 januari 2012 tot 30 januari 2017. Uit het dossier blijkt niet dat het bij de verdachte aangetroffen kinderpornografisch materiaal al voor 30 januari 2017 in zijn bezit was en evenmin is gebleken dat hij voor 30 januari 2017 kinderpornografisch materiaal heeft verspreid. De verdachte zal worden vrijgesproken van het verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal vóór 30 januari 2017.
4.1.2.
Bezit en/of verwerven kinderporno in de vorm van thumbnails
Feitelijke constateringen
Op een harde schijf van het merk Seagate en op het Apple MacBook van de verdachte zijn 51 kinderpornografische afbeeldingen in de vorm van thumbnails aangetroffen. Alle thumbnails die zijn aangetroffen op het MacBook, zijn ook aangetroffen op de externe harde schijf die als backup voor het MacBook diende. Al deze thumbnails betroffen deleted files met als filepath [filepath 1] . De bestandsnamen bestaan uit het woord sectors, gevolgd door een underscore, gevolgd door twee keer zes cijfers met de extensie png.
Eén thumbnail is aangetroffen op de harde schijf van een Fractal Design computer met het filepath: [filepath 2] . De vorm van de bestandsnaam van deze thumbnail is gelijk aan de bestandsnamen van de thumbnails die zijn aangetroffen op het MacBook en de Seagate harde schijf.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het bezit en verwerven van kinderpornografische afbeeldingen in de vorm van thumbnails, omdat deze niet bewust zijn verworven, noch opzettelijk in zijn bezit zijn geweest. De thumbnails zijn aangetroffen op een harde schijf van het merk Seagate, die diende als automatische back-up van het Apple-MacBook van de verdachte. De verdachte heeft het MacBook gebruikt voor de bulkdownload van een server tijdens een conferentie in Leipzig, waarbij onder meer 18+ porno gedownload is. Het is mogelijk dat tussen de legale afbeeldingen ook een aantal kinderpornografische afbeeldingen stonden. Ook op andere wijze kunnen de thumbnails onbedoeld op het MacBook terecht zijn gekomen.
Verdachte zelf heeft ter zitting verklaard dat het mogelijk is dat de thumbnails op zijn MacBook zijn beland als onbedoelde bijvangst.
Beoordeling
Bij de beoordeling van het verweer is van belang dat de verdachte bewust kinderpornografische afbeeldingen op het darkweb opzocht en dat hij een meer dan bovengemiddelde digitale kennis bezit.
De rechtbank volgt de verdediging niet in het standpunt dat de aangetroffen 51 thumbnails zijn aan te merken als onbedoelde bijvangst. Het materiaal van de server in Leipzig is volgens verdachte integraal op een server met de naam [servernaam] gezet. Ook deze server is onderzocht en hierop zijn de thumbnails niet aangetroffen, wat wel verwacht mag worden wanneer de bulkdownload zonder enige selectie is overgezet. Het is dan ook niet aannemelijk dat de thumbnails zijn meegekomen bij de bulkdownload van een server in Leipzig.
Opvallend is daarnaast dat de thumbnail op de Fractal Design computer een filepath heeft waarin een map “to save” voorkomt. Dit duidt er op dat bestanden in deze map geplaatst werden om bewaard te worden. Aangenomen kan worden dat de verdachte deze thumbnail bewust heeft opgeslagen en daarmee heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b Sr.
De bestandsnaam van deze thumbnail komt overeen met de naamgeving van de thumbnails op het MacBook en de Seagate harde schijf. Nu de verdachte heeft erkend dat hij bewust kinderpornografische afbeeldingen op het darkweb opzocht, heeft hij minstgenomen willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze thumbnails hiermee ook op zijn computer terecht zouden komen. Mede gezien zijn vergaande digitale kennis had hij ook toegang tot de locatie waar deze thumbnails zich bevonden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte hiermee (ook) deze thumbnails verworven en in zijn bezit gehad als bedoeld in artikel 240b Sr. Het verweer wordt verworpen.
4.1.3.
Gewoonte
De verdachte had in ieder geval op 16 april 2019 in totaal 51 thumbnails met kinderpornografisch materiaal in zijn bezit. Daarnaast heeft de verdachte tweemaal op het darkweb kinderpornografisch materiaal verspreid. Gezien de beperkte frequentie die kan worden bewezen voor het bezit en de verspreiding van kinderporno in de periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is geweest van een gewoonte. De rechtbank zal de verdachte daarom van deze strafverzwarende omstandigheid vrijspreken.
4.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering (dagvaarding II, feit 2 primair)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 2 primair van dagvaarding II ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring
Dagvaarding I
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder dagvaarding I ten laste gelegde heeft begaan.
Dagvaarding II, feit 1 en feit 2 subsidiair
Het onder feit 1 en onder feit 2 subsidiair van dagvaarding II ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 en het onder feit 2 subsidiair van dagvaarding II ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de voornoemd bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Dagvaarding I
hij op tijdstippen in de periode van
30 januari 2017tot en met 16 april 2019
in Nederland,
(telkens) een (aantal) afbeelding(en), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken,
heeft verspreid en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 1] , p.371 en/of [bestandsnaam 2] , p.314 en 338 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 130)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 4] p.364 en/of [bestandsnaam 5] , p.366 en/of [bestandsnaam 6] , p.369en/of [bestandsnaam 7] , p.371 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 131, tweede afbeelding)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 8] , p.360 en/of [bestandsnaam 9] , p.362 en/of
[bestandsnaam 10] , p.364 en/of [bestandsnaam 11] , p.366 en/of [bestandsnaam 12] , p.367 en/of [bestandsnaam 13] , p.370 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 131, eerste afbeelding);
Dagvaarding II
1.
hij in de periode van 01 mei 2018 tot en met 31 december 2018 te
Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo ,
meermalen met [naam slachtoffer 1] ., geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003, die de
leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[naam slachtoffer 1] .,
te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [naam slachtoffer 1] . heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] . heeft gebracht (zich heeft laten pijpen) en/of
-(meermalen) de penis van die [naam slachtoffer 1] . in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht en/of heeft gezogen (heeft gepijpt) en/of
-(meermalen) zijn tong in/tegen de anus van die [naam slachtoffer 1] heeft gebracht,
althans de anus van die [naam slachtoffer 1] . heeft gelikt (rimmen) en/of
-(meermalen) zich door die [naam slachtoffer 1] . heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) die [naam slachtoffer 1] . heeft afgetrokken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met/bij die [naam slachtoffer 1] . en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] . en [naam slachtoffer 2] .(geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2003) (door het zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio) en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] . en [naam betrokkene 1] . (geboren [geboortedatum betrokkene 1]
2002) (door het pijpen van die [naam betrokkene 1] . en/of die [naam slachtoffer 1] . en/of het toekijken bij seksuele handelingen (pijpen) tussen die [naam betrokkene 1] . en die [naam slachtoffer 1] .) (trio).
2.
subsidiair
hij
in de periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 2018
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo,
met [naam slachtoffer 2] ., geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2003
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
te weten dat verdachte
- de penis van die [naam slachtoffer 2] . in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht
(pijpen) en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [naam slachtoffer 2] . en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] . en [naam slachtoffer 2] .(geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2003) (door het spelen met elkaars piemel en/of orale en/of anale penetratie) (trio).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Dagvaarding I
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, verspreiden, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
Dagvaarding II
1.
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2.
subsidiair:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregelen

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregelen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregelen zijn gebaseerd
De verdachte heeft van mei 2018 tot december 2018 een relatie gehad met de toen vijftienjarige [naam slachtoffer 1] . Hij heeft met [naam slachtoffer 1] . onbeschermde seks gehad die bestond uit (laten) pijpen, (laten) aftrekken, zoenen en anale penetratie. Tijdens zijn relatie met [naam slachtoffer 1] . heeft de verdachte ook onbeschermde seks gehad met [naam betrokkene 1] . Nadat de relatie met [naam slachtoffer 1] . voorbij was heeft de verdachte samen met [naam slachtoffer 1] . seks gehad met de eveneens vijftienjarige [naam slachtoffer 2] , toen [naam slachtoffer 1] . en [naam slachtoffer 2] bij hem logeerden.
De verdachte heeft met zijn handelwijze een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van [naam slachtoffer 1] . en [naam slachtoffer 2] . Hiermee heeft hij een normale en gezonde seksuele ontwikkeling van hen doorkruist. Zowel [naam slachtoffer 1] . als [naam slachtoffer 2] hebben professionele hulp gekregen bij het verwerken van de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Verdachte is volledig voorbij gegaan aan de gevolgen die zijn handelen op de jongens zou kunnen hebben en heeft zich slechts laten leiden door de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers en hun ouders, onder meer door zijn baan bij de politie, zijn rol als leider bij de scouting, het regelen van een stageplaats en het helpen bij schoolwerk, in hem hadden.
Uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen is gebleken hoezeer de slachtoffers en hun ouders zijn getroffen door de door de verdachte gepleegde ontucht.
De verdachte heeft zich gedurende een aantal jaren actief begeven op het darkweb, waar hij op kinderpornowebsites en –fora op zoek ging naar en zich de toegang verschafte tot kinderporno. Hij heeft tweemaal op een kinderpornoforum kinderporno verspreid. Op gegevensdragers van de verdachte is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Tijdens zijn aanhouding had de verdachte op zijn computer een kinderpornografische afbeelding open staan met jongens tussen de 10 en 12 jaar en twee video’s met jongens tussen de 10 en 12 jaar en tussen de 12 en 14 jaar.
De verdachte heeft met het zoeken naar en verspreiden van kinderporno de markt voor kinderporno mede in stand gehouden en gefaciliteerd.
De verdachte heeft bovendien zijn bovengemiddelde technische kennis, die hij als landelijk ICT-specialist voor de politie heeft, ingezet om deelnemers van kinderpornosites en –fora van technische kennis te voorzien om hun sporen op het darkweb of op hun gegevensdragers te verbergen. De rechtbank rekent ook dit de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 april 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De rechtbank heeft acht geslagen op de door psychiater [naam 1] en psycholoog [naam 2] over de verdachte opgemaakte rapporten, respectievelijk gedateerd 25 maart 2020 en 15 maart 2020. Zij hebben beiden hun rapport naar aanleiding van aanvullende vragen van de officier van justitie schriftelijk aangevuld op 11 juni 2020. Zij zijn op de terechtzitting van 28 oktober 2020 gehoord.
De bevindingen van de deskundigen komen grotendeels overeen. De rapporten houden – samengevat – het volgende in.
Ten tijde van de tenlastelegde feiten was bij de verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een autismespectrumstoornis. Verondersteld mag worden dat dit invloed heeft gehad op de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De verdachte kan in staat worden geacht om het ongeoorloofde van het ten laste gelegde (achteraf) in te zien. Hij is op grond van zijn autisme, en zijn daardoor achtergebleven sociaal-emotionele ontwikkeling, verminderd in staat geweest om andere gedragskeuzes te maken en daarnaar te handelen. De deskundigen adviseren om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen. De psycholoog acht een parafilie c.q. pedofilie niet waarschijnlijk, maar stelt dat dit niet geheel valt uit te sluiten. De psychiater heeft geen afwijkingen gevonden wat betreft de psychoseksuele ontwikkeling en heeft geen aanwijzingen voor een parafiele stoornis.
Geconcludeerd wordt dat er een laag tot matig gevaar voor herhaling bestaat van soortgelijke feiten, indien geen begeleiding en behandeling worden gerealiseerd. Bij bewezenverklaring is het raadzaam een verplicht reclasseringstoezicht te realiseren, waarbij de verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen van de hem toegewezen toezichthouder, ook indien die inhouden deelname aan een behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek. Dit zou kunnen worden gerealiseerd binnen het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke of deels voorwaardelijke straf. Als dit niet haalbaar is, kan volgens de psycholoog ook aan tbs met voorwaarden worden gedacht.
De deskundigen hebben nadere vragen van de officier van justitie beantwoord.
De psycholoog heeft aanvullend gerapporteerd dat hij in zijn rapport is uitgegaan van een bewezenverklaring van alle feiten, en geen onderscheid heeft gemaakt tussen de verschillende feiten. De psychiater heeft aanvullend gerapporteerd dat zij vanwege de ontkennende houding van de verdachte ten aanzien van het bezit en verspreiden van kinderporno in haar rapport is uitgegaan van bewezenverklaring van alleen de ontuchtige handelingen. Beiden zien in de aanvullende vragen van de officier van justitie geen aanleiding het advies en de conclusies aan te passen.
De psycholoog en psychiater zijn op de zitting als deskundigen gehoord. Zij hebben hun advies naar aanleiding van hetgeen de verdachte op zitting over het opzoeken en verspreiden van kinderporno heeft verklaard, gewijzigd. Zij concluderen op basis van de verklaring van de verdachte onder meer dat het bestaan van pedoseksuele gevoelens bij de verdachte een reële mogelijkheid is. Indien hiervan daadwerkelijk sprake is en de verdachte hiervoor niet wordt behandeld, brengt dit een aanzienlijk groter recidiverisico met zich mee dan aanvankelijk ingeschat. Om die reden laat zowel de psycholoog als de psychiater het advies van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden vervallen en adviseren zij beiden om aan de verdachte, indien hij voor alle feiten wordt veroordeeld, een maatregel in de vorm van een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen, zodat de begeleiding en behandeling van de verdachte in een strakker kader kan plaatsvinden. De behandeling van de verdachte in het kader van een tbs met voorwaarden zou, in elk geval bij aanvang, moeten plaatsvinden in een forensische kliniek waar de behandelintensiteit hoog is.
[naam 3] , reclasseringswerker van Reclassering Nederland, heeft een maatregelenrapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 14 oktober 2020. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering heeft geadviseerd een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen, waarbij toezicht op de naleving van de voorwaarden noodzakelijk is, uit te voeren door de reclassering. De reclassering adviseert als voorwaarden onder meer: meewerken aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum, opname in een forensische kliniek of soortgelijke instelling of ambulante behandeling, een contactverbod en het vermijden van contact met minderjarigen en kinderporno. Daarbij wordt geadviseerd de tbs-maatregel met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren en tevens een maatregel langdurig toezicht op te leggen, zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden na de terbeschikkingstelling. De verdachte heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan in elk geval een deel van de door de reclassering opgestelde voorwaarden.
De reclasseringswerker is op de zitting als deskundige gehoord. Zij blijft bij haar advies.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog, zoals gewijzigd op de zitting, gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
7.4.
Conclusies van de rechtbankGezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Nu de rechtbank komt tot bewezenverklaring van het verwerven, bezit en verspreiden van kinderporno over een aanzienlijk kortere periode dan ten laste is gelegd en zij niet bewezen acht dat de verdachte van het verwerven, het in bezit hebben en het verspreiden van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt, zal de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf van kortere duur opleggen dan de officier van justitie heeft geëist.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de stoornis van de verdachte en het daaruit voortkomende recidiverisico van zodanige aard is dat het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Ter onderbouwing van dit oordeel wijst de rechtbank op hetgeen de deskundigen in hun rapportages en op de terechtzitting naar voren hebben gebracht omtrent de mogelijk parafiele stoornis bij de verdachte en het daarmee samenhangende recidiverisico indien de stoornis onbehandeld blijft en de bewezen verklaarde feiten. Van belang is daarbij ook dat de verdachte nauwelijks lijkt in te zien waarom de door hem ten aanzien van [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en gepleegde feiten strafbaar zijn. Hij blijft ervan overtuigd dat tussen hem en [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam betrokkene 1] sprake was van een gelijkwaardige relatie. De verdachte gaat er volkomen aan voorbij dat de desbetreffende strafbepaling in de wet is opgenomen ter bescherming van minderjarigen die vaak nog onvoldoende in staat zijn de gevolgen van hun handelen te overzien. Dat dit in dit geval ook zo is, blijkt uit de verklaringen die door de ouders van [naam slachtoffer 1] . en [naam slachtoffer 2] ter zitting zijn voorgelezen. De rechtbank acht dan ook dat de veiligheid van anderen vereist dat aan de verdachte tbs met voorwaarden wordt opgelegd. Aan de wettelijke voorwaarden voor oplegging van de tbs-maatregel is voldaan. De bewezen verklaarde feiten betreffen misdrijven waarop een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Daarnaast bestond tijdens het begaan van de feiten bij de verdachte een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een autismespectrumstoornis. Ook zijn er aanwijzingen dat bij de verdachte mogelijk sprake is van pedoseksuele gevoelens, waarnaar nader onderzoek en – zo nodig – behandeling is vereist om het risico op recidive te beperken.
De rechtbank zal ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen aan de tbs-maatregel de voorwaarden verbinden, zoals geadviseerd door de reclassering. Gelet op de rapportages en de ter terechtzitting gegeven toelichting van de deskundigen, acht de rechtbank het daarbij noodzakelijk dat de behandeling van de verdachte in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden zal plaatsvinden in een forensische kliniek, waar de behandelintensiteit hoog is. Daarvoor zal nog een indicatie moeten worden afgegeven.
De rechtbank zal met toepassing van artikel 38 lid 6 Sr de dadelijke uitvoerbaarheid gelasten, zodat na ommekomst van de detentie van de verdachte, direct met de noodzakelijk geachte behandeling kan worden aangevangen en de reclassering direct kan starten met het uitoefenen van het toezicht.
Voorts zal de rechtbank de maatregel langdurig toezicht aan de verdachte opleggen. Genoemde maatregel kan worden opgelegd ter bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen, (onder meer) indien verdachte ter beschikking is gesteld. Door de maatregel wordt het mogelijk gemaakt langdurig toezicht te houden op de veroordeelde. De rechtbank acht in deze zaak het opleggen van de maatregel langdurig toezicht passend en geboden. Nu aan het gevaarscriterium wordt voldaan en de rechtbank aan verdachte een tbs-maatregel zal opleggen, is ook aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een dergelijke maatregel voldaan.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregelen passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen computer (Fractal Design; [nummer 1] ), Telefoon (iPhone XS; [nummer 2] ), HDD externe harde schijf (Seagate; [nummer 3] ), Laptop (Apple Macbook Pro Touchbar; [nummer 4] ), SD-kaart merk Sandisk ( [nummer 5] ), Computer (beslagcode [beslagcode 1] ) en Apple MacBook Pro ( [nummer 6] ; beslagcode [beslagcode 2] ) te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Standpunten ten aanzien van computer (Fractal Design; [nummer 1] )
De verdediging heeft verzocht de computer (Fractal Design; [nummer 1] ), na verwijdering van de harde schijf/schijven, aan de verdachte terug te geven.
De officier van justitie verzet zich hiertegen.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat, indien op een gegevensdrager strafbare gegevens zijn opgeslagen, het uitgangspunt is deze gegevensdrager als geheel aan het verkeer zal moeten worden onttrokken.
In onderhavig geval verzoekt de verdachte gemotiveerd om de computer aan hem terug te geven nadat de harde schijf, waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen, uit de Fractal Design computer is verwijderd. Het verwijderen van de harde schijf levert geen onevenredige belasting op van de opsporingsdiensten. De computer vertegenwoordigt een aanzienlijke waarde.
Uit het onderzoek is niet gebleken dat op andere locaties in de Fractal Design computer kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Het verwijderen van een harde schijf uit een computer is een relatief eenvoudige handeling. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding te bepalen dat de harde schijf waarop de kinderpornografische afbeelding is aangetroffen uit de computer verwijderd dient te worden en dat de computer aan verdachte dient te worden teruggegeven.
De overige in beslag genomen voorwerpen: Telefoon (iPhone XS; [nummer 2] ), HDD externe harde schijf (Seagate; [nummer 3] ), Laptop (Apple Macbook Pro Touchbar; [nummer 4] ), SD-kaart merk Sandisk ( [nummer 5] ), Computer ( beslagcode [beslagcode 1] ) en Apple MacBook Pro ( [nummer 6] ; beslagcode [beslagcode 2] ) zullen worden onttrokken aan het verkeer. Ook de harde schijf van de computer (Fractal Design; [nummer 1] ) zal na verwijdering uit de computer worden onttrokken aan het verkeer.
Het onder dagvaarding I bewezen feit is met betrekking tot en met behulp van de telefoon, HDD externe harde schijf, laptop en de harde schijf uit de Fractal Design computer begaan. De SD-kaart, computer en Apple MacBook Pro behoren toe aan de verdachte, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte begane feit aangetroffen en deze kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.

9..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Namens de benadeelde partij [naam benadeelde 1] . heeft zich in het geding gevoegd: [naam 4] ., ter zake van het onder feit 1 van dagvaarding II ten laste gelegde. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.000,00 aan immateriële schade.
Namens de benadeelde partij [naam benadeelde 2] . heeft zich in het geding gevoegd: [naam 5] , ter zake van het onder feit 2 van dagvaarding II ten laste gelegde. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 958,85 aan materiële schade, bestaande uit € 358,06 aan reiskosten,
€ 572,04 aan opgenomen verlofuren en € 28,75 aan kosten voor het gesprek met de psycholoog en de ouders van het andere slachtoffer. Tevens vordert de benadeelde partij een vergoeding van € 7.000,00 aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, vermeerderd met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
Materiële schade [naam benadeelde 2]
De verdediging stelt zich ten aanzien van de vordering van [naam benadeelde 2] . ten aanzien van materiële schade op het standpunt dat het bij alle opgegeven schadeposten kosten betreft die door de ouders van het slachtoffer zijn gemaakt.
De kosten die de ouders van de benadeelde partij hebben gemaakt in verband met een ontmoeting met de ouders van het andere slachtoffer en diens psycholoog op 3 februari 2020, te weten reiskosten en kosten van consumpties met een totaal van € 31,72, dienen te worden afgewezen, nu dit geen verplaatste schade betreft.
De reiskosten die zijn gemaakt in verband met gesprekken bij slachtofferhulp, het slachtoffergesprek met de officier van justitie en het bijwonen van de zitting met een totaal van € 85,51, vormen geen materiële schade, maar zijn toewijsbare proceskosten.
De reiskosten voor bezoeken aan de psycholoog, het politiebureau en de GGD, met een totaal van € 46,98, kunnen als verplaatste schade worden toegewezen.
Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor de opgenomen verlofuren om de benadeelde partij te begeleiden bij de verschillende gesprekken met een totaal van € 572,04, stelt de verdediging dat dit geen verplaatste schade betreft, nu het niet gebruikelijk is om daarvoor professionele hulp in te schakelen.
Concluderend dient de gevorderde materiële schadevergoeding te worden gematigd tot een bedrag van € 269,58. Een bedrag van € 85,51 kan als proceskosten worden toegewezen.
Immateriële schade [naam benadeelde 2] . en [naam benadeelde 1] .
De verdediging stelt zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] tot vergoeding van immateriële schade primair op het standpunt dat de benadeelde partij in deze vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu niet gebleken is dat bij [naam benadeelde 1] sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld en dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan niet meebrengen dat een aantasting in de persoon zonder meer kan worden aangenomen.
De verdediging stelt zich ten aanzien van zowel de vordering van [naam benadeelde 1] (subsidiair) als van [naam benadeelde 2] onder verwijzing naar jurisprudentie op het standpunt dat beide gevorderde immateriële schadevergoedingen dienen te worden gematigd tot een bedrag van € 2.350,20.
9.3.
Beoordeling
Vordering [naam benadeelde 2] .
De rechtbank stelt vast dat de drie opgevoerde materiële schadeposten kosten betreffen die niet door de benadeelde partij zelf zijn gemaakt, maar door de ouders van de benadeelde partij.
De wetgever heeft voor deze specifieke situatie artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek voor ogen gehad. In die bepaling staat, kort gezegd, dat alleen verplaatste schade en affectieschade van een derde/naaste voor vergoeding in aanmerking komen. Van ‘verplaatste schade’ is sprake als derden kosten hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer die het slachtoffer zelf had kunnen vorderen, als het slachtoffer deze kosten zelf had gemaakt.
Ten aanzien van de gevorderde kosten voor het gesprek met de psycholoog en ouders van het andere slachtoffer in Eindhoven, te weten de reiskosten van € 2,97 en de kosten van consumpties van € 28,75, oordeelt de rechtbank dat deze kosten niet zijn aan te merken als verplaatste schade, nu deze kosten niet ten behoeve van het slachtoffer zijn gemaakt en hij deze kosten niet zelf als rechtstreekse schade had kunnen vorderen. De rechtbank zal dit gedeelte van de vordering, met een totaal van € 31,72, daarom afwijzen.
De gevorderde reiskosten gemaakt voor bezoeken aan de psycholoog, het politiebureau en de GGD, respectievelijk € 258,22, € 8,06, en € 3,30, had de benadeelde partij kunnen vorderen als hij deze zelf zou hebben gemaakt. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van deze kosten met een totaal van € 269,58 dan ook als verplaatste schade toewijzen.
Ingeval van verplaatste schade die bestaat uit de verzorging en/of begeleiding van het slachtoffer van een schadeveroorzakende gebeurtenis, kan vergoeding worden toegekend als het inschakelen van professionele hulpverleners voor de verleende hulp normaal en gebruikelijk is. Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor de (overige) opgenomen verlofuren om de benadeelde partij te begeleiden, te weten voor bezoeken aan de psycholoog (18 uur), een gesprek en aangifte bij de politie (16 uur) en de uren na bericht over de arrestatie van de verdachte en na het verzoek om een gesprek met de ouders van het andere slachtoffer (6 uur), oordeelt de rechtbank dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het begeleiden van kinderen bij bezoeken aan therapeuten heeft onder meer mentale steun aan het kind ten doel. Omdat vreemden minder goed in staat zijn mentale steun aan een onbekend kind te geven, zullen ouders die zelf niet in staat zijn hun kind te begeleiden, bij voorkeur een voor het kind vertrouwd persoon uit de familie en vriendenkring als vervanger inschakelen. Een professionele hulpverlener zal alleen als uiterste redmiddel worden ingeschakeld, indien alle andere mogelijkheden (waaronder uitstel van de afspraak) zijn uitgeput. De gevraagde vergoeding voor de tijd die de ouders aan de begeleiding van het slachtoffer hebben besteed, voldoet daarom niet aan de eis, dat inschakeling van professionele hulpverleners hiervoor normaal en gebruikelijk is. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van deze gevorderde kosten, met een totaal van (40 uren x € 6,81) € 272,40 daarom afwijzen.
De benadeelde partij heeft de vordering tot vergoeding van immateriële schade onderbouwd met een verslag van De Viersprong, waaruit volgt dat de benadeelde partij tussen juli 2019 en december 2019 is behandeld voor psychisch letsel als gevolg van het onder 2 subsidiair van dagvaarding II bewezen verklaarde feit.
Hiermee staat vast dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De rechtbank ziet aanleiding de gevorderde vergoeding te matigen, gezien de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend. De schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.500,00, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 22 december 2018.
Onder proceskosten vallen onder andere de kosten van bijstand en vertegenwoordiging, van eigen loonderving op de dag van de zitting en de gemaakte reiskosten om naar de zitting te komen. De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde reiskosten voor gesprekken met slachtofferhulp, met de officier van justitie en voor het bijwonen van de zitting, respectievelijk € 20,40, € 5,30 en € 59,81, in totaal € 85,51, zijn aan te merken als proceskosten. De rechtbank oordeelt dat ook de voor de gesprekken met slachtofferhulp en de officier van justitie en de voor de zitting opgenomen verlofuren, respectievelijk 24, 8 en 12 uren, zijn aan te merken als proceskosten, nu dit loonderving betreft als gevolg van het verlenen van bijstand bij voornoemde gesprekken en de zitting. De rechtbank begroot deze verlofuren op een bedrag van in totaal (44 uren x € 6,81) € 299,64.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op (€ 85,51 + € 299,64) € 385,15 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering [naam benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft de vordering voor vergoeding van immateriële schade onderbouwd met een verslag van de therapeut van De Viersprong. Uit dit verslag blijkt dat ten behoeve van de benadeelde partij van 24 juni 2019 tot 3 februari 2020 ongeveer tweemaal per week een intensieve behandeling heeft plaatsgevonden, waarbij tevens de ouders / verzorgers van de benadeelde partij zijn betrokken en er een veiligheidsplan is opgesteld. Ook volgt uit het verslag dat de benadeelde partij een brief heeft geschreven aan één van de medeslachtoffers en dat hij een groot schuldgevoel heeft en boosheid naar zichzelf voelt over wat er is gebeurd.
De rechtbank is van oordeel dat de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan zodanig zijn dat sprake is van aantasting van de persoon op andere wijzen, waardoor de benadeelde partij immateriele schade heeft geleden.
De rechtbank ziet aanleiding de gevorderde vergoeding te matigen, gezien de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend. De schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.500,00, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 22 december 2018.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van
€ 2.769,58, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 1] een schadevergoeding betalen van
€ 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.
Over een deel van de gevorderde schadevergoedingen wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.

10..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 37a, 38, 38a, 38z, 57, 240b, 245 en 247 Sr.

11.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair van dagvaarding II ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder dagvaarding I ten laste gelegde feit en de onder 1 en onder 2 subsidiair van dagvaarding II ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikkingwordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
de terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
de terbeschikkinggestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
de terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken;
de terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
de terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
De terbeschikkinggestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt gedrag gericht op het seksueel communiceren met minderjarigen en gedrag gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd te voorkomen.
De terbeschikkinggestelde werkt gedurende de ter beschikkingstelling mee aan een steeksproefsgewijze controle van zijn gegevensdragers met het oog op de naleving van de voorwaarde dat hij zich onthoudt van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Deze controle wordt uitgevoerd door/onder verantwoordelijkheid van de toezichthouder die zich kan laten bijstaan door een digitaal forensisch specialist van de politie. De medewerking van de ter beschikkinggestelde bestaat eruit dat hij tweemaal per jaar toegang verschaft aan de reclassering en de eventueel door de reclassering ingeschakelde digitaal forensisch specialist. De terbeschikkinggestelde dient al zijn digitale gegevensdragers ter beschikking te stellen dan wel te overhandigen aan de medewerker van de reclassering of de digitaal forensisch specialist. De terbeschikkinggestelde dient aan hen toegang te verschaffen tot alle aanwezige gegevensdragers bijvoorbeeld door het geven van de benodigde wachtwoorden. De controle aan de gegevensdragers mag niet verder gaan dan noodzakelijk is om het toezicht op de bijzondere voorwaarde te kunnen uitoefenen.
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
de terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
de terbeschikkinggestelde laat zich opnemen in een forensische kliniek of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
de terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [naam slachtoffer 1] (geboren: [geboortedatum slachtoffer 1] 2003 te [geboorteplaats slachtoffer 1] ) en [naam slachtoffer 2] [naam slachtoffer 1] . (geboren: [geboortedatum slachtoffer 2] 2003 te [geboorteplaats slachtoffer 2] ) en hun ouders en/of verzorgers, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
de terbeschikkinggestelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de terbeschikkinggestelde, na overleg met de reclassering dat een nog nader door de reclassering te bepalen persoon hierbij aanwezig is;
de terbeschikkinggestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
stelt als algemene voorwaarden:
de terbeschikkinggestelde zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
de terbeschikkinggestelde zal medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie, zoals bedoeld in het kader van het landelijk opgestelde opsporingsbeleid ten aanzien van tbs-gestelden;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: Telefoon (iPhone XS; [nummer 2] ), HDD externe harde schijf (Seagate; [nummer 3] ), Laptop (Apple Macbook Pro Touchbar; [nummer 4] ), SD-kaart merk Sandisk ( [nummer 5] ), Computer ( beslagcode [beslagcode 1] ) en Apple MacBook Pro ( [nummer 6] ; beslagcode [beslagcode 2] ) en de harde schijf van de computer Fractal Design ( [nummer 1] );
- gelast de teruggave aan verdachte van de computer (Fractal Design; [nummer 1] ) na verwijdering van de harde schijf;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, [naam benadeelde 2] , te betalen een bedrag van
€ 2.769,58 (zegge: tweeduizend zevenhonderd negenenzestig euro en achtenvijftig eurocent), bestaande uit € 269,58 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vordering van de benadeelde partij voor zover het betreft de kosten van het gesprek met de ouders van [naam benadeelde 1] . en de kosten van begeleiding van [naam benadeelde 2] .;
verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij, [naam benadeelde 2] , gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op € 385,15, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, [naam benadeelde 1] , te betalen een bedrag van
€ 2.500,00 (zegge: vijfentwintighonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij, [naam benadeelde 1] , gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij, [naam benadeelde 2] , te betalen
€ 2.769,58 (hoofdsom, zegge: tweeduizend zevenhonderd negenenzestig euro en achtenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.769,58 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
37 dagen;
de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij, [naam benadeelde 1] , te betalen
€ 2.500,00(hoofdsom,
zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen;
de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en S. Crijns-Zuidwijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 november 2020.
De oudste rechter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/961523-19
Feit 1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 16 april 2019
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, te Eindhoven
en/of te Driebergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland,
(telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten foto’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven- bestonden uit :
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 1] , p.371 en/of [bestandsnaam 2] , p.314 en 338 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 130)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 4] p.364 en/of [bestandsnaam 5] , p.366 en/of [bestandsnaam 6] , p.369en/of [bestandsnaam 7] , p.371 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 131, tweede afbeelding)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 8] , p.360 en/of [bestandsnaam 9] , p.362 en/of
[bestandsnaam 10] , p.364 en/of [bestandsnaam 11] , p.366 en/of [bestandsnaam 12] , p.367 en/of [bestandsnaam 13] , p.370 en/of [bestandsnaam 3] op pagina 131, eerste afbeelding)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
10/961567-19
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2018 tot en met 31 december 2018 te
Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Eindhoven, althans in Nederland en/of
Duitsland en/of Oostenrijk,
meermalen, althans éénmaal met [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2003, die de
leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[naam slachtoffer 1] .,
te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [naam slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht (zich heeft laten pijpen) en/of
-(meermalen) de penis van die [naam slachtoffer 1] . in zijn, verdachtes, mond heeft geduwd/gebracht en/of heeft gezogen (heeft gepijpt) en/of
-(meermalen) zijn tong in/tegen de anus van die [naam slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht,
althans de anus van die [naam slachtoffer 1] heeft gelikt (rimmen) en/of
-(meermalen) zich door die [naam slachtoffer 1] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) die [naam slachtoffer 1] heeft afgetrokken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met/bij die [naam slachtoffer 1] . en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] .(geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio) en/of
- ( meermalen) tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] en [naam betrokkene 1] . (geboren [geboortedatum betrokkene 1]
2002) (door het (tegelijk) pijpen van en/of gepijpt worden door die [naam betrokkene 1] . en/of die [naam slachtoffer 1] . en/of het toekijken bij seksuele handelingen (pijpen) tussen die [naam betrokkene 1] . en die [naam slachtoffer 1] .) (trio).
Feit 2
Primair
hij
in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 2018
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, althans in Nederland
met [naam slachtoffer 2] ., geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2003 die de leeftijd van twaalf jaren, maar
nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[naam slachtoffer 2] .,
te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [naam slachtoffer 2] . heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 2] . heeft geduwd/gebracht (heeft
laten pijpen) en/of
-(meermalen) de penis van die [naam slachtoffer 2] . in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht
(pijpen) en/of
-(meermalen) zijn penis heeft laten betasten door die [naam slachtoffer 2] . en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [naam slachtoffer 2] . en/of
-(meermalen) zich door die [naam slachtoffer 2] . heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met die [naam slachtoffer 2] . en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] .(geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio)
Subsidiair
hij
in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 2018
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, althans in Nederland
met [naam slachtoffer 2] ., geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2003
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
te weten dat verdachte
-(meermalen) de penis van die [naam slachtoffer 2] . in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht
(pijpen) en/of
-(meermalen) zijn penis heeft laten betasten door die [naam slachtoffer 2] . en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [naam slachtoffer 2] . en/of
-(meermalen) zich door die [naam slachtoffer 2] . heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met die [naam slachtoffer 2] . en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] .(geboren [geboortedatum slachtoffer 2]
2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio)