In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een tekstschrijver, handelend onder de naam [handelsnaam], en de besloten vennootschap Bureau APS B.V. De eiseres vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 6.781,47, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres had in december 2019 een overeenkomst gesloten met Bureau APS voor het verrichten van tekstschrijverwerkzaamheden, waarvoor zij facturen had gestuurd die door Bureau APS niet volledig waren betaald. Bureau APS betwistte de hoogte van de gefactureerde uren en stelde dat de werkzaamheden niet in verhouding stonden tot het aantal gefactureerde uren. De kantonrechter oordeelde dat Bureau APS onvoldoende onderbouwd had betwist dat de werkzaamheden waren verricht en dat de eiseres recht had op betaling van de openstaande facturen. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Bureau APS werd veroordeeld in de proceskosten.