ECLI:NL:RBROT:2020:10130

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 november 2020
Publicatiedatum
10 november 2020
Zaaknummer
C/10/590424 / HA ZA 20-113
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot verwijzing en voeging in een geschil over farmaceutische transacties met betrekking tot aansprakelijkheid en schadevergoeding

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 4 november 2020 een vonnis gewezen in een incident tot verwijzing en voeging. De eisers, Mosadex C.V. en haar dochterondernemingen, hebben een vordering ingediend tegen de apotheekeigenaren en hun bestuurders, waarbij zij onder andere vroegen om verwijzing van de procedure naar de rechtbank Amsterdam op grond van artikel 220 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) vanwege verknochtheid van de geschillen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van voldoende verknochtheid, aangezien de geschilpunten in de hoofdzaak en de procedure bij de rechtbank Amsterdam sterk met elkaar samenhangen. De rechtbank wees de vordering tot verwijzing toe, maar verklaarde de eisers niet-ontvankelijk in hun vordering tot voeging, omdat deze niet mogelijk was zolang de zaken nog bij verschillende rechtbanken aanhangig waren.

De rechtbank oordeelde verder dat de vorderingen van de eisers tot verwijzing en voeging niet de voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hadden, waardoor deze konden worden behandeld. De rechtbank concludeerde dat de vordering tot verwijzing toewijsbaar was, ondanks de bezwaren van de gedaagden, die stelden dat hun belang zich tegen verwijzing en voeging verzette. De rechtbank verwierp deze argumenten en oordeelde dat de snelheid van de procedure afhankelijk was van de regievoering en het procesgedrag van de gedaagden.

Het vonnis eindigde met de beslissing om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling, waarbij de kosten van het incident voor de gedaagden werden vastgesteld op € 543,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. drs. J. van den Bos.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/590424 / HA ZA 20-113
Vonnis in incident van 4 november 2020
in de zaak van

1..de commanditaire vennootschap MOSADEX C.V.,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK VOORZORG B.V.,
beide gevestigd te Elsloo,
eiseressen in de hoofdzaak en in het incident,
advocaat mr. C.J. Jager te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDPLEIN HOLDING I B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK BERGWEG ROTTERDAM B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SCHIEMOND ROTTERDAM B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SCHILDERSWIJK DEN HAAG B.V.,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SPANHOFF ROTTERDAM B.V.,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK WALENBURG ROTTERDAM B.V.,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK ZEELT ROTTERDAM B.V.,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK BERGWEG B.V.,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SCHIEMOND B.V.,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SCHILDERSWIJK B.V.,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK SPANHOFF B.V.,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK WALENBURG B.V.,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APOTHEEK ZEELT B.V.,
alle statutair gevestigd te Rotterdam,
gedaagden in de hoofdzaak en verweersters in het incident,
advocaat mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam.
Eisers en gedaagden zullen hierna Mosadex c.s. respectievelijk Noordplein c.s. worden genoemd. Voor zover gedaagde 1 afzonderlijk wordt bedoeld, wordt zij aangeduid als Noordplein. Gedaagden 2 tot en met 7 worden aangeduid als de nieuwe apotheekeigenaren. Gedaagden 8 tot en met 13 als de oude apotheekeigenaren.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 januari 2020, die tevens een incidentele vordering tot verwijzing en voeging als bedoeld in de artikelen 220 en 222 Rv en een incidentele vordering als bedoeld in artikel 843a Rv inhoudt, met producties;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2..De feiten, voor zover relevant in de incidenten

2.1.
Mosadex C.V. drijft een groothandel in farmaceutische producten en is houdstermaatschappij van diverse vennootschappen. Zij is, met haar dochterondernemingen, een totaalleverancier in de farmaceutische zorgketen.
2.2.
Apotheek Voorzorg B.V., een 100% dochter van Mosadex C.V., houdt zich bezig met het geautomatiseerd op maat verpakken van geneesmiddelen voor patiënten.
2.3.
Mosadex c.s. leverden sinds 2017 geneesmiddelen aan de oude apotheekeigenaren.
2.4.
Noordplein is enig aandeelhouder en bestuurder van de nieuwe apotheekeigenaren. Bestuurder van Noordplein is de heer [naam 1] .
2.5.
Handelsonderneming Goudsesingel B.V. (hierna: Goudsesingel) is enig bestuurder en enig aandeelhouder van de oude apotheekeigenaren. De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is enig bestuurder en middellijk aandeelhouder van Goudsesingel.
2.6.
De ondernemingen van de oude apotheekeigenaren zijn overgedragen aan de nieuwe apotheekeigenaren (hierna: de transacties).
2.7.
De oude apotheekeigenaren en Goudsesingel zijn in kort geding bij verstekvonnis van 13 december 2019 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam hoofdelijk veroordeeld tot, onder meer, integrale betaling van facturen van Mosadex c.s. De oude apotheekeigenaren en Goudsesingel zijn tegen het verstekvonnis in verzet gekomen.
2.8.
Op 10 januari 2020 hebben Mosadex c.s. een procedure aanhangig gemaakt tegen [naam 1] en Goudsesingel bij de rechtbank Amsterdam, waarbij [naam 1] en Goudsesingel zijn gedagvaard tegen 29 januari 2020 (hierna: de procedure bij de rechtbank Amsterdam).
2.9.
In de procedure bij de rechtbank Amsterdam vorderen Mosadex c.s. veroordeling van [naam 1] uit hoofde van een borgtocht en veroordeling van Goudsesingel op grond van hoofdelijkheid. Tevens vorderen zij veroordeling van Goudsesingel en [naam 1] tot betaling van schadevergoeding op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. Daarnaast vorderen Mosadex c.s. schadevergoeding van [naam 1] op grond van onrechtmatige daad en tot slot inzage in stukken op grond van artikel 843a Rv.
2.10.
In de procedure bij de rechtbank Amsterdam wordt door Mosadex c.s. onder meer het verwijt gemaakt aan Goudsesingel en [naam 1] dat zij hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de oude apotheekeigenaren onrechtmatig jegens Mosadex c.s. hebben gehandeld door het aangaan van de transacties, terwijl zij wisten, althans behoorden te weten, dat de door hen bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de oude apotheekeigenaren tot gevolg zou hebben dat deze hun verplichtingen niet zouden nakomen en ook geen verhaal zouden bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade.
2.11.
Op 3 maart 2020 zijn de oude apotheekeigenaren failliet verklaard met benoeming van [naam 2] tot curator (hierna: de curator). Het geding is geschorst teneinde Mosadex c.s. in de gelegenheid te stellen om de curator in het geding op te roepen.
2.12.
Mosadex c.s. hebben op 20 maart 2020 de curator opgeroepen om op 8 april 2020 in het geding te verschijnen en voort te procederen in de stand waarin de zaak zich op dat moment bevond. De curator is niet in het geding verschenen.

3..De vorderingen in de hoofdzaak

3.1.
Mosadex c.s. vorderen in de hoofdzaak – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- Ten aanzien van Noordplein c.s.: een verklaring voor recht dat de transacties rechtsgeldig zijn vernietigd door Mosadex c.s., althans deze te vernietigen, met veroordeling van Noordplein c.s. in de (na)kosten;
- Ten aanzien van Noordplein en de nieuwe apotheekeigenaren: een verklaring voor recht dat zij als wederpartij bij de transacties onrechtmatig hebben gehandeld jegens Mosadex c.s. en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens Mosadex c.s. voor de daardoor geleden schade en hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding en beslagkosten;
- Ten aanzien van Noordplein: een verklaring voor recht dat zij als bestuurder van de nieuwe apotheekeigenaren onrechtmatig heeft gehandeld jegens Mosadex c.s. en dat zij aansprakelijk is jegens Mosadex c.s. voor de daardoor geleden schade voor zover de nieuwe apotheekeigenaren geen verhaal bieden en haar te veroordelen tot betaling van schadevergoeding;
- Ten aanzien van de oude apotheekeigenaren: afschrift, dan wel inzage in de stukken vermeld in de dagvaarding, op straffe van een dwangsom.

4..Het geschil in de incidenten

In het incident tot verwijzing en voeging

4.1.
Mosadex c.s. vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

de onderhavige procedure op grond van artikel 220 Rv te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam en op grond van artikel 222 Rv te voegen met de procedure jegens Goudsesingel en [naam 1] die op de roldatum van 29 januari 2020 zal worden aangebracht bij de rechtbank Amsterdam, kosten rechtens”.
In het incident ex artikel 843a Rv
4.2.
Mosadex c.s. vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de oude apotheekeigenaren, en/of Goudsesingel en de nieuwe apotheekeigenaren afschrift verstrekken van of inzage geven in documenten (opgesomd in de dagvaarding), zulks op straffe van dwangsommen en onder veroordeling in de proceskosten.
In beide incidenten
4.3.
Noordplein c.s. voeren verweer en concluderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen af te wijzen, met veroordeling van Mosadex c.s. in de kosten van het incident.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

5..De beoordeling in de incidenten

In het incident tot verwijzing en voeging

5.1.
De rechtbank stelt voorop, dat de vorderingen tot voeging en verwijzing niet de voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben, als bedoeld in artikel 29 van de Faillissementswet, zodat deze thans kunnen worden behandeld.
5.2.
Artikel 220 lid 1 Rv bepaalt dat in zaken die al eerder bij een andere gewone rechter van gelijke rang aanhangig zijn gemaakt tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp, of in geval een zaak verknocht is aan een zaak die al bij een andere gewone rechter van gelijke rang aanhangig is, de verwijzing naar die andere rechter kan worden gevorderd.
5.3.
Partijen twisten over de vraag of er sprake is van verknochtheid in de zin van artikel 220 Rv. Van verknochtheid is sprake wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere, dan wel daarmee zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
5.4.
De kern van het geschil in de hoofdzaak is de gesteld paulianeuze overdracht van de ondernemingen van de oude apotheekeigenaren aan de nieuwe apotheekeigenaren. Noordplein c.s. erkennen in onderdeel 19 van hun conclusie van antwoord in het incident dat de beoordeling ten aanzien van de overdracht van de ondernemingen van de oude apotheekeigenaren óók onderdeel uitmaakt van de procedure bij de rechtbank Amsterdam. Dat in de procedure bij de rechtbank Amsterdam ook andere elementen spelen, zoals Noordplein c.s. stellen, maakt dit niet anders. Zoals door Mosadex c.s. gesteld en door Noordplein c.s. niet betwist, zijn de dagvaarding in de onderhavige procedure en de dagvaarding in de procedure bij de rechtbank Amsterdam op het onderdeel van de aansprakelijkheid gerelateerd aan de transacties nagenoeg identiek aan elkaar. Beide rechtbanken worden derhalve geroepen een oordeel over dezelfde materie te geven. Daarmee is het risico op tegenstrijdige beslissingen gegeven. In zoverre is er dus sprake van verknochtheid. Dat brengt mee dat de vordering tot verwijzing in beginsel toewijsbaar is. Dat is alleen niet het geval als één of meer van de hierna te behandelen verweren van Noordplein c.s. zou slagen.
5.5.
Noordplein c.s. hebben aangevoerd dat hun belang zich tegen verwijzing en voeging bij de verzet en onderbouwen dat als volgt.
5.5.1.
De nieuwe apotheekeigenaren hebben niets te maken met het bestuur van de oude apotheekeigenaren en hebben recht en belang om voor hun eigen rechtbank (te Rotterdam) op zo kort mogelijke termijn een oordeel te verkrijgen inzake de verwijten van Mosadex c.s. De rechtbank oordeelt hierover dat het feit dat niet bij de ‘eigen rechtbank’ wordt geprocedeerd naar zijn aard niet aan verwijzing in de weg staat. Ware dit anders, dan werd het hele instrument van verwijzing vanwege verknochtheid betekenisloos.
5.5.2.
Ook hebben Noordplein c.s. aangevoerd dat indien verwijzing en voeging plaatsvindt, het risico bestaat dat een eindoordeel inzake de overdracht van de ondernemingen langer op zich laat wachten, omdat in de procedure bij de rechtbank Amsterdam het gaat om veel meer en (met name) andere gestelde feiten en omstandigheden, waarbij het zich laat aanzien dat de beoordeling daarvan meer tijd vergt dan de beoordeling van de overdracht van de ondernemingen. De rechtbank is van oordeel dat dit argument geen hout snijdt, aangezien de snelheid van de procedure een kwestie is van een juiste regievoering en het verloop de procedure mede afhankelijk is van het eigen procedeergedrag van gedaagden.
5.5.3.
Tot slot hebben Noordplein c.s. aangevoerd dat verwijzing en voeging een negatief effect (kan) hebben op de beoordeling van de overdracht van de ondernemingen. Indien één of meer gedragingen van [naam 1] en/of Goudsesingel als onrechtmatig jegens Mosadex c.s. zou worden gekwalificeerd, bestaat het risico dat dit van invloed is op de manier waarop naar de overdracht van de ondernemingen wordt gekeken, aldus Noordplein c.s.. Ook dit verweer van Noordplein c.s. wordt verworpen, nu er geen enkele aanleiding is te veronderstellen dat de rechtbank Amsterdam niet een rechtens juist oordeel kan geven.
5.6.
De conclusie van het voorgaande is dat aan de vereisten van artikel 220 lid 1 Rv is voldaan en dat de door Mosadex c.s. gevorderde verwijzing zal worden toegewezen.
5.7.
Ten aanzien van de door Mosadex c.s. gevorderde voeging op grond van artikel 222 Rv, geldt het volgende. Er kan geen voeging worden gevorderd van zaken die op dit moment nog bij verschillende rechtbanken aanhangig zijn. Omdat bovendien verwijzing voeging impliceert, zal de onderhavige procedure na verwijzing van rechtswege worden gevoegd met de procedure bij de rechtbank Amsterdam. Mosadex c.s. zijn dan ook niet-ontvankelijk in hun vordering tot voeging op grond van artikel 222 Rv.
5.8.
Noordplein c.s. zullen als de materieel in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van het incident, neerkomend op € 543,00 (1 punt × tarief II) aan salaris voor de advocaat van Mosadex c.s.
In het incident ex artikel 843a Rv
5.9.
Nu de zaak zal worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam in de stand waarin deze zich bevindt, zal ook de vordering in het incident ex artikel 843a Rv worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, zodat de rechtbank aan de beoordeling van die incidentele vordering niet toekomt.

6..De beslissing

De rechtbank
in het incident tot verwijzing en voeging
6.1.
wijst de incidentele vordering tot verwijzing toe;
6.2.
verklaart Mosadex c.s. niet-ontvankelijk in haar incidentele vordering tot voeging;
6.3.
veroordeelt Noordplein c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Mosadex c.s. tot op heden begroot op € 543,00;
6.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak en het incident op grond van artikel 843a Rv
6.5.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Amsterdam, voor verdere behandeling, waaronder de beslissing op de incidentele vordering op grond van artikel 843a Rv;
6.6.
stelt vast dat de onderhavige zaak van rechtswege is gevoegd met de bij die rechtbank aanhangige zaak, waarbij [naam 1] en Goudsesingel op 10 januari 2020 door Mosadex c.s. zijn gedagvaard tegen de rol van 29 januari 2020.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2020.
3242/1407