Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, vorderde de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een bedrag van € 331,81 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics stelde dat de gedaagde de kosten van een medische behandeling bij een tandarts diende te betalen. De procedure begon met een dagvaarding op 21 februari 2020, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De gedaagde voerde als verweer aan dat zij de vordering had voldaan op de dag vóór de betekening van de dagvaarding, wat door Infomedics werd erkend, maar met de opmerking dat de betaling pas na de dagvaarding was ontvangen.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad de hoofdsom van € 286,52 verschuldigd was, maar dat de betaling van € 331,09 op 20 februari 2020, de dag voor de betekening, betekende dat de vordering was voldaan. Infomedics had geen vermindering van eis gedaan en besloot de procedure voort te zetten, ondanks de betaling. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics af, omdat de gedaagde de vordering had voldaan. Infomedics werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld, aangezien deze zich niet door een gemachtigde had laten bijstaan en geen griffierecht had hoeven betalen.
De uitspraak vond plaats op 12 november 2020, en de kantonrechter concludeerde dat de vordering van Infomedics niet toewijsbaar was, wat leidde tot de afwijzing van de vordering en de veroordeling van Infomedics in de proceskosten.