Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte tot wijziging / vermeerdering van eis,
- de conclusie van dupliek,
- de overgelegde producties.
2..De feiten
comparant 1en de vrouw als
comparant 2.
doel-
Partijen beschouwen deze regeling mede als voldoening aan een dringende verplichting van moraal en fatsoen.
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING
Premies van levens-, ongevallen en overlijdensrisicoverzekering (daaronder het risicodeel van een gemengde verzekering begrepen) vallen niet onder de kosten van de huishouding.
De begunstigde partij dient tevens verzekeringnemer te zijn van een dergelijke verzekering en indien dat niet het geval is, wordt de begunstigde partij geacht verzekeringnemer te zijn.
GEMEENSCHAPPELIJKE BANK- EN/OF GIROREKENINGEN
Indien door partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning en/ of een door hen gezamenlijk te gebruiken tweede woning gezamenlijk wordt verkregen, zal de partij die uit eigen middelen meer dan haar aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij.Deze vordering is opeisbaar bij vervreemding van de woning en bij ontbinding van deze overeenkomst. De vordering zal geen rente dragen”
AANBRENGSTEN EN MEDE-EIGENDOM VAN INBOEDEL
Beide verzekeringnemers treden op voor een onverdeeld gelijk aandeel in de verzekering.” De polis had eind 2018 een waarde van € 54.003,75. De uitkering onder de polis is verpand aan de bank.
3..De vordering en het verweer
4..De beoordeling
“Als op de polis is
afgiftevorderen maar het schept geen vergoedingsrecht voor de vrouw. De man kan immers niet gedwongen worden om goederen van de vrouw te kopen.
misschiennog spullen van haar in de woning van de man liggen. Die stelling is onvoldoende concreet. Als de vrouw niet weet waar het om gaat, kan de man niet tot afgifte worden veroordeeld. De vrouw heeft geen recht op toegang tot de woning van de man want de woning behoort in eigendom toe aan alleen de man. Het zou overigens de man wel sieren als hij nog eens goed rondkijkt in zijn woning of er nog iets van de vrouw ligt. Eventuele spullen van de vrouw kan hij dan samen met haar administratie meegeven.
december 2010 tot en met juli 2011 en van januari tot en met augustus 2017.’Daarnaast legt de man over
‘een print van de mutaties op vermelde rekening in de periode april 2018 tot en met oktober 2019.’ Er lijken dus geen bankafschriften te zijn overgelegd over de relevante periode. Misschien valt aan de hand van het overzicht van mutaties vanaf april 2018 wel uit te rekenen wat het saldo was op 5 november 2018. Dat is echter niet de taak van de rechtbank maar van partijen. De rechtbank zal volstaan met de veroordeling van de man om aan de vrouw te betalen: de helft van het saldo op deze bankrekening op 5 november 2018. Tevens zal de man veroordeeld worden om ten behoeve van de vrouw aan te tonen wat dat saldo toen was.
afgeleverdis in de gegeven omstandigheden onvoldoende voor het oordeel dat de vrouw, door
juridische leveringvan de auto aan haar, eigenaar is geworden. Van een (stilzwijgende) afspraak om de auto als gemeenschappelijk eigendom te beschouwen, is niet of althans onvoldoende gebleken. De vordering zal worden afgewezen.
hypothecaire geldlening bij (voorheen) Fortis Bank € 274.000,00
toegerekendworden. De rechtbank zal de schuld toerekenen aan de man, nu de man zich daar op zich niet tegen verzet.