Op 16 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een psychogeriatrische aandoening, specifiek de ziekte van Alzheimer. Het verzoek tot machtiging is ingediend door het CIZ op 18 september 2020, met bijlagen waaronder een indicatiebesluit en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2020 werd de cliënt, bijgestaan door haar advocaat mr. A.W. Grijseels, gehoord via een beeld- en geluidverbinding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een ernstige psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op psychische en materiële schade.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden om een passende zorgplek te vinden, maar na een CVA van de cliënt op 9 oktober 2020 werd duidelijk dat er een dringende behoefte was aan opname in een verpleeghuis. De advocaat heeft aangegeven dat er een geschikte plek beschikbaar is, maar dat hiervoor een rechterlijke machtiging nodig is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn en dat de opname noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 16 april 2021. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt en getekend op dezelfde dag.